1.1 De eerste mensen

Goedemorgen!
1. Ga zitten op jouw plek.

2. Pak je boeken, aantekeningenschrift en een pen.
1 / 26
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Goedemorgen!
1. Ga zitten op jouw plek.

2. Pak je boeken, aantekeningenschrift en een pen.

Slide 1 - Slide

Vandaag:
Leerdoelen 4, 5 en 6
Opdrachten maken
Opdrachten nakijken

Slide 2 - Slide

Leerdoelen:
4. Je kunt vier kenmerken noemen van het leven van jagers en verzamelaars.
5. Je kunt het middel van bestaan noemen van jagers en verzamelaars.
 6. Je kunt het begrip prehistorie uitleggen.

Slide 3 - Slide

Leerdoel 4:
- Je kunt vier kenmerken noemen van het leven van jagers en verzamelaars.

- Wat zijn kenmerken?

- We gaan een filmpje kijken. Schrijf zoveel mogelijk kenmerken op van jagers en verzamelaars.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

4 kenmerken:
  1. Mannen gingen jagen, vrouwen gingen verzamelen
  2. Nomaden: geen vaste woonplaats
  3. Groepen van 20 tot 30 mensen
  4. Werktuigen, zoals...

Slide 6 - Slide

Leerdoel 5:
5. Je kunt het middel van bestaan noemen van jagers en verzamelaars.

- Wat is het middel van bestaan?



Slide 7 - Slide

Leerdoel 6:
6. Je kunt het begrip prehistorie uitleggen.

De tijd voordat er geschreven werd, noemen we de prehistorie.
Pre = voor
Historie = geschiedenis
Dus = de tijd voordat de geschiedenis begon



Slide 8 - Slide

Nu:
Neem voor je blz. 8 van je informatieboek
en werkboek. 

Samen opdrachten maken. 

Slide 9 - Slide

Goedemorgen!
1. Ga zitten op jouw plek.

2. Pak je boeken en een pen.

3. Tas van tafel.

Slide 10 - Slide

  • Herhaling vorige les
  • Kennen en kunnen
  • Deel twee 1.1
  • Zelfstandig werken
  • Afsluiting

Slide 11 - Slide

Herhaling vorige les:
Wat was het middel van bestaan bij jagers en verzamelaars?
Wat zijn nomaden?
Uit hoeveel mensen bestonden de stammen ongeveer?

Slide 12 - Slide

Bronnen
Alles waar je informatie uit kunt halen.

(Afbeelding, boek, potresten, schilderijen, botresten enz.)

Slide 13 - Slide

Geschreven en ongeschreven bronnen
Geschreven bron
Ongeschreven bron
Alles wat je wel kan lezen
Alles wat je niet kan lezen

Slide 14 - Slide

Primaire en secundaire bronnen
Primaire bron
Secundaire bron
Een bron uit de tijd waarover het informatie geeft (uit de tijd zelf). in de tijd
Een bron die gemaakt is na de tijd waarover het gaat (later gemaakt).
Primair betekent "eerste".
Secundair betekent "tweede".

Slide 15 - Slide

  • Wat: lees 1.1. Maak daarbij WB opdracht 3, 6, 7 en 8
  • Hoe: individueel (eerste 5 min. stil)
  • Hulp: tekstboek
  • Tijd: 15 min.
  • Klaar? Laptop opstarten. 
  • Niet af? Huiswerk!

We eindigen met een quiz over paragraaf 1.
De winnaar krijgt een sticker. Heb je er drie? Bonuspunt op de toets!

Slide 16 - Slide

In welke eeuw is het jaar 250 v. Chr.?

Slide 17 - Open question

Wanneer begint de christelijke jaartelling?
A
Het jaar 0
B
Het jaar 1
C
Bij de geboorte van Jezus
D
Na de verovering van de Egyptenaren

Slide 18 - Quiz

Ze de periodes in de juiste volgorde van tijd.
Tot 3000 v. Chr.
3000 v. Chr. tot 500 n. Chr.
500-1500
1500-1800
1800 tot nu
Middeleeuwen
Vroegmoderne tijd
Prehistorie
Moderne tijd
Oudheid

Slide 19 - Drag question

In welke eeuw is het jaar 1345?
A
13e eeuw
B
14e eeuw
C
12e eeuw
D
23e eeuw

Slide 20 - Quiz

Is je lesboek een bron?
A
Ja
B
Nee

Slide 21 - Quiz

Is dit een geschreven of
ongeschreven bron?
A
Geschreven bron
B
Ongeschreven bron

Slide 22 - Quiz

Helpen met verzamelen
Verzamelen
Jagen
Kinderen
Vrouw
Man

Slide 23 - Drag question

Wat is het middel van bestaan?
A
De manier hoe mensen overleven en aan eten komen
B
De manier hoe mensen jagen
C
De manier hoe mensen rondtrekken
D
De manier hoe mensen nomadisch leven

Slide 24 - Quiz

Wat is geen middel van bestaan?
A
Auto
B
Jagen
C
Groenteboer
D
Bakker

Slide 25 - Quiz

De jager-verzamelaars waren nomaden. Wat zijn nomaden?
A
Mensen die op één plek blijven wonen
B
Mensen die rondtrekken op zoek naar voedsel
C
De eerste boeren
D
een soort insect

Slide 26 - Quiz