This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
1.7
Exponentiële Formule
Slide 1 - Slide
Exponentiële toename
Slide 2 - Slide
.......... = begingetal x groeifactor
tijd
Samira opent een nieuwe spaarrekening en zet daar € 500,- op. De bank geeft haar 4% rente per jaar.
Een voetbalvereniging heeft 243 leden.
Men verwacht een jaarlijkse toename van 2,3%.
Slide 3 - Slide
Je zet € 285 op een spaarrekening. En krijgt 3,75% rente gedurende 5 jaar.
Wat is het begingetal?
A
285
B
3,75
C
5
Slide 4 - Quiz
Je zet € 285 op een spaarrekening. En krijgt 3,75% rente gedurende 5 jaar.
Wat is de groeifactor?
A
285
B
1,375
C
3,75
D
1,0375
Slide 5 - Quiz
Je zet € 285 op een spaarrekening. En krijgt 3,75% rente gedurende 5 jaar.
Bereken het bedrag dat na 5 jaar op de spaarrekening staat.
Slide 6 - Open question
Exponentiële afname
Slide 7 - Slide
.......... = begingetal x groeifactor
tijd
In 2022 was het aantal inwoners van Schiermonnikoog 1263.
Men verwacht dat dit aantal elk jaar met 5% zal dalen.
In een bos leven zo'n 140 eekhoorns.
De boswachter verwacht dat het aantal elk jaar met 2,6% zal afnemen.
Slide 8 - Slide
Wat is de groeifactor bij een afname van 12% per maand? Alleen getal invoeren (komma, geen punt)
Slide 9 - Open question
In een bos wordt gejaagd op herten. In 2010 waren er 200 herten. Elk jaar is dat aantal met 8% afgenomen. Welke exponentiële formule hoort bij deze situatie?