methodiek 2 les 2: observeren

Les begint zo, log alvast in bij Lessonup.com

1 / 31
next
Slide 1: Slide
methodiek 2 pwMBOStudiejaar 1

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Les begint zo, log alvast in bij Lessonup.com

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat zie je?

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat zag je?
een oude vrouw
een jonge dame
niets
iets anders

Slide 3 - Poll

This item has no instructions

op meerdere manieren te bekijken

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Methodiek2: observeren & rapporteren

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we doen deze les?
  • Wat houdt dit vak in? 
  • Wat is observeren? 
  • Theorie en oefeningen

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Herhaling vorige les
Wat is waarnemen?
Wanneer is het een interpretatie?


Slide 7 - Slide

principe van nabijheid
principe van 
Antwoorden
Waarnemen doe je onbewust.
Observeren doe je bewust. Met een doel.

Betekenis toekennen aan iets wat je waarneemt, noem je interpreteren.





Slide 8 - Slide

This item has no instructions

De lesdoelen
- De student weet wat signaleren is en wat je daarmee doet

- De student weet het belang van professioneel observeren en kent de valkuilen hierbij 


Boek: H6 waarnemen

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Wat is signaleren?
A
alarm slaan
B
hulp zoeken
C
waarnemen
D
constateren

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

waar of niet waar:
signaleren is het gevolg van een waarneming die je opvalt
waar
niet waar

Slide 11 - Poll

This item has no instructions

wat is het verschil tussen waarnemen en observeren?
A
er is geen verschil
B
observeren doe je stiekem
C
observeren doe je planmatig
D
waarnemen berust op feiten

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Waarom denk je dat observeren nodig is?
A
Het levert je informatie op die gebaseerd is op feiten
B
Om een goed verslag te maken
C
Om jouw mening te kunnen onderbouwen
D
Om zo subjectief mogelijk vast te stellen wat er aan de hand is

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

samengevat




  • Waarnemen: prikkels die binnen komen, deze verwerk je
  • Signaleren: opmerken (er is iets wat opvalt)
  • Observeren: gericht ergens op letten, die doe je met een doel
  • Interpretatie: je geeft zelf betekenis aan wat je ziet

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Observeren en interpreteren
Observeren is dus doelgericht en planmatig.
En een goede observatie is gebaseerd op feiten

Het is belangrijk om feiten en interpretatie uit elkaar te houden. 

Voorbeeld:
1. Theo heeft 2x eten opgeschept. (observatie)
2. Theo had honger. (interpretatie)

 

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Wat zie je hier?

Noem een feit
en een
interpretatie.

Slide 16 - Slide

principe van nabijheid
principe van 
Ik zie een meisje met grote ogen en een pruillip. Mijn interpretatie is dat ze verdrietig is.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Objectief observeren
Als 3 mensen naar dezelfde situatie kijken, dan hebben ze misschien alle 3 de informatie verschillend geïnterpreteerd > subjectief

Daarom belangrijk dat je weet hoe je objectief observeert.

Objectief: gebaseerd op feiten. Niet op een mening.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Professioneel observeren
Bewust en met aandacht kijken, leren over de kinderen en de groep

Aandachtspunten:
  • Leg elke dag contact met het kind en let op lichaamstaal bij binnenkomst
  • Kijk goed rond, waar is het kind mee bezig?
  • Kijk naar de positieve dingen en niet alleen naar negatief gedrag
  • Maak notities
  • Bedenk vooraf waar je op wil letten
  • Kijk hoe de kinderen zich in verschillende situaties gedragen
  • Formuleer een doel voordat je gaat observeren 

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Objectief of subjectief:

Sanne huilt, omdat ze haar moeder mist.
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Objectief of subjectief:

Guus heeft geen zin om te spelen.
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Objectief of subjectief:

Marcel heeft twee happen van zijn brood gegeten.

A
Objectief
B
Subjectief

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Objectief of subjectief:

Lynn zit alleen in de bouwhoek.
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Professioneel observeren
Objectief: gebaseerd op feiten. Niet op een mening.

Een methodische aanpak zorgt voor zo objectief mogelijke observatie. 
Hier gaat volgende les over!

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk voor volgende week 
Bestudeer (6.5.1) de valkuilen bij observeren. 

Eigen mening van de observator;
Emotionele betrokkenheid;
Het halo-effect;
Het horn-effect;
Vooroordeel;
Projectie;
Stemming;
Ervaring. 
Beantwoord vragen hierover. Opdracht staat in Teams.

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Afsluiting les
Evaluatie: wat vond je van deze les?
interessant
duidelijk
onduidelijk
te snel
te langzaam
leerzaam
iets anders

Slide 26 - Poll

This item has no instructions

Volgende week
Methodisch observeren
  • Gegevens verzamelen
  • Objectief observeren= gebaseerd op feiten
  • De resultaten moeten na herhaling hetzelfde zijn
  • Je kunt meerdere collega's dezelfde observatie laten doen voor de betrouwbaarheid

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Stappenplan observatie
  1. De aanleiding
  2. Het observatiedoel en de vraagstelling
  3. Het concreet gedrag ga je observeren
  4. Om welke observatie categorieën gaat het
  5. De observatiemethode
  6. Plaats, situatie, data, tijdstippen en uitvoerder van de observatie;
  7. De persoonlijke gegevens van degene die je gaat observeren; 

Hier gaan we volgende week mee verder! 


Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Opdracht
Jullie gaan naar een filmpje kijken. Schrijf op wat je ziet/observeert. 

https://www.youtube.com/watch?v=huCrm0jnooc


Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Slide 30 - Video

This item has no instructions

Wat heb je objectief gezien?

Slide 31 - Mind map

This item has no instructions