1667: kolonie Suriname op het Amerikaanse vasteland
koffie en suikerplantages
Slide 2 - Slide
De suikerplantages van Suriname
Deze slaven uit Afrika werden aangevoerd door middel van de trans- Atlantische slavenhandel (driehoekshandel).
Suriname werd veroverd op de Engelsen door Zeeuwen en Hollanders.
De Staten- Generaal zorgden voor soldaten die de belangen van de plantagehouders verdedigden.
Slide 3 - Slide
De suikerplantages van Suriname
Deze soldaten traden op bij opstanden en bij aanvallen op de plantages.
Door de jaren ontstond in Suriname een gemengde samenleving van Europeanen, slaven, vrije zwarten, mensen van gemengde afkomst (mulatten) en Indianen.
Ook vrije zwarten en mulatten kochten slaven, waardoor slavernij een wijdverbreid verschijnsel was.
Slide 4 - Slide
John Stedman en Boni
Boni: beroemde vrijheidsstrijder (marron)
Stedman: Schots-Nederlandse officier van de Republiek
Abolitionisme!
Komt uit de verlichte ideeën over gelijkheid en rechtvaardigheid
Slavenhandel werd eerst afgeschaft, later slavernij
Slide 5 - Slide
John Stedman en Boni
Boni was een vrijheidsstrijder in Suriname, kind van een slaveneigenaar en een slavin. De moeder van Boni werd verstoten en vluchtte het oerwoud in en sloot zich aan bij marrons.
Dit waren gevluchte slaven die regelmatig plantages aanvielen om slaven te bevrijden.
Boni werd een leider van de marrons. Hij liet een sterk fort bouwen, in een moeras in het oerwoud. om van daaruit zijn aanvallen uit te voeren.
De Staten- Generaal stuurde extra troepen naar Suriname.
Slide 6 - Slide
Anti- slavernij beweging
In de westerse samenlevingen groeide de weerstand tegen slavernij en slavenhandel.
Het abolitionisme ontstond vanuit verlichte ideeën over gelijkheid en rechtvaardigheid.
Ook in religieuze kringen ontstond steeds meer verzet, omdat volgens christenen dit slecht samenging met naastenliefde en respect.
Aan het begin van de 19e eeuw besloten een aantal grootmachten dat er een einde moest komen aan de slavenhandel en de slavernij.
Slide 7 - Slide
Anti- slavernij beweging
Slavenhandel werd verboden, maar voor de afschaffing van de slavernij waren de economische belangen te groot.
Groot- Brittannië besloot slavenhouders financieel te compenseren voor het afschaffen van de slavernij.
Hierdoor werd in 1833 de slavernij in Groot- Brittannië afgeschaft.
In Nederland werd op 1 juli 1863 de slavernij afgeschaft.