Examentrainer T6 HAVO5


Hoe gaat het met jullie?
A
Top!
B
Wel oké
C
Kan beter
D
Niet zo goed
1 / 24
next
Slide 1: Quiz
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson


Hoe gaat het met jullie?
A
Top!
B
Wel oké
C
Kan beter
D
Niet zo goed

Slide 1 - Quiz

T6 AFWEER
T6 AFWEER

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Lees de tabel met informatie over infectieziekten


Tegen welke van onderstaande ziekten heeft
het zin om antibiotica te gebruiken?
A
bij griep
B
bij hepatitis
C
bij tetanus
D
bij tuberculose

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

In het lichaam heb je o.a de volgende drie typen lichaamsvloeistof: bloedplasma, lymfe en weefselvloeistof.

In welk of welke van deze drie typen zullen antistoffen voorkomen?
A
Alleen in lymfe
B
Alleen in bloedplasma en lymfe
C
Alleen in bloedplasma en weefselvloeistof
D
In bloedplasma, lymfe en weefselvloeistof

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Slide

De docent vraagt leerlingen een grafiek te
tekenen over de vorming van antistoffen bij
een vaccinatie die bestaat uit drie inentingen.

Welke leerling heeft de juiste grafiek getekend?
A
Leerling 1
B
Leerling 2
C
Leerling 3
D
Leerling 4

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

In 1976 werd de wereld opgeschrikt door een aantal infecties met het Ebolavirus in Zaïre. Dit virus is voor mensen zeer besmettelijk en veroorzaakt in korte tijd de dood doordat er hoge koorts met inwendige bloedingen optreedt. Tegen de ziekte bestaan geen
geneesmiddelen. Het virus wordt verspreid via bloed, urine en uitwerpselen. Waar het virus vandaan komt, is onbekend. Verondersteld wordt dat het virus voorkomt bij een in het wild levende diersoort. Het kan zich dan vanuit de geïnfecteerde dieren verspreiden. Men noemt zo'n wilde diersoort het virus-reservoir
Ebolavirus

Slide 17 - Slide

Virussen worden niet in een van de vier rijken van organismen ondergebracht.
Noem een kenmerk van virussen waarom ze niet in een van de vier rijken worden ondergebracht.

Slide 18 - Open question

Bij hoge koorts stijgt de lichaamstemperatuur van de patiënt tot boven de 41 ºC. Hierdoor worden bepaalde stoffen in de cellen beschadigd.

Welk type stoffen wordt dan in de cellen van de patiënt beschadigd?
En waardoor gaan de cellen dan minder goed functioneren?

Slide 19 - Open question

Zodra men het virus-reservoir heeft opgespoord, kan begonnen worden met het isoleren van het virus. Dit kan dan in verzwakte vorm ingespoten worden in gezonde mensen, zodat deze een bescherming opbouwen die ook werkt tegen het onverzwakte virus.

Hoe noemt men de beschreven techniek?
A
Het opwekken van antigeenproductie door actieve immunisatie
B
Het opwekken van antistofproductie door actieve immunisatie
C
Het opwekken van antigeenproductie door passieve immunisatie
D
Het opwekken van antistofproductie door passieve immunisatie

Slide 20 - Quiz

In de volgende gevallen worden bij de mens weefsels overgebracht:
1 bij een harttransplantatie;
2 bij een transfusie waarbij iemand met bloedgroep AB zonder resusantigeen voor de eerste keer
bloed krijgt van iemand met bloedgroep AB met resusantigeen;
3 bij een bypassoperatie, waarbij een stukje bloedvat uit een been van een patiënt wordt
overgebracht naar zijn hart.

In welk geval of in welke gevallen bestaat de kans dat antistoffen tegen het overgebrachte weefsel of tegen de overgebrachte cellen worden geproduceerd?

A
alleen 1
B
alleen 1 en 2
C
alleen 1 en 3
D
bij 1 en 2 en 3

Slide 21 - Quiz

Jos en Krijn bezoeken de open dag van de Hogeschool Utrecht. Na afloop horen zij dat het bofvirus ook daar voorkomt. Zij opperen een aantal ideeën over de bofuitbraak onder studenten
.1 Het bofvirus kan gemuteerd zijn, waardoor de immuniteit bij de studenten niet meer werkte.
2 Natuurlijke immuniteit voor de bof werkt levenslang, kunstmatige niet.
3 Tentamenstress kan het immuunsysteem van de studenten tijdelijk uitschakelen.

Welke uitspraken kunnen verklaren dat de bof onder studenten van de Hogeschool Utrecht weer de kop heeft opgestoken?

A
stelling 1 en 2
B
stelling 1 en 3
C
stelling 2 en 3
D
alle stellingen

Slide 22 - Quiz

Krijn is nooit tegen de bof gevaccineerd en heeft de ziekte nog niet gehad.

Door de activiteit van welke cellen zal hij bij een besmetting van de bof kunnen genezen?

A
geheugencellen, B-cellen en T-cellen
B
B en T-cellen
C
alleen geheugencellen en B-cellen
D
alleen B-cellen

Slide 23 - Quiz

Difterie
Op kerstavond 1891 injecteerde Ernst Geissler antiserum bij een kind dat leed aan difterie. Het kind genas wonderwel. Welke vorm van immunisatie is dit?
z
A
kunstmatig actief
B
kunstmatig passief
C
natuurlijk actief
D
natuurlijk passief

Slide 24 - Quiz