What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Zinsdelen benoemen
Doel van de les:
We gaan herhalen hoe je het onderwerp, lijdend voorwerp en het meewerkend voorwerp in een zin kunt vinden.
1 / 18
next
Slide 1:
Slide
Taal
Basisschool
Groep 8
This lesson contains
18 slides
, with
interactive quizzes
and
text slide
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Doel van de les:
We gaan herhalen hoe je het onderwerp, lijdend voorwerp en het meewerkend voorwerp in een zin kunt vinden.
Slide 1 - Slide
Hoe vind ik de persoonsvorm in de zin?
Slide 2 - Open question
Hoe vind ik het onderwerp in de zin?
Slide 3 - Open question
Hoe vind ik het meewerkend voorwerp in de zin?
Slide 4 - Open question
Wat is de persoonsvorm in deze zin:
Wij gaan morgen naar het zwembad.
A
zwembad
B
wij
C
gaan
D
morgen
Slide 5 - Quiz
Wat is het onderwerp in deze zin:
Overmorgen geven de neefjes het cadeau aan mijn tante.
A
mijn tante
B
de neefjes
C
geven
D
Overmorgen
Slide 6 - Quiz
Wat is het meewerkend voorwerp in deze zin:
Wil je hem dat boek even geven?
A
hem
B
dat boek
C
geven
D
Wil
Slide 7 - Quiz
Wat is de bepaling van tijd in deze zin:
Eergisteren zijn we naar de bioscoop geweest.
A
de bioscoop
B
zijn geweest
C
we
D
Eergisteren
Slide 8 - Quiz
Wat is de bep. van plaats in deze zin:
Maarten heeft in de winkel een blauwe fiets gekocht.
A
Maarten
B
in de winkel
C
een blauwe fiets
D
heeft gekocht
Slide 9 - Quiz
Wat is het gezegde in deze zin:
Mijn broer heeft een cadeau voor mijn moeder gekocht.
A
heeft
B
gekocht
C
heeft gekocht
D
heeft een cadeau gekocht
Slide 10 - Quiz
Wat is het lijdend voorwerp in deze zin:
Jasper leent zijn potlood aan Julia.
A
Jasper
B
zijn potlood
C
leent
D
aan Julia
Slide 11 - Quiz
Wat is het onderwerp in deze zin:
Wij gaan morgen naar het zwembad.
Slide 12 - Open question
Wat is de bepaling van tijd in deze zin:
Overmorgen geven de neefjes het cadeau aan mijn tante.
Slide 13 - Open question
Wat is het meewerkend voorwerp in deze zin:
Wil je mij dat boek even geven?
Slide 14 - Open question
Wat is de bep. van plaats in deze zin:
Eergisteren zijn we naar de bioscoop geweest.
Slide 15 - Open question
Wat is het lijdend voorwerp in deze zin:
Mijn broer heeft een cadeau voor mijn moeder gekocht.
Slide 16 - Open question
Wat is de persoonsvorm in deze zin:
Mijn broer heeft een cadeau voor mijn moeder gekocht.
Slide 17 - Open question
Wat is het gezegde in deze zin:
Jasper leent zijn potlood aan Julia.
Slide 18 - Open question
More lessons like this
Thema 6: hoofdvormen werkwoorden en meewerkend voorwerp.
May 2022
- Lesson with
44 slides
Taal
Primary Education
herhaling zinsontleden ow wg lv mv bp
September 2023
- Lesson with
42 slides
Taal
Basisschool
Groep 8
SMS klas 5; het lijdend voorwerp thema 3.
March 2022
- Lesson with
49 slides
Taalles
Primary Education
Age 10,11
zinsdelen quiz
13 days ago
- Lesson with
29 slides
LessonUp
Primary Education
Lower Secondary (Key Stage 3)
Upper Secondary (Key Stage 4)
Groep 7 thema 6, week 3, herhaling voor de toets
May 2021
- Lesson with
35 slides
Taal
Primary Education
Zinsontleding
November 2022
- Lesson with
14 slides
Meewerkend voorwerp
March 2020
- Lesson with
21 slides
Taal
Basisschool
Groep 7
NL blok 4 - week 10 - les 1: hh meew. vw. + bijw. bp.
March 2021
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1