Leesvaardigheid (argumentatiestructuren)

1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wanneer voel jij je vogelvrij?

Slide 2 - Slide

voorkennis activeren
informeren
uitproberen
zelfstandig leren

Slide 3 - Slide

Bereid je slim voor
Je moet de begrippen kennen
Om ze correct te kunnen herkennen en benoemen in oefenopgaven uit de module.
Daardoor kun je de theorie vervolgens met vertrouwen en op de juiste manier toepassen in een hele tekst.
Zodat je zowel binnen als buiten de lessen Nederlands meer begrijpt, beter begrepen wordt én meer invloed hebt.

Slide 4 - Slide

Sleep de signaalwoorden naar de bijbehorende tekstverbanden.
Let op: leer de tekstverbanden goed 
opsommend
tegenstellend
tijdsvolgorde (temporeel)
oorzaak-gevolg
toelichtend / voorbeeld
redengevend
voorwaardelijk
een andere
hoewel
voordat
hierdoor
bijvoorbeeld
tenzij
namelijk
want
als
toch
daarnaast
zoals bij
zodat
totdat
echter
indien

Slide 5 - Drag question

Een goede manier om dierenleed te voorkomen, is enkele dagen per week vegetarisch te eten.
Als je je leven lang vegetarisch eet, worden gemiddeld 900 dieren niet voor jou geslacht.
Vegetarisch eten is beter voor het milieu. Zo stoot één koe net zoveel broeikasgassen uit als één auto die 1,5 keer rond de aarde rijdt.
De transitie naar meer plantaardig eten is voor sommigen lastig door onwetendheid over vleesvervangende maaltijden.
Plaats hier de tekstverbanden die niet in de tekstfragmenten voorkomen.
doel-middel
voorwaarde
oorzaak-gevolg
voorbeeld / toelichting
opsomming
chronologie / tijd
tegenstelling

Slide 6 - Drag question

Je kent verschillende vormen van argumentatiestructuur:
enkelvoudig, meervoudig, nevenschikkend en onderschikkend
Je kunt standpunt en argument onderscheiden in een eenvoudige tekst.
Je kunt op basis van een tekst een argumentatiestructuur herkennen, benoemen en invullen.
Uitleg + 2 sleepvragen
Sleepvraag
Zelfstandig leren

Slide 7 - Slide

Wat is het verschil tussen een standpunt en een argument?
Wat is het standpunt en het belangrijkste argument in onderstaande tekst?

Tegenwoordig kan bijna alles digitaal. Een papieren agenda is overbodig. In een online agenda op je telefoon kun je een planning en afspraken kwijt en je krijgt een reminder.
Hieronder staat een enkelvoudige argumentatie. Maak er een onderschikkende argumentatie van.

Leerlingen ervaren een grote toetsdruk, daarom moeten docenten minder cijfers geven.
,


Wat is jouw mening over het lezen van boeken. Zorg voor een goede argumentatie. Gebruik signaalwoorden om het verband aan te geven.


Slide 8 - Slide

Argumentatie-structuur

Slide 9 - Slide

Soms (vaak) lastig om het standpunt en het argument van elkaar te onderscheiden in een tekst.

Want en daarom zijn handige hulpmiddelen om het verschil te zien.

Slide 10 - Slide

1

2

3

4

We hebben al heel lang niet geshopt.
Laten we naar de stad gaan.
Het is onaanvaardbaar dat hij een voldoende krijgt.
Hij heeft plagiaat gepleegd.
Iedereen zou per direct moeten stoppen met roken.
Roken is ontzettend slecht voor de gezondheid.
Iedereen zou The Hate U Give moeten lezen.
Je ervaart dan de grote rol die racisme nog in de VS heeft.

Slide 11 - Drag question

Enkelvoudig
De eenvoudigste vorm van argumentatie. Een standpunt dat onderbouwd wordt door één argument.

Let op: blijf nagaan wat het standpunt is en wat het argument.

Slide 12 - Slide

Meervoudig
De losse argumenten hebben niets met elkaar te maken. Het is een opsomming van argumenten om het standpunt te onderbouwen.

Slide 13 - Slide

Meervoudig
De losse argumenten hebben niets met elkaar te maken. Het is een opsomming van argumenten om het standpunt te onderbouwen.
Het lezen van boeken is ontzettend belangrijk.
Het geeft je de kans avonturen te beleven die je anders nooit zou meemaken.
Door literatuur krijg je meer inlevingsver-mogen.

Slide 14 - Slide

Nevenschikkend
Twee of meer argumenten hebben elkaar nodig om het standpunt te onderbouwen. Los van elkaar zijn het geen geldige argumenten.
Het festival Welcome to the Village was vorige maand niet leuk.
Ondanks de hitte was er helemaal geen schaduwplek.
Ik verbrand heel snel.

Slide 15 - Slide

Onderschikkend
Je geeft niet alleen een argument, maar je geeft ook nog een uitleg of toelichting waarom dat argument klopt.

Slide 16 - Slide

Onderschikkend
Je geeft niet alleen een argument, maar je geeft ook nog een uitleg of toelichting waarom dat argument klopt.
Het is belangrijk om huiswerk te maken.
Alleen door te oefenen zet je de stap van kennen naar kunnen.
Je brein heeft training nodig om de leerstof te begrijpen.

Slide 17 - Slide

Combinatie

Slide 18 - Slide

A Zij heeft ruim voldoende ervaring in het basisonderwijs.

B Deze sollicitante is zeker geschikt voor die functie van hoofdonderwijzer.

C De school wilde het aantal vrouwelijk collega’s vergroten.

D Ruime ervaring is nodig voor deze functie.

E Zij is een vrouw.

F Zij past goed in de samenstelling van het team wat betreft leeftijd.

A
B
C
D
E
F

Slide 19 - Drag question

Leesvaardigheid in Kern (zie SOM)
(Klaar? Maak dan de aftekenopdracht uit Teams)

en/of

Creatief schrijven: jouw verhaal over Het gouden ei (let op de deadline!)

Slide 20 - Slide