H3 onderzoek doen

Hoofdstuk 3
Wetenschappelijk onderzoek
1 / 39
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Hoofdstuk 3
Wetenschappelijk onderzoek

Slide 1 - Slide

Vandaag
inleveren verslag- via Teams
herhaling 3.1 
uitleg 3.2 


Slide 2 - Slide

START
  • P84: 20 woorden leren
  • 4 pogingen 
  • Vergelijken
  • Wat heb je hiervan geleerd?

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Na hoeveel pogingen kende je minimaal 50%?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 5 - Quiz

Na hoeveel pogingen kende je meer dan 80%?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 6 - Quiz

Zet de gegevens in een grafiek
Maak nu een staafdiagram waarin je je eigen gegevens verwerkt.
Wat zet je op de X-as en wat op de Y-as en waarom?

Slide 7 - Slide

3.1 Experimenteel onderzoek
DOEL: 
-Je leert hoe je op een juiste manier een experimenteel onderzoek opzet.
-Je leert welke onderdelen er in een onderzoeksverslag moeten staan.



Slide 8 - Slide

Slide 9 - Link

Slide 10 - Link

Slide 11 - Link

3.1 Experimenteel onderzoek
Regels:
1. Controle - experiment
2. Een factor varieert 
3. De afhankelijke en de onafhankelijke variabelen zijn bekend. 

 

Slide 12 - Slide

Controle experiment
Is een experiment om mee aan te tonen dat er geen andere factoren zijn die invloed hebben op de resultaten van het experiment. 

= blanco


Slide 13 - Slide

Experiment
Doel:
causaal verband vaststellen door te laten zien dat verandering in de onafhankelijke variabele direct verantwoordelijk is voor veranderingen in afhankelijke variabele
.
--> Groeien planten sneller met muziek? 




Slide 14 - Slide

groeisnelheid

muziek

onafhankelijke variabele
afhankelijke variabele

Slide 15 - Drag question

Bedenk een variabele die constant gehouden is in beide groepen planten.

Slide 16 - Open question

Wat zet je op de X-as als je de gegevens zou uitzetten in een grafiek?
A
De groeisnelheid
B
Wel/geen muziek
C
De tijd
D
Maakt niet uit

Slide 17 - Quiz

Onthoud:



Wat je weet: x-as
Wat je meet: y-as

Wat je weet = onafhankelijke variabele

Wat je meet = afhankelijke variabele

Slide 18 - Slide

Onderzoeksverslag
  • Inleiding
  • Onderzoeksvraag
  • Materiaal en methode
  • Resultaten
  • Conclusie
  • Discussie

Slide 19 - Slide

3.1 Experimenteel onderzoek
DOEL:
-Je leert hoe je op een juiste manier een experimenteel onderzoek opzet.
-Je leert welke onderdelen er in een onderzoeksverslag moeten staan.

Slide 20 - Slide

3.2 Gegevens verzamelen en vastleggen
Leerdoel:
Je leert op welke verschillende manieren je gegevens kunt verzamelen en hoe je ze vastlegt. 

Slide 21 - Slide

3.2 Gegevens verzamelen en vastleggen
Beschrijvend onderzoek   <---> Experimenteel onderzoek
Kwantitatief onderzoek <--->  Kwalitatief onderzoek

Slide 22 - Slide

Experimenteel onderzoek
  • Er wordt een hypothese getest door een experiment.
  • Één variabele wordt veranderd en het effect daarvan wordt gemeten.
  • Conclusie wordt getrokken uit waarnemingen (resultaten)
 Beschrijvend onderzoek
  • Registreren van waarnemingen, zonder te variëren met een onafhankelijke variabele.
  • Hieruit probeer je een algemene regel te vinden

Slide 23 - Slide

Kwalitatief onderzoek:

  • Het resultaat hiervan is alleen een uitspraak.
  • Bijv. vloeibaar water kan verdampen of bevriezen.
Kwantitatief onderzoek:

  • Resultaten worden in getallen uitgedrukt.
  • Bijv. Kokend water verdampt 108x zo snel als water van 20 graden.

Slide 24 - Slide

Gemiddeld scoren leerlingen uit 2e klas tijdens een proefwerk 0,3 punten hoger dan 1e klas leerlingen.
A
Kwalitatief
B
Kwantitatief

Slide 25 - Quiz

Bevat een aardappel de voedingsstof zetmeel?

A
kwantitatief en experimenteel
B
kwantitatief en beschrijvend
C
kwalitatief en experimenteel
D
kwalitatief en beschrijvend

Slide 26 - Quiz

Welke planten komen voor in het natuurgebied 'de Veldkamp' langs de Regge?

A
kwantitatief en experimenteel
B
kwantitatief en beschrijvend
C
kwalitatief en experimenteel
D
kwalitatief en beschrijvend

Slide 27 - Quiz

Wat is het effect van temperatuur op het % ontkieming van tuinkerszaden?


A
kwantitatief en experimenteel
B
kwantitatief en beschrijvend
C
kwalitatief en experimenteel
D
kwalitatief en beschrijvend

Slide 28 - Quiz

Verwerken 3.2
Maak 3.2: 
opgave 1-2 evt.
opgave 3-5 + 7 

  

Slide 29 - Slide

3.3 gegevens presenteren
Diagrammen

Slide 30 - Slide

Soorten grafieken
  • lijndiagram
  • staafdiagram
  • histogram
  • cirkeldiagram
  • strooidiagram 
  • stapeldiagram

Slide 31 - Slide

Wat hoort bij elkaar?
verband tussen een afhankelijke en onafhankelijke variabele als beide variabelen een coninue reeks getallen zijn.
Bij geen continue reeks van de onafhankelijke variabele gebruik je deze grafiek. 
Deze gebruik je om de aantallen of percentages van de onafhankelijke variabele per groep weer te geven.
Als je twee metingen aan 1 object doet, waarbij geen sprake is van een afhankelijke en onafhankelijke variabele.
Staafdiagram
histogram
Strooidiagram
Lijndiagram

Slide 32 - Drag question

Veel metingen zijn ongeveer gelijk aan het gemiddelde en steeds minder metingen zitten verder van het midden af.


Dit histogram heeft de normale verdeling en de "breedte" daarvan blijkt makkelijk te beschrijven met de standaarddeviatie.
De standaardafwijking wordt veel gebruikt bij normale verdelingen:

Slide 33 - Slide

Gemiddelde/ Mediaan /Modus
‘Een centrummaat zegt iets over het centrum/midden van een aantal gegevens’






Spreidingsbreedte / Standaarddeviatie 
‘Een spreidingsmaat zegt iets over de opbouw van gegevens rond het centrum’  




Slide 34 - Slide

Spreidingsstreepjes
Kunnen verschillende dingen aangeven:
- standaarddeviatie
- minimale en maximale waarde
- meetonnauwkeurigheid 

Slide 35 - Slide

3.4 wetenschappelijk onderzoek
Betrouwbaar: 
- herhaalbaarheid (dus een goede methodebeschrijving)
- volgt de stappen van natuurwetenschappelijk onderzoek
- collegiale toetsing (controle door vakgenoten)

Slide 36 - Slide

Fraude

Slide 37 - Mind map

Wat is de juiste volgorde van wetenschappelijk onderzoek doen?
A
onderzoeksvraag - hypothese - materialen en methode - resultaten - conclusie - discussie
B
hypothese - onderzoeksvraag - materialen en methode - resultaten - conclusie - discussie
C
onderzoeksvraag - hypothese - materialen en methode - resultaten discussie - conclusie

Slide 38 - Quiz

Wanneer is een onderzoek valide?
A
Als het onderzoek betrouwbaar is.
B
Als het onderzoek bij herhaling hetzelfde resultaat oplevert.
C
Als de onderzoeksmethode geschikt is geweest om antwoord te krijgen op je vraag.
D
Als de resultaten overeenkomen met de hypothese

Slide 39 - Quiz