7.2 Slavernij in de koloniën

7.2 Slavernij in de koloniën
1 / 24
next
Slide 1: Slide
geschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 24 slides, with text slides and 3 videos.

Items in this lesson

7.2 Slavernij in de koloniën

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

De suikerplantages van Suriname
  • De Engelsen begonnen met plantagekoloniën in Suriname. Suriname bood ideale omstandigheden voor het verbouwen van rietsuiker.
  • Indianen waren niet geschikt voor werk op de plantage. De plantagehouders haalden slaven uit Afrika.
  • Deze slaven werden aangevoerd door middel van de trans- Atlantische slavenhandel (driehoekshandel).

Slide 3 - Slide

Fort Zeelandia (schilderij uit de 19e eeuw).

Fort werd door de Zeeuwen op de Engelsen veroverd.

Slide 4 - Slide

De eerste helft van de 18e was de bloeiperiode van de kolonie. Er waren toen ongeveer 400 plantages waar vooral suiker en later ook koffie en tabak verbouwd werd
In de 19e eeuw was het aantal plantages verminderd tot enkele tientallen

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

De suikerplantages van Suriname
  • Suriname werd veroverd op de Engelsen door Zeeuwen en Hollanders. 
  • De Staten- Generaal zorgden voor soldaten die de belangen van de plantagehouders verdedigden.
  • Deze soldaten traden op bij opstanden en bij aanvallen op de plantages.
  • Door de jaren ontstond in Suriname een gemengde samenleving van Europeanen, slaven, vrije zwarten, mensen van gemengde afkomst (mulatten) en Indianen.
  • Ook vrije zwarten en mulatten kochten slaven, waardoor slavernij een wijdverbreid verschijnsel was.

Slide 7 - Slide

Suriname had in de 18e eeuw een kleine bevolking.

Rond 1700 :
- een paar honderd blanken
- ongeveer 10.000 slaven

Paramaribo in het laatste kwart van 18e eeuw :
- ongeveer 3500 blanken
- 50.000 slaven en
- een grote groep vrije zwarten en mulatten
Hard optreden werd als noodzakelijk gezien
Er waren relatief weinig blanke vrouwen in Suriname, dit betekende doorgaans slecht nieuws voor de slavinnen

Slide 8 - Slide

John Stedman en Boni
  • Boni was een vrijheidsstrijder in Suriname, kind van een slaveneigenaar en een slavin. De moeder van Boni werd verstoten en vluchtte het oerwoud in en sloot zich aan bij marrons. 
  • Dit waren gevluchte slaven die regelmatig plantages aanvielen om slaven te bevrijden.
  • Boni werd een leider van de marrons. Hij liet een sterk fort bouwen, in een moeras in het oerwoud. om van daaruit zijn aanvallen uit te voeren.
  • De Staten- Generaal stuurde extra troepen naar Suriname.

Slide 9 - Slide

Er waren verschillende marron gemeenschappen in de oerwouden. 

Met verdeel- en heerspolitiek probeerden de Nederlanders controle te verkrijgen.

De gemeenschap van Boni telde zo'n 350 mensen, later sloten anderen zich hierbij aan.

Slide 10 - Slide

 Hoe werden de marrons in de jaren '70 bestreden? 

- Het Neeger Vrijcorps oftewel de Zwarte Jagers, 300 slaven
  werden vrijgekocht en  moesten verplicht vechten
 (redimoesoes- rode mutsen). Na trouwe dienst kregen zij een
  stuk grond.

- De Staten-Generaal stuurde een leger van 500 huursoldaten
  (onder wie John Stedman)


Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Hoe succesvol was het koloniale leger?

- Met veel moeite (verraad) werd het fort Boekoe ingenomen.

- Boni wist te ontkomen en zette de strijd nog jaren lang voort.
  Uiteindelijk werd hij, zo'n twintig jaar later door andere  
  marrons vermoord (1793)

- In de 19e eeuw waren er niet veel oorlogen meer met de
  marrons.


Slide 13 - Slide

John Stedman en Boni
  • Eén van deze soldaten was John Stedman. Hij schreef een boek over zijn belevenissen in Suriname.
  • De Britse uitgever censureerde het boek, maar ondanks alle aanpassingen werd het boek van Stedman erg belangrijk in de strijd tegen slavernij.
  • Deze strijd, het aboltionisme, begon eind 18e/begin 19e eeuw in de Verenigde Staten en in Europa.

Slide 14 - Slide

Afbeelding uit het boek van Stedman

Slide 15 - Slide

De Spaanse Bok, een ook in Suriname veelvuldig toegepaste straf.

Onder andere door Voltaire (bron 12) zou het beeld ontstaan dat het kolonialisme in Suriname wreder was dan elders. 

Slide 16 - Slide

Anti- slavernij beweging
  • In de westerse samenlevingen groeide de weerstand tegen slavernij en slavenhandel.
  • Het abolitionisme ontstond vanuit verlichte ideeën over gelijkheid en rechtvaardigheid.
  • Ook in religieuze kringen ontstond steeds meer verzet, omdat volgens christenen dit slecht samenging met naastenliefde en respect.

Slide 17 - Slide

Dit boek, dat in 1789 verscheen, werd een bestseller en had grote betekenis voor de beweging van het abolitionisme

Slide 18 - Slide

Brooks Ship.

Belangrijk symbool in de strijd tegen slavernij

Slide 19 - Slide

Anti- slavernij beweging
  • Slavenhandel werd in 1807 verboden, maar voor de afschaffing van de slavernij waren de economische belangen te groot.
  • Groot- Brittannië besloot slavenhouders financieel te compenseren voor het afschaffen van de slavernij.
  • Hierdoor werd in 1833 de slavernij in Groot- Brittannië afgeschaft.
  • In Nederland werd op 1 juli 1863 de slavernij afgeschaft.

Slide 20 - Slide

Slavenmarkt
Abolitionisme

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

Slide 23 - Video

Slide 24 - Video