Blok 3

Blok 3
1 / 33
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Blok 3

Slide 1 - Slide

Welk getal is het antwoord?
-21
12
-18
16
-25
-4
17
-13
19
-1

Slide 2 - Drag question

Inleiding
In de wiskunde zullen we vaak werken met letters. Deze letters tellen we op of vermenigvuldigen we. Hier leggen we het vermenigvuldigen uit.
Daarna gaan we optellen en vermenigvuldigen combineren

 Je krijgt steeds eerst een stukje theorie met een aantal voorbeelden
Lees dit goed door en maak daarna de opdrachten

Je mag kladpapier gebruiken voor je berekeningen

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Vermenigvuldigen 
Vermenigvuldig alle getallen en zet de uitkomst voorop.
5a x 4 =

Zet de letters achter de getallen en haal de keer tekens er tussen weg
-2a x -3 x 2a =
Antwoord
De getallen vermenigvuldigen 5 x 4 = 20
en de letter a blijft 
geeft 20a
Antwoord
min keer min = plus
2 x 3 x 2 = 12
a x a = a²
geeft 12a²

Slide 5 - Slide

5a x 3 =
A
8a
B
15 a
C
kan niet

Slide 6 - Quiz

3a x 6a =
A
9a²
B
18a
C
18a²
D
kan niet

Slide 7 - Quiz

-2b x 4b =
A
-8b
B
-8b²
C
8b
D
8b²

Slide 8 - Quiz

-6c x -3c =
A
-9c
B
18c
C
18c²
D
-18c²

Slide 9 - Quiz

10a x -2 =

Slide 10 - Open question

3a x 4 x a x 2

Slide 11 - Open question

14d x 0 x 17d =

Slide 12 - Open question

-c x 4 x 2c =

Slide 13 - Open question

Vul in: 6a² = 3a x .....

Slide 14 - Open question

maak de opgaven af
15c = 3c x  ....

25c² = -5c x ....

81c² = 9c² x ....

-45c = -9 x ...

36c² = 4c x ....
9c
9
5
5c
-5c

Slide 15 - Drag question

Tussenstand
We kunnen nu optellen en vermenigvuldigen met letters
Nu gaan we optellen en vermenigvuldigen combineren

Eerst nog even een samenvatting van de theorie
met een aantal voorbeelden
Lees dit goed door en maak daarna de opdrachten

Je mag kladpapier gebruiken voor je berekeningen

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

7a x 3 + 4a =
A
21a² + 4a
B
25a
C
14a
D
25a²

Slide 19 - Quiz

2d x 5d + 7d =
A
10d² + 7d
B
17d
C
17d²
D
14d

Slide 20 - Quiz

2 x 6a - 3a x 3 =
A
21a
B
12a
C
3a
D
3a²

Slide 21 - Quiz

5p x 3p - 5p x -1 =
A
15p² + 5p
B
13p
C
20p
D
20p²

Slide 22 - Quiz

- 6t² + - 3t x 2t
A
-6t² - 6t²
B
-18t
C
- 12t²
D
-12t

Slide 23 - Quiz

(3a + 2a) x 2a =
A
10a²
B
10a
C
12a²
D
12a

Slide 24 - Quiz

-6a + 6a =
A
-12 a
B
12 a
C
12
D
0

Slide 25 - Quiz

Welk antwoord hoort erbij?
3a + 2 + 8a + 1 =
10a + 5 - 5a + 4 =
3a x 2 + 8a x 1 =
10a x 5 - 5a x 4 =
11a + 3
5a + 9
14a
30a
5a + 1
24

Slide 26 - Drag question

8 x 3a + 5 x 2a

Slide 27 - Open question

5 x 2b + 10 x 3b =

Slide 28 - Open question

4c x 3 + 2 x 3c =

Slide 29 - Open question

5e x 2 + 10 x 3f =

Slide 30 - Open question

5 x 3a + 8a x 4 =

Slide 31 - Open question

Welk getal is het antwoord?
21
12
18
34
25
6
27
13
37
1

Slide 32 - Drag question

Klaar!

Slide 33 - Slide