Methodiek 2 les 2

Methodiek 2 
Observeren en rapporteren - Les 2
1 / 24
next
Slide 1: Slide
Methodiek 2MBOStudiejaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Methodiek 2 
Observeren en rapporteren - Les 2

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?
Herhaling les 1
Huiswerkopdracht les 1
Lesdoelen les 2
blz. 82 t/m 91
Signaleren

Slide 2 - Slide

Welke begrippen ken je nog uit les 1?

Slide 3 - Mind map

Huiswerkopdracht les 1

Slide 4 - Slide

Antwoorden
Prikkels (1) komen binnen via verschillende zintuigen (2). Voorbeelden van zintuigen zijn: de ogen (3), de oren (4), de huid (5), de neus (6) en de mond (7). Voorbeelden van prikkels zijn: geuren (8), geluiden (9), lichtstralen (10), een aanraking (11) en smaak (12). Als je je bewust bent van een prikkel (13), dan noem je dat gewaarwording (14). Je brein (15) maakt van al die informatie een compleet beeld. De interpretatie (16) van die werkelijkheid noem je de verwerking (17).






Slide 5 - Slide

Lesdoelen les 2
  • De student weet hoe je moet signaleren en wat je daarmee doet

  • De student weet het belang van professioneel observeren en kennen de valkuilen hierbij

  • De student weet wanneer een observatie betrouwbaar is  

Slide 6 - Slide

Signaleren

Slide 7 - Mind map

Wanneer signaleer je iets?
A
Als je iets observeert
B
Als je een prikkel binnen krijgt
C
Als je iets waarneemt
D
Als je iets interpreteert

Slide 8 - Quiz

Ik heb een keer iets gesignaleerd en daar iets mee gedaan
Ik niet
Ik wel

Slide 9 - Poll

Wat zou je doen als... 
Schrijf voor jezelf op wat je zou doen in de volgende situaties: 

  1. Een peuter dreigt op een te hoge kast te klimmen…..
  2. Een kindje van 4 heeft kleren aan die vies ruiken en ruikt erg uit haar mond……..
  3. Een kindje van 6 jaar zet haar voeten naar binnen bij het lopen….

timer
2:00

Slide 10 - Slide

Wat is het verschil tussen
observatie en interpretatie?

Slide 11 - Mind map

Observatie of interpretatie:

Moos vindt het leuk om te tekenen
A
Observatie
B
Interpretatie

Slide 12 - Quiz

Observatie of interpretatie:

Moos is aan het tekenen
A
Observatie
B
Interpretatie

Slide 13 - Quiz

Observatie of interpretatie:

Lisa is erg moe
A
Observatie
B
Interpretatie

Slide 14 - Quiz

Observatie of interpretatie:

Richard is aan het lachen
A
Observatie
B
Interpretatie

Slide 15 - Quiz

Tips voor het observeren van een kind 
  • Maak iedere dag even contact met het kind en let op de lichaamstaal. 
  • Kijk iedere dag waar ieder kind mee bezig is.
  • Kies iedere dag een thema waar je op gaat letten.
  • kijk vooral naar positieve dingen en niet alleen naar negatieve opvallende dingen.
  • Maak notities.
  • Kijk hoe kinderen zich in verschillende situaties gedragen.

Slide 16 - Slide

Opdracht
Jullie gaan naar een filmpje kijken. Schrijf op wat je ziet/observeert. 

https://www.youtube.com/watch?v=huCrm0jnooc

*Link in chat 

Slide 17 - Slide

timer
2:00
Wat heb je gezien?

Slide 18 - Mind map

Methodisch observeren 
  • Objectief observeren = gebaseerd op feiten/wat je echt ziet. 
  • Betrouwbaarheid van de observatie = dezelfde resultaten als een collega.
  • Je kijkt alleen naar waarneembaar gedrag. 
  • Doelgericht
  • Planmatig  

Slide 19 - Slide

Objectief of subjectief:

Sanne huilt, omdat ze haar moeder mist.
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 20 - Quiz

Objectief of subjectief:

Guus heeft geen zin om te spelen.
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 21 - Quiz

Objectief of subjectief:

Marcel heeft twee happen van zijn brood gegeten.

A
Objectief
B
Subjectief

Slide 22 - Quiz

Objectief of subjectief:

Lynn zit alleen in de bouwhoek.
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 23 - Quiz

Thuisopdracht les 2 - Hoe ontstaat gedrag?
  • Bestudeer 6.6.1 Waarneembaar gedrag (blz. 88 t/m 90)
  • Bedenk vervolgens een voorbeeld met een stimulus, gedrag en respons. (negatief of positief).
  • Denk aan het schema met de voetballende jongen uit het boek.

*Volgende week nabespreken 

Slide 24 - Slide