4.3 Spelen met licht

4.3 Spelen met licht
Spoorboekje

Kort kennis ophalen 

Uitleg over schaduw




Lesdoel:
Ik kan verschillende schaduwen onderscheiden. 

Ik kan schaduw van een voorwerp tekenen




Pen 
Boek
Schrift
1 / 53
next
Slide 1: Slide
MMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

This lesson contains 53 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

4.3 Spelen met licht
Spoorboekje

Kort kennis ophalen 

Uitleg over schaduw




Lesdoel:
Ik kan verschillende schaduwen onderscheiden. 

Ik kan schaduw van een voorwerp tekenen




Pen 
Boek
Schrift

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Waarom is een blauwe spijkerbroek blauw?
Wit (zon)licht bevat alle kleuren van de regenboog

Op een blauw voorwerp weerkaatst alleen het blauwe licht

De andere kleuren worden opgenomen. Dat heet absorberen

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Link

Aan de slag
Kader 
Leesboek: 4.3
vanaf blz. 93

Werkboek: vanaf blz. 21

Opdracht: 
Basis

Leerwerkboek: blz. 32
vanaf 4.3

Opdracht:
Huiswerk

Slide 5 - Slide

Licht weerkaatsing
-Teken een voorwerp
-Teken een oog
-Teken (wit)lichtstralen
-Geef aan welke kleur je voorwerp heeft
-Geef aan welke kleur er 
  weerkaatst naar je oog
Pen/potlood
Liniaal
Schrift

Slide 6 - Slide

Schaduw
Doorzichtige voorwerpen geven geen schaduw.

Kernschaduw: Schaduw direct achter het voorwerp.

Halfschaduw: Schaduw die van binnen naar buiten steeds lichter wordt.

Slide 7 - Slide

Schaduw tekenen
Pen/potlood
Liniaal
Schrift

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Link

Slide 10 - Link

Waarom is een blauwe spijkerbroek blauw?
Wit (zon)licht bevat alle kleuren van de regenboog

Op een blauw voorwerp weerkaatst alleen het blauwe licht

De andere kleuren worden opgenomen. Dat heet absorberen

Slide 11 - Slide

Spiegelen
Verstrooiing: Het licht wordt in willekeurige richtingen teruggekaatst

Spiegelen: Het licht wordt in 1 richting teruggekaatst

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Wat gebeurd er met het beeld in je 
oog?
Op je netvlies ontstaat een beeld:
- Kleiner
- Op de kop 
- Spiegelbeeld

In je oog zit een bolle lens. 
De lens kan van vorm veranderen: bijna plat--> bol


Slide 14 - Slide

Aan de slag
Kader 
Leesboek: 4.3
vanaf blz. 93

Werkboek: vanaf blz. 21

Tot einde paragraaf
Basis

Leerwerkboek: blz. 32
vanaf 4.3

Tot einde paragraaf
Huiswerk

Slide 15 - Slide

4.4 Spiegelen en beeld
Spoorboekje
Kort kennis terughalen

spiegelen

ogen

Aan de slag









Lesdoel:
Ik begrijp wat er met licht gebeurd als het op een spiegel valt en kan dit tekenen. 

Ik begrijp en kan laten zien hoe een beeld ontstaat binnen je oog. 







Pen 
Boek
Schrift

Slide 16 - Slide

Aan de slag
Kader

Leesboek: 4.4 

Opdrachtenboek: 4.4
Opdracht 1 t/m 10
Basis

Leerwerkboek: Blz. 39
vanaf 4.4

Opdracht: 1 t/m 14
Huiswerk

Slide 17 - Slide

Spiegelen
Verstrooiing: Het licht wordt in willekeurige richtingen teruggekaatst

Spiegelen: Het licht wordt in 1 richting teruggekaatst

Slide 18 - Slide

timer
10:00

Slide 19 - Slide

Wat gebeurd er met het beeld in je 
oog?
Op je netvlies ontstaat een beeld:
- Kleiner
- Op de kop 
- Spiegelbeeld

In je oog zit een bolle lens. 
De lens kan van vorm veranderen: bijna plat--> bol


Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

Aan de slag
Kader

Leesboek: 4.4 

Opdrachtenboek: 4.4


Afmaken paragraaf 4
Basis

Leerwerkboek: Blz. 39
vanaf 4.4



Afmaken paragraaf 4
Huiswerk

Slide 23 - Slide

4.5 Filmen met je ogen 
Spoorboekje

Stil lezen 4.5

Uitleg

Simulatie lenzen

Zelfstandig werken 4.5







Lesdoel:
Ik ken het verschil tussen een holle en een bolle lens.

Ik kan een beeld op een scherm tekenen.



Pen 
Boek
Schrift

Slide 24 - Slide

Lezen
Kader: 
Leesboek blz. 99
Basis:
Boek B blz. 47
Bolle lens: Positieve lens

Holle lens: Negatieve lens

Slide 25 - Slide

Lezen
Kader: 
Leesboek blz. 100+101
Basis:
Boek B blz. 48+49
Beeld: op het scherm ontstaat een beeld

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Link

Slide 28 - Slide

Aan de slag
Kader 

Leesboek: 4.5
vanaf blz. 99

Werkboek: vanaf blz. 


Basis

Leerwerkboek: 47
vanaf 4.5


Huiswerk

Slide 29 - Slide

Licht
Spoorboekje

Oefentoets

Lesson up 

Laatste les




Lesdoel:
Ik kan vragen beantwoorden uit de laatste drie paragrafen. 




Pen 
Boek
Schrift

Slide 30 - Slide

Oefentoets
De oefentoets heeft 3 vragen. 

Maak de oefentoets in stilte.

We hebben 10 minuten de tijd. 

Gebruik een potlood en geodriehoek (of liniaal als je die niet hebt)

Klaar? Lever hem in met je naam erop.

Slide 31 - Slide

1                     2                    3

Slide 32 - Slide

Om de schaduw groter te maken
verplaats ik het poppetje...
A
...naar voren
B
...naar achteren

Slide 33 - Quiz

Wit zonlicht schijnt op een gele deur. Welke kleur wordt er weerkaatst naar mijn ogen?
A
Wit
B
Rood
C
Geel

Slide 34 - Quiz

Welke twee poppetjes geven
de kleinste schaduw?
A
1 en 6
B
3 en 4
C
1 en 2
D
5 en 6

Slide 35 - Quiz

Het beeld dat je in de plas
ziet is een voorbeeld van...
A
spiegelen
B
verstrooiing

Slide 36 - Quiz


A
A
B
B
C
C

Slide 37 - Quiz


A
1 en 3 zijn bolle lenzen 2 en 4 zijn holle lenzen
B
1 en 2 zijn holle lenzen 3 en 4 zijn bolle lenzen
C
1 en 4 zijn bolle lenzen 2 en 3 zijn holle lenzen
D
1 en 2 zijn bolle lenzen 3 en 4 zijn holle lenzen

Slide 38 - Quiz

Hoek van inval=hoek van . . .

Slide 39 - Slide


A
Rechtop
B
op de kop

Slide 40 - Quiz

Groen wordt weerkaatst, wat gebeurd er
met de rest van de kleuren?
A
Die worden geabsorbeerd
B
Wie worden ook weerkaatst
C
Die verdwijnen

Slide 41 - Quiz

Hoe heet de zwarte stip
waar alle lichtstralen
samen komen?
A
Punt
B
Brandpunt
C
Sterkte punt
D
Beeldpunt

Slide 42 - Quiz

Welke lens buigt de
lichtstralen beter af?
A
1
B
2

Slide 43 - Quiz


A
2 en 3 zijn allebei bolle lenzen
B
2 en 3 zijn allebei holle lenzen
C
2 is een holle lens en 3 is een bolle lens
D
2 is een bolle lens en 3 is een holle lens

Slide 44 - Quiz

Mens & natuur 

Slide 45 - Slide

Slide 46 - Slide

Slide 47 - Slide

Slide 48 - Slide

Slide 49 - Slide

Toetsvoorbereiding
Spoorboekje

Toetsvragen verzinnen

Hoe ziet de toets eruit?

Blooket






Lesdoel:
Door zelf toetsvragen te bedenken bereid ik mezelf voor op de toets

Ik weet wat ik kan verwachten op de toets.



Pen 
Boek
Schrift

Slide 50 - Slide

Zelf toetsvragen maken
Je bedenkt per paragraaf (4.3 4.4 4.5) twee toetsvragen. 

Deze schrijf je op het werkblad

Na . . . minuten geef je de vragen aan je buurman of buurvrouw. 
Gebruik hierbij:
boek
werkblad
pen

Slide 51 - Slide

Hoe ziet de toets eruit?
PARAGRAAF 4.3 4.4 4.5

Op papier

Tekenen is belangrijk

(Geo driehoek, potlood en gum, pen)

Slide 52 - Slide

Klaar?
Werk aan de test jezelf in je werkboek.

Basis
Blz. 37  44   51
Kader
Blz. 35 + 36 (werkboek)

Slide 53 - Slide