Health - leerjaar 2 les 3 - Leefstijl en voeding

Leefstijl
                                        Les 3
1 / 34
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Leefstijl
                                        Les 3

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Wat is leefstijl?

Slide 3 - Open question

Waar denk jij aan bij een gezonde leefstijl?
                                 
timer
0:30
Gezonde leefstijl?

Slide 4 - Mind map

Gezond of toch niet?: Sleep de antwoorden!
timer
0:30
Gezond
Ongezond
Teveel sporten
Weinig nachtrust
Gevarieerde voeding
Fastfood
Teveel beeldscherm
Elke dag naar buiten
Suikervrije dranken
Weinig groente en fruit

Slide 5 - Drag question

Leefstijl
Is de manier waarop je leeft.
Familie en vrienden (omgeving).
Gewoontes (BRAVO).
- Bewegen
- Roken
- Alcohol
- Voeding
- Ontspanning

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Waarom is bewegen gezond?

Slide 8 - Slide

Wat gebeurt er als je een ongezonde leefstijl hebt?

Slide 9 - Open question

Leefstijlziekten
Wat gebeurt als je een ongezonde leefstijl hebt?
Symptomen (klachten) – ziekte – medicijnen – bijwerkingen
V
OORKOMEN door gezond te leven, dan zijn medicijnen niet nodig.

Een leefstijlziekte is een ziekte die je krijgt door een ongezonde leefstijl.

Diabetes type 2, hart- en vaatziekten (hoge bloeddruk, hartinfarct, beroerte), sommige vormen van kanker (huid, lever, long), obesitas.

Slide 10 - Slide

Hoe zorg je voor een goede lichamelijke conditie?

Slide 11 - Open question

Goede lichamelijke conditie
Door gezond te leven, houd je een goede lichamelijke conditie.
Je houdt een goede lichamelijke conditie door:
Gezond en gevarieerd te eten.
Genoeg te bewegen - zorg dat je elke dag minimaal een uur beweegt.
Genoeg te slapen – 8 tot 10 uur per nacht.
Regelmatig te relaxen – lol maken, pauze houden.

Slide 12 - Slide

Sporten vergroot de belastbaarheid van mijn gewrichten en spieren?
timer
0:30
Juist
Onjuist

Slide 13 - Poll

Je moet zoveel en zwaar mogelijk sporten?
timer
0:30
Juist
Onjuist

Slide 14 - Poll

Door alleen te sporten, maar niet op je voeding te letten val je af?
timer
0:30
Juist
Onjuist

Slide 15 - Poll

Sporten vermindert depressies?
timer
0:30
Juist
onjuist

Slide 16 - Poll

Alle sporters hebben sportdrankjes nodig?
timer
0:30
Juist
Onjuist

Slide 17 - Poll

Elke dag minimaal een half uur bewegen is gezond?
timer
0:30
Juist
Onjuist

Slide 18 - Poll

Herstel en rust zijn net zo belangrijk als de training zelf?
timer
0:30
Juist
Onjuist

Slide 19 - Poll

Door te sporten wordt je weerbaarder tegen ziektes?
timer
0:30
Juist
Onjuist

Slide 20 - Poll

Wie van deze twee mannen is een sprinter rechts of links?

Slide 21 - Slide

Wie van deze twee vrouwen heeft meer spiermassa, rechts of links?

Slide 22 - Slide

Voordelen 
gezonde voeding.

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Video

timer
0:30
Voordelen gezond eten?

Slide 25 - Mind map

Gezond eten en meer bewegen heeft als gevolg?
A
Dat je langer kan worden
B
Stress
C
Een gezond gewicht
D
Hoge bloeddruk

Slide 26 - Quiz

Een goede voeding met veel vitamines en mineralen is goed voor?
A
Je spieropbouw
B
Je afweersysteem
C
Je mobiliteit
D
Je conditie

Slide 27 - Quiz

Gezond eten is beter voor je darmflora en zorgt voor minder?
A
Winderigheid, kramp, diarree en obstipatie
B
Afweer van je darmen
C
Energie
D
Ontlasting

Slide 28 - Quiz

Waar kan een gezond eetpatroon een positief effect op hebben?
A
Op je lengtegroei
B
Op je conditie
C
Op je huid (gelaat)
D
Op je intelligentie

Slide 29 - Quiz



10 Voordelen van gezonde voeding
  1. Gezond lichaamsgewicht
  2.  Betere afweer tegen ziektes
  3. Meer hormonaal balans
  4. Betere stoelgang
  5. Gezonder gebit
  6. Mooiere huid
  7. Betere nachtrust
  8. Meer energie
  9. Betere concentratie
  10. Gezonder oud worden

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Eindopdracht: Gezond weekmenu
Gebruik hierbij de schijf van vijf, zorg dat je elke dag voor alle vakken voedingsmiddelen uitkiest.
Denk goed na over de keuzes die je moet maken, en welke tussendoortjes je kiest.
Zorg dat je elke dag iets te eten of te drinken krijgt uit alle vakken.
Op de volgende slide zie je een voorbeeld van een dagmenu, dit maak je nu zelf voor elke dag van de week en lever je in. 
Verwerk dit in je lapboek

Slide 32 - Slide

Een dagmenu
Ontbijt
Yoghurt, cruesli, verse sinaasappelsap.
Tussendoor
Glas water, plak ontbijtkoek.
Lunch
Twee bruine boterhammen met boter en kipfilet. Banaan. Een glas melk.
Tussendoor
Thee en een biscuitje.
Avondeten
Wortels, gebakken aardappels en een hamburger. Yoghurt met aardbeiden. Glas water.
Tussendoor
Thee, tien pepernoten. Een appel

Slide 33 - Slide

Aan de slag met je lapbook.

Slide 34 - Slide