Les 3 - Methodisch werken

Welkom! 
Les drie van de cursus methodisch werken. 

Huiswerk mee? Microfoon uit? Dan kunnen we beginnen! 
1 / 15
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom! 
Les drie van de cursus methodisch werken. 

Huiswerk mee? Microfoon uit? Dan kunnen we beginnen! 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Programma
  • Nabespreken huiswerk 
  • Quiz (herhaling theorie)
  • Theorie: methodische
      cyclus 
  • Afsluiting 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen 
  • Je kunt uitleggen hoe je een plan opstelt 
  • Je kunt benoemen wat de uitvoeringsfase is 
  • Je kunt uitleggen hoe je evalueert binnen de methodische
      cyclus

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Nabespreken huiswerk 
  • Hoe was het om deze opdracht uit te voeren? 
  • Wat heb je geleerd over de
    ander? Wat wist je nog niet? 
  • Hoe kan je dit toepassen bij het begeleiden van cliënten? 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

1. Waar staat de afkorting SMART voor?

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

2. De eerste stap in de methodische cyclus is.......
A
Doelen formuleren
B
Een plan maken
C
SMART doelen opstellen
D
Beginsituatie beschrijven

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

3. Een methode is een vaste, doordachte manier van werken om een bepaald doel te bereiken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

4. Methodisch werken heeft vier kenmerken. Methodisch werken is:
A
Doelgericht, planmatig, procesmatig en bewust
B
Planmatig, procesmatig, bewust en SMART.
C
Doelgericht, planmatig, procesmatig en onbewust.
D
Planmatig, bewust, SMART en via een methode.

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

5. Wat doe je als je de beginsituatie van de cliënt gaat vaststellen? (stap 1)

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

6. Wat doe je bij stap 2, ondersteuningsvraag beschrijven?
A
Informatie verzamen over de cliënt om te bepalen hoe ze geholpen kunnen worden om vervolgens een plan van aanpak te schrijven.
B
Vaststellen wat de cliënt nodig heeft om zijn doel te bereiken, welke middelen en stappen genomen moeten worden om de cliënt te ondersteunen.
C
Het formuleren van een doel om het cliënt te helpen, die SMART beschreven moet worden.
D
Beschrijven wat het probleem van de cliënt is.

Slide 10 - Quiz

het duidelijk definiëren van de specifieke hulpbehoeften van de leerling. Dit houdt in dat we precies vaststellen wat de leerling nodig heeft om zijn doel te bereiken, welke middelen en methoden daarbij ingezet zullen worden, en welke stappen genomen moeten worden om de leerling effectief te ondersteunen.
3. Plan maken 
Hoe wil je naar het doel toewerken? Dit beschrijf je in het plan van aanpak. Daarin staat langs welke stappen het doel bereikt wordt. 

Dit plan is een soort handleiding waardoor iedereen met dit plan aan de slag kan gaan. 

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

4. Uitvoeren 
  • Je voert het plan uit
  • Je houdt in de gaten of het plan goed aansluit bij de cliënt 
  • Indien nodig pas je het plan aan. 
  • Cliënt staat centraal. 
  • Verandering en aanpassingen goed rapporteren 

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

5. Evalueren 
"Evalueren is het tussentijds of achteraf beoordelen van een activiteit of handeling op vooraf gestelde criteria. " 

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

  • Productevaluatie: zijn de doelen bereikt?
  • Procesevaluatie: gericht op het proces. Hoe is er samengewerkt? Is de juiste begeleiding gekozen?


Vraag: welke product- en welke procesvraag zou je kunnen stellen als we deze les evalueren? 

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Afsluiting 
  • Zijn de lesdoelen behaald? 
  • Vragen/opmerkingen? 

Tot volgende week! 

Slide 15 - Slide

This item has no instructions