10.1 Conservatisme en politiek liberalisme

10.1 Conservatisme en politiek liberalisme
10.1 Conservatisme en politiek liberalisme
1 / 19
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 19 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

10.1 Conservatisme en politiek liberalisme
10.1 Conservatisme en politiek liberalisme

Slide 1 - Slide

Doelen
Aan het einde van de les kan ik:
  • De restauratie verklaren
  • Het conservatisme en politiek liberalisme herkennen
  • De politieke ontwikkelingen in Nederland beschrijven

Slide 2 - Slide

Kenmerkend aspect
Opkomst van de politiek-maatschappelijke stromingen: nationalisme, liberalisme, socialisme, confessionalisme, feminisme

Slide 3 - Slide

 Lees de casus (252)
Maak vraag 1, 2 en 3.

Slide 4 - Slide

Burke
Edmund Burke waarschuwt voor gevolgen Franse Revolutie
Burke: politiek moet zich geleidelijk ontwikkelen, niet abrupt veranderen

Acties van Jacobijnen en Napoleon gaven hem gelijk

Autoritaire orde deelt in Wenen deze mening: start van de Restauratie

Slide 5 - Slide

Wat vond er in 1815 in Wenen plaats?

Slide 6 - Open question

Congres van Wenen (1815)

Slide 7 - Slide

Congres van Wenen (1815)
  • 200 Europese regeringsleiders aanwezig
  • Vijf grote mogendheden: Oostenrijk, Rusland, Pruisen, Groot-Brittannië en Frankrijk
  • Doel: de Europese vrede behouden en machtsevenwicht.

Slide 8 - Slide

Congres van Wenen (1815)
  • Pruisen (Duitsland) kreeg grote gebieden van Frankrijk
  • Nederland en België werden samengevoegd
    --> machtsevenwicht

Afspraken: regelmatig conferenties houden om samen bedreigingen van de vrede aan te pakken.

Slide 9 - Slide

Conservatief
  • Restauratie is tijdelijke overwinning van het conservatisme: 'terugkeer naar een traditioneel bestuur zorgt voor stabiliteit en veiligheid' 

  • Verlichtingsidealen verdwijnen echter niet: 'geloof in fundamentele rechten als vrijheid van meningsuiting en vergadering' 

  • Rijke burgerij blijft vóór vrijheid van overheidsbemoeienis en vóór betrokkenheid (rijke) burgers:
  • Politiek liberalisme 
  • Economisch liberalisme

Slide 10 - Slide

Revoluties
Sluimerend verlangen naar democratie leidt tot revoluties

1820: Spanje
1830: Belgische onafhankelijkheid
1830: Juli-monarchie
1848: Europese revoluties

John Stuart Mill: iederéén moet vertegenwoordigd worden 

Slide 11 - Slide

ZELFSTANDIG WERKEN
Maak vraag 4 t/m 7 (p. 254)
Klaar? Maak vraag 8
timer
10:00

Slide 12 - Slide

Het Koninkrijk der Nederlanden
1795 - 1806: Bataafse Republiek
1806 - 1810: Koninkrijk Holland olv Lod. Napoléon
1810 - 1814: Holland ingelijfd door Frankrijk

positief: gelijkheid voor de wet / godsdienstvrijheid / adequate ambtenarij / burgerlijk huwelijk

negatief: censuur / conscriptie / tiercering staatsschuld / economische malaise > 
roep om orde en rust > koning Willem I (zoon stadhouder Willem V)

Slide 13 - Slide

Spotprent van Jacob Smies; twee mannen met witte pruiken werpen zakken met geld in een put, waarop LA FRANCE; links en rechts soldaten en een huzaar op een hobbelpaard. Uiterst links Napoleon zittend op een berg schedels.

Slide 14 - Slide

Koning Willem I
Koninkrijk der Nederlanden: 
Nederland en Belgie (+kolonien)

Slide 15 - Slide

Nederland
1815: Verenigd Koninkrijk der Nederlanden

Nederland wordt een eenheidsstaat en een constitutionele monarchie
Verkiezingen voor de Tweede Kamer verlopen via censuskiesrecht én getrapt
Koning benoemde Eerste Kamer én kon Koninklijke besluiten nemen

Thorbeckes grondwet(1848) zorgt voor liberale vrijheden en afname macht koning

Slide 16 - Slide

Koning Willem II
Een nieuwe grondwet (1848)

Slide 17 - Slide

10.2 Emancipatie
Kijkersvraag: Zijn er overeenkomsten met het streven naar gelijke rechten bij moderne feminsten?

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Link