Wat weet je nog?




Wat weet je nog?!

1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson




Wat weet je nog?!

Slide 1 - Slide

Hoe vind je de pv?

Slide 2 - Open question

De persoonsvorm is 1 zinsdeel.
A
waar
B
niet waar

Slide 3 - Quiz

Het WG bestaat uit alle werkwoorden uit de zin
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quiz

De PV hoort niet bij het WG
A
goed
B
fout
C
soms wel en soms niet

Slide 5 - Quiz

De moeder van de jonge schaatser heeft veel zorgen gehad.
Het WG is:
A
zorgen
B
heeft zorgen
C
heeft zorgen gehad
D
heeft gehad

Slide 6 - Quiz

Het onderwerp van de zin vind je door de volgende vraag te stellen:
A
Wie doet het?
B
Waar + pv+ wg?
C
wie/wat+ pv?
D
Wat gebeurt er in de zin?

Slide 7 - Quiz

De coach legde de selectiespelers gisteren de nieuwe tactiek uit.
De coach =
A
onderwerp
B
meewerkend voorwerp
C
lijdend voorwerp
D
bijwoordelijke bepaling

Slide 8 - Quiz

3. Gooi je pen nooit door het lokaal!
Het OND is:
A
je
B
er is geen onderwerp
C
pen
D
het lokaal

Slide 9 - Quiz

De coach legde de selectiespelers gisteren de nieuwe tactiek uit.
De nieuwe tactiek=
A
onderwerp
B
meewerkend voorwerp
C
lijdend voorwerp
D
bijwoordelijke bepaling

Slide 10 - Quiz

Welke vraag stel je voor het LV?

Slide 11 - Open question

De coach legde de selectiespelers gisteren de nieuwe tactiek uit.
De selectiespelers =
A
onderwerp
B
meewerkend voorwerp
C
lijdend voorwerp
D
bijwoordelijke bepaling

Slide 12 - Quiz

Het kastje werd mooi opgeknapt door de kunstenaar.
Het OND is:
A
de kunstenaar
B
het kastje
C
opgeknapt
D
werd opgeknapt

Slide 13 - Quiz

Nog vaak vertellen ze sterke verhalen over hun heldendaad.
Het LV is:
A
vertellen
B
sterke verhalen over hun heldendaad
C
ze
D
over hun heldendaad

Slide 14 - Quiz

Mijn opa heeft ooit de elfstedentocht geschaatst.
Het LV is:
A
mijn opa
B
heeft
C
heeft geschaatst
D
de elfstedentocht

Slide 15 - Quiz

Welke vraag stel je voor het MV?

Slide 16 - Open question

Ik heb de concertkaarten aan mijn beste vriend gegeven.
Het MV is:
A
de concertkaarten
B
vriend
C
mijn beste vriend
D
aan mijn beste vriend

Slide 17 - Quiz

Vorige week had ik hier niet van durven dromen.
De BWB is:
A
niet
B
ik
C
had durven dromen
D
vorige week

Slide 18 - Quiz

De coach legde de selectiespelers gisteren de nieuwe tactiek uit.
Gisteren =
A
onderwerp
B
meewerkend voorwerp
C
lijdend voorwerp
D
bijwoordelijke bepaling

Slide 19 - Quiz