What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
4.2 Grammatik I
Toets
Kapitel 3.2
1 / 30
next
Slide 1:
Slide
Duits
Middelbare school
This lesson contains
30 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Toets
Kapitel 3.2
Slide 1 - Slide
vierde naamval
Slide 2 - Slide
Schrijf op welk deel van de zin in de 4e nvl staat:
Ohne meine Katze fahre ich nicht in Urlaub (vakantie).
Slide 3 - Open question
Schloss Schönbrunn ist für das Mädchen das schönste Schloss der Welt.
Slide 4 - Open question
Wer spielt gegen den besten Tennisspieler?
Slide 5 - Open question
Durch meine Familie habe ich jetzt viele Freunde!
Slide 6 - Open question
Ich mache mich Sorgen um die Schüler.
Slide 7 - Open question
Bis die Maiferien (meivakantie) ist die Schule geschlossen.
Slide 8 - Open question
persoonlijk voornaamwoord
Slide 9 - Slide
1e of 4e naamval?
1e naamval
4e naamval
1e én 4e naamval
ich
du
ihn
dich
sie
uns
Slide 10 - Drag question
Vervang het zinsdeel met de 4e nvl door een persoonlijk voornaamwoord. Schrijf de hele zin over, let op hoofdletters en leestekens!
Bijvoorbeeld:
Ohne
meine Katze
fahre ich nicht in Urlaub.
=
Ohne
sie
fahre ich nicht in Urlaub.
Slide 11 - Slide
Wer spielt gegen den besten Tennisspieler?
Slide 12 - Open question
Durch meine Familie habe ich jetzt viele Freunde!
Slide 13 - Open question
Ich mache mich Sorgen um die Schüler.
Slide 14 - Open question
Hoe vertaal je 'zonder jou' naar het Duits?
A
für dich
B
um dich
C
ohne dich
D
ohne ihn
Slide 15 - Quiz
Hoe vertaal je 'durch ihn' naar het Nederlands?
A
door hem
B
door hun
C
door ons
D
door jullie
Slide 16 - Quiz
voorzetsels
Slide 17 - Slide
Wat zijn de voorzetsels met de 4e naamval?
A
ohne - durch - vor
B
für - um - entlang
C
an - bis - entlang
Slide 18 - Quiz
Wat zijn de voorzetsels met de 4e naamval?
A
durch - um - bis
B
entlang - bis - hinter
C
entlang - um - auf
Slide 19 - Quiz
Wat zijn de voorzetsels met de 4e naamval?
A
für - aus - mit
B
für - um - ohne
C
durch - neben - für
Slide 20 - Quiz
zinnen invullen
Slide 21 - Slide
Vul in:
Gehst du (zonder mij) ... ... nach Hause?
Slide 22 - Open question
Vul in:
Das ist etwas (voor jullie) ... ... !
Slide 23 - Open question
Vul in:
Maria bemüht sich sehr (om haar) ... ... .
Slide 24 - Open question
Vul in:
Was hat er (tegen u), ... ... Herr Maier?
Slide 25 - Open question
Vul in:
(door jou) ... ... ist die Welt so schön!
Slide 26 - Open question
Vul in:
Es geht (om ons) ... ... !
Slide 27 - Open question
Vul in:
Sind alle (tegen jullie) ... ...?
Slide 28 - Open question
Vul in:
Ich habe ein Geschenk (voor hem) ... ... gekauft.
Slide 29 - Open question
Ende der
Prüfung
Slide 30 - Slide
More lessons like this
3 h Gesundheit DU4 L1
October 2024
- Lesson with
20 slides
Duits
Secondary Education
3 h Gesundheit DU3 L1
October 2024
- Lesson with
26 slides
Duits
Secondary Education
3 havo Kapitel 2 4 les DU 4
October 2024
- Lesson with
23 slides
Duits
Secondary Education
Woensdag 15-05-2024
May 2024
- Lesson with
21 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2-4
3 havo Kapitel 2 5 les DU 4
October 2024
- Lesson with
26 slides
Duits
Secondary Education
Persoonlijke voornaamwoorden 3e + 4e naamval
February 2024
- Lesson with
15 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
HA3: Periode D: herhaling naamvallen
April 2022
- Lesson with
24 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Persoonlijke voornaamwoorden 3e + 4e naamval
May 2024
- Lesson with
15 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2