Leesvaardigheid (argumentatie)

1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
Tekstdoelen, tekstsoorten, tekstvormen
Hoofdzaken en bijzaken
Signaalwoorden en tekstverbanden
Functies
Argumentatie (meningen, feiten, argumentatiestructuur)

Slide 3 - Slide

Je kent verschillende vormen van argumentatiestructuur:
enkelvoudig, meervoudig, nevenschikkend en onderschikkend
Je kunt standpunt en argument onderscheiden in een eenvoudige tekst.
Je kunt op basis van een tekst een argumentatiestructuur herkennen, benoemen en invullen.
Pimp your memory
Uitleg + 2 sleepvragen
Sleepvraag (+ zelfstandig oefenen in de methode NN)
Zelfstandig leren

Slide 4 - Slide

Argumentatie-structuur

Slide 5 - Slide

Soms is het lastig om het standpunt en het argument van elkaar te onderscheiden in een tekst.

Want en daarom zijn handige hulpmiddelen om het verschil te zien.

Slide 6 - Slide


1

2


3

Het is onaanvaardbaar dat hij een voldoende krijgt.
Hij heeft plagiaat gepleegd.
Iedereen zou per direct moeten stoppen met roken.
Roken is ontzettend slecht voor de gezondheid.
Iedereen zou The Hate U Give moeten lezen.
Je ervaart dan de grote rol die racisme nog in de VS heeft.

Slide 7 - Drag question

Enkelvoudig
De eenvoudigste vorm van argumentatie. Een standpunt dat onderbouwd wordt door één argument.

Let op: blijf nagaan wat het standpunt is en wat het argument.

Slide 8 - Slide

Nevenschikkend
Twee of meer argumenten hebben elkaar nodig om het standpunt te onderbouwen. 

Slide 9 - Slide

Nevenschikkend
Een schrijver gebruikt meerdere argumenten. 
Het festival Welcome to the Village was vorige maand niet leuk.
Ondanks de hitte was er helemaal geen schaduwplek.
Er was geen gratis drinkwater.

Slide 10 - Slide

Onderschikkend
Je geeft niet alleen een argument, maar je geeft ook nog een uitleg of toelichting waarom dat argument klopt.

Slide 11 - Slide

Onderschikkend
Je geeft niet alleen een argument, maar je geeft ook nog een uitleg of toelichting waarom dat argument klopt. (ondersteunend argument)
Het is belangrijk om huiswerk te maken.
Alleen door te oefenen zet je de stap van kennen naar kunnen.
Je brein heeft training nodig om de leerstof te begrijpen.

Slide 12 - Slide

Combinatie

Slide 13 - Slide

A Zij heeft ruim voldoende ervaring in het basisonderwijs.

B Deze sollicitante is zeker geschikt voor die functie van hoofdonderwijzer.

C De school wilde het aantal vrouwelijk collega’s vergroten.

D Ruime ervaring is nodig voor deze functie.

E Zij is een vrouw.

F Zij past goed in de samenstelling van het team wat betreft leeftijd.

A
B
C
D
E
F

Slide 14 - Drag question

Samenwerken mag (maar fluisterend)
Leer van en met elkaar
Extra uitleg en/of uitdaging nodig?
Cambiumned - theorie - argumentatie
Bekijk het filmpje in NN

Aan de slag
Maak opgave 1 t/m 3 van H3 NN Lezen Argumentatie

Let op: je kijkt zelf je antwoorden na. Wees kritisch, nieuwsgierig en leergierig.

Slide 15 - Slide

Waar sta jij nu?
Ik ken het verschil tussen argument en standpunt en ik ken de argumentatie-schema's
Ik kan de inhoud van een eenvoudige tekst in een argumentatieschema plaatsen.
Ik kan zelf een argumentatieschema op de juiste manier aanvullen.
Ik kan zelf een argumentatie opbouwen volgens verschillende argumentatie-schema's.
Ik ken de termen die horen bij argumentatieleer (nog) niet voldoende om het te kunnen toepassen.

Slide 16 - Poll