3M1: H1-1.7 a

• Wiskunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

Programma

• Magister
• 1.7 Exponentiële formule
  

• Opgaven maken
• Afsluiting  

Magister

Hoe moet de les anders?

 1.7 Exponentiële formule

Deze les leer je:

• wat exponentiële groei is
• de exponentiële formule
• hoe je aan de groeifactor komt 

    

 1.7 Exponentiële formule

Wij gaan een filmpje kijken over 

exponentiële groei

• Hierna krijg je wat vragen over het filmpje

Filmpje exponentiële groei

 1.7 Exponentiële formule

Wanneer spreek je over exponentiële groei?

 1.7 Exponentiële formule

Wanneer spreek je over exponentiële groei?

als het keer op keer verdubbelt

 1.7 Exponentiële formule

Wanneer spreek je over exponentiële groei?

als het keer op keer verdubbelt

Wanneer spreek je over exponentiële groei

1. als het keer op keer verdubbelt
2. als het met hetzelfde getal toeneemt
3. als het met hetzelfde getal afneemt
4. als het steeds hetzelfde blijft

Wat doet exponentiële groei?

1. de hele tijd langzame groei
2. begin snelle groei daarna langzaam
3. begin langzaam daarna razendsnel
4. de hele tijd snelle groei

Bij wat heb je exponentiële groei?

1. als je meer van het zelfde product koopt
2. als je meer werkt voor hetzelfde uurloon
3. bij de bevolkingsgroei

Is de verspreiding van het coronavirus ook exponentiële groei?

1. ja
2. nee

En fruitvliegjes?
Je hebt er een paar en als je ze niet weghaalt opeens heel veel.

1. ja
2. nee

 1.7 Exponentiële formule

formule exponentiële groei:

aantal = begingetal * groeifactor 

tijd 

 1.7 Exponentiële formule

formule exponentiële groei:

aantal = begingetal * groeifactor 

tijd 

Hoe bereken je de groeifactor?

 1.7 Exponentiële formule

toename  =  3% 

Je start met 100:
 100  + 3  = 103 

Dan deel je weer door 100:
  103 : 100 = 1,03

Hoe bereken je de groeifactor?

Wat is de groeifactor bij een toename van 5%

1. 0,05
2. 1,05
3. 5
4. 105

Wat is de groeifactor bij een toename van 4,6%

1. 0,046
2. 146
3. 1,046
4. 460

 1.7 Exponentiële formule

formule exponentiële groei:

aantal = begingetal * groeifactor 

tijd 

Wat is het begingetal?

 1.7 Exponentiële formule

Het begingetal:

is het getal waarmee je start.

Lisa betaalt 120 euro huur, dit wordt 4 jaar lang verhoogt met 2 %.

Begingetal: 120 euro

Tom laat 200 euro 5 jaar op de bank staan. Hij krijgt 3% rente.
Wat is het begingetal?

1. 200
2. 5
3. 3
4. 1,03

 1.7 Exponentiële formule

formule exponentiële groei:

aantal = begingetal * groeifactor 

tijd 

De tijd is de exponent

Tom laat 200 euro 5 jaar op de bank staan. Hij krijgt 3% rente.
Wat de exponent?

1. 200
2. 5
3. 3
4. 1,03

Tom laat 200 euro 5 jaar op de bank staan. Hij krijgt 3% rente.
Wat de groeifactor?

1. 200
2. 5
3. 3
4. 1,03

Tom laat 200 euro 5 jaar op de bank staan. Hij krijgt 3% rente.
Klopt dan deze formule:

aantal=200⋅1,03​3​​

1. ja
2. nee

Huiswerk

1.7: 101,103,104,105,106,107

5 minuten werken in stilte

(dus geen vragen,

niet overleggen)