This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Ontwikkeling en activiteiten les 4
Slide 1 - Slide
Lesdoelen
Je kunt uitleggen waarom mensen activiteiten (willen) doen
Je kunt toelichten wat ontwikkelingsgerichte activiteiten zijn
Je kunt voorbeelden beschrijven van activiteitenprogramma's in het pedagogisch werk
Slide 2 - Slide
Het programma
Terugblikken naar les 3
Uitleg activiteiten
Uitwerking casussen
Werken aan doelgroepen ideeënboek
Slide 3 - Slide
Wat zijn vaste activiteiten?
A
Activiteiten die je op stage uitvoert
B
Activiteiten die deel uitmaken van het onderwijs
C
Activiteiten die je uitvoert met een doel
D
Wat dagelijkse activiteiten zijn, hoeven we nauwelijks uit te leggen. Het gaat om vaste activiteiten die deel uitmaken van het dagelijks leven.
Slide 4 - Quiz
Wat is een doelgerichte activiteit?
A
Activiteiten die je uitvoert met alleen kinderen op stage
B
Bij doelgerichte activiteiten streef je een bepaalde gedragsverandering na
C
Activiteiten die je uitvoert voor de ontwikkeling van kinderen
D
Doelgerichte activiteiten zijn activiteiten waar je iets mee wil bereiken
Slide 5 - Quiz
Welke soorten activiteiten ken je nog meer?
Slide 6 - Mind map
Waarom doen mensen activiteiten?
Activiteiten maken een belangrijk deel uit van het leven. Niets doen leidt tot verveling. Van niets doen word je niet gelukkig
Het doen van activiteiten is dus erg belangrijk voor je welzijn.
Slide 7 - Slide
Waarom activiteiten in het pedagogisch werk?
Kinderen willen zich ontwikkelen.
Activiteiten helpen daarbij. Sterker: zonder activiteiten geen ontwikkeling.
Slide 8 - Slide
Ontwikkelingsgerichte activiteiten
Hoe verloopt de motorische ontwikkeling bij een baby, welke fasen zijn er in de taalontwikkeling? En wat zijn mogelijkheden bij een kind van 6, van 10, van 12 jaar? Maar daarmee alleen ben je er niet. Het is ook nodig dat je kinderen en jongeren goed kunt observeren.
Slide 9 - Slide
Brede ontwikkeling
Ontwikkelingsgerichte activiteiten zijn activiteiten die de brede ontwikkeling van de kinderen of jongeren stimuleren.
Brede ontwikkeling omvat: de cognitieve ontwikkeling, de lichamelijke ontwikkeling, de sociale en emotionele ontwikkeling en ook de creatieve en culturele ontwikkeling.
Slide 10 - Slide
Dit zijn geen ontwikkelingsgerichte activiteiten
Slide 11 - Slide
ontwikkelingsgerichte activiteit
Slide 12 - Slide
opdracht
Bedenk zelf een activiteit die minimaal drie ontwikkelingsgebieden stimuleert voor kinderen van 4 tot 6 jaar.
Schrijf de activiteit en de ontwikkelingsgebieden op met een korte uitleg erbij.
Slide 13 - Slide
Antwoord:
Een stiltespel (kind met ogen dicht in het midden van de kring, moet raden hoeveel kinderen op aanwijzing van de spelleider héél zachtjes achter hem/haar zijn gaan zitten) in het speellokaal.
Sociale ontwikkeling: samen met elkaar iets doen.
Zintuiglijke ontwikkeling: luistervaardigheid.
Motorische ontwikkeling: op de tenen lopen, zachtjes lopen, sluipen.
Slide 14 - Slide
Activiteitenprogramma
In het pedagogisch werk is sprake van een vaste dagindeling. Of je nu met peuters of met pubers werkt, er staat vast wanneer wat op het programma staat. Ook welke activiteiten je doet, staat vast.
Slide 15 - Slide
Dagprogramma
Een dag kun je indelen van het moment dat kinderen binnenkomen tot aan het moment dat kinderen weggaan.
Hoe zit het dagprogramma er bij jou op stage uit? Schrijf dit op
timer
10:00
Slide 16 - Slide
Weekprogramma
Door te werken met een weekprogramma, voorkom je een eenzijdig activiteitenaanbod. Je kunt erop letten dat op verschillende dagen verschillende activiteiten aan bod komen.
Slide 17 - Slide
Jaarprogramma
Aan het begin van een nieuw schooljaar zet je in grote lijnen uit wat het programma gaat worden.
In de loop van het jaar vul je de verdere details in. Een goede manier om het jaar in te vullen, is werken met thema's.
Ook belangrijke evenementen neem je erin op, denk aan Kinderboekenweek, voorleesontbijt,