H2.3 Temperatuur

Herhaling p2.2
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Herhaling p2.2

Slide 1 - Slide

Sleep de luchtdruk naar het juiste weer



mooi weer
wisselvallig weer 
lage luchtdruk
hoge luchtdruk

Slide 2 - Drag question

Manometer
Barometer

Slide 3 - Drag question

670 mbar = ... Pa
A
6700 Pa
B
670 000 Pa
C
67 000 Pa
D
6 700 000 Pa

Slide 4 - Quiz

97 500 Pa = ... kPa
A
9,75 kPa
B
97,5kPa
C
975 kPa
D
9750 kPa

Slide 5 - Quiz

103,7 kPa = ... mbar
A
103,7 mbar
B
1037 mbar
C
10 370 mbar
D
103 700 mbar

Slide 6 - Quiz

Een manometer meet vaak de overdruk bij een band. Wat is de overdruk?

Slide 7 - Open question

H2.3 Temperatuur

Slide 8 - Slide

Leerdoelen H2.3 Temperatuur
  • De drie onderdelen van een vloeistofthermometer 
  • Omrekenen van graden Celsius naar kelvin en omgekeerd.
  • Het absolute nulpunt
  • wat is een bimetaal is en op welke manier werkt een bimetaalthermometer
  • Verband tussen gasdruk en temperatuur
  • De gevoelstemperatuur versus echte temperatuur

Slide 9 - Slide

De vloeistofthermometer

Slide 10 - Slide

BIMETAAL

Slide 11 - Slide

Wij meten in Celsius, maar je kan ook met de schaal van Kelvin temperatuur meten.

0 op de schaal van Kelvin is het absolute nulpunt, en ongeveer
−273 °C.

Slide 12 - Slide

Kelvin
O Kelvin = temperatuur waarop 
alles stilstaat. 

0 K = -273 oC
273 K = 0 oC

Slide 13 - Slide

Gasdruk en temperatuur
  • Als de temperatuur stijgt, stijgt ook de gasdruk.
  • Gasdruk daalt als de temperatuur daalt.

Slide 14 - Slide

gevoelstemperatuur

Slide 15 - Slide

Leerdoelen H2.3 Temperatuur
  • De drie onderdelen van een vloeistofthermometer 
  • Omrekenen van graden Celsius naar kelvin en omgekeerd.
  • Het absolute nulpunt
  • wat is een bimetaal is en op welke manier werkt een bimetaalthermometer
  • Verband tussen gasdruk en temperatuur
  • De gevoelstemperatuur versus echte temperatuur

Slide 16 - Slide

Huiswerk
Woensdag 16 oktober

Maak 1 t/m 10 van p2.3

Slide 17 - Slide

Instructie
Wat?
Huiswerk van Paragraaf 2.1 en 2.2 met je buur vergelijken.
Hoe?
Kijk bij welke opdrachten je een ander antwoord hebt. Vergelijk die en kijk wat het juiste antwoord is.
Hulp?
Je buur. Kom je er niet uit, vraag je docent.
Tijd?
Tot einde van de les
Klaar?
Maak van p2.3  de opdrachten 1 /m 10

Slide 18 - Slide