Week 3, les 1

Mevrouw de Cuba
1 / 15
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Mevrouw de Cuba

Slide 1 - Slide

Los objetivos
  • Weten wat plaatsaanduiding is
  • Herhaling van de persoonlijk voornaamwoord
  • Verdiepen in het onderwerp 'la casa'

Slide 2 - Slide

Programa de hoy

  • Escuchar (20 min)
  • Gramática (15 min)
  • Hablar (15 min)
  • Deberes (15 min)
  • Afsluiting van de les (5 min)

Slide 3 - Slide

Luisteren
  • Escuchar :  F leer y escuchar 
  • Hacer: Ejercicios WB p. 24 - 25 ejercicio 20 y 21 


Individual ejercicio 22

timer
20:00

Slide 4 - Slide

Plaatsaanduiding

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

De meeste voorzetsels worden gevolgd door 
'de'  + lidwoord + zelfstandignaamwoord
debajo de la caja
MAAR: entre las cajas

Slide 7 - Slide

Persoonlijk voornaamwoord
Wat zijn de persoonlijk voornaamwoorden in het Spaans?
yo                                                         ik
tú                                                          jij
él / ella /  usted                              hij / zij / u
nosotros / nosotras                    wij
vosotros / vosotras                      jullie
ellos / ellas / ustedes                  zij / u meervoud

Slide 8 - Slide

Persoonlijk vnw

Zet het juiste persoonlijk voornaamwoord neer

  1. Tú y yo
  2. Ella y tú
  3. Pedro y él
  4. María y Ana
  5. Señor López
  6. La chica

Slide 9 - Slide

Juiste antwoorden
  1. Nosotros
  2. Vosotros/as
  3. Ellos
  4. Ellas
  5. Él/ usted
  6. Ella

Slide 10 - Slide

persoonlijk voornaamwoorden
Twijfel je of je het juiste persoonlijk voornaamwoord gebruikt?


                    TIP:

Naam + yo = nosotros/as
Naam + tú = vosotros/as
Naam + naam = ellos/ellas/ustedes

Slide 11 - Slide

Hacer: 
WB p. 24 ejercicio 19 

Escribe un e-mail a un amig@ para contarle que has hecho en...

timer
15:00

Slide 12 - Slide

¡La descripción de nuestra casa!
Mi casa tiene [+ruimtes]
Mi [ruimte] es [kleur] 
Tengo [meubel of ruimte} + [kleur].
La casa de Pablo tiene..
Mi [meubel] es [kleur].

Slide 13 - Slide

¡ A trabajar!
Frases clave
Wb p. 21 - 23 
Ejercicio 16 y 17 

Hablar con tu compañero

Als je klaar bent?
Woordjes leren 1.1 & 1.2
timer
15:00

Slide 14 - Slide

  • Leren vocabulario 1.1 
  • mi casa, mi barrio, mi habitación  beschrijven in een e-mail. 
  • afmaken opdrachten van de les. 

Slide 15 - Slide