tekstverbanden en signaalwoorden

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Tekstverbanden en signaalwoorden

De 5 tekstverbanden die in de toets zitten:

1. Opsomming

2. Tegenstelling

3. Voorbeeld/toelichting

4. Reden

5. Conclusie

(tijdsvolgorde + oorzaak/gevolg niet)

Opsomming

• ten eerst, 
• ten tweede, 
• om te beginnen, 
• ook(nog), 
• verder, 
• ten slotte, 
• en
  

Tegenstelling

• maar, 
• echter, 
• toch, 
• hoewel, 
• daarentegen
  

Voorbeeld/toelichting

• bijvoorbeeld, 
• zo, 
• als, 
• zoals, 
• denk aan, 
• neem nou
  

Reden

• omdat, 
• daardoor, 
• want, 
• de reden hiervoor is, 
• dankzij, 
• immers, 
• namelijk
  

Conclusie

• dus, 
• daarom, 
• dat houdt in,
•  kortom, 
• concluderend, 
• al met al

Wat is een mening?

1. Een feit dat altijd waar is
2. Een persoonlijke opvatting over iets
3. Een uitleg van een moeilijk woord
4. Een samenvatting van een tekst

Wat is een argument?

1. Een opsomming van feiten
2. Een conclusie van een tekst
3. Een samenvatting van een tekst
4. Een reden om een mening te ondersteunen

Wat is een conclusie?

1. Een afsluitende zin die de mening samenvat
2. Een nieuw argument
3. Een feitelijke uitspraak
4. Een uitleg van een moeilijke term

Welke zin bevat een mening?

1. "Schooluniformen zijn een goed idee."
2. "Schooluniformen worden in Engeland gedragen."
3. "Schooluniformen zijn verplicht op sommige scholen."
4. "Schooluniformen kosten geld."

Welke zin bevat een argument?

1. "Schooluniformen hebben verschillende kleuren."
2. "Veel scholen hebben een kantine."
3. "Een schooldag duurt meestal acht uur."
4. "Schooluniformen zorgen voor minder pestgedrag."

Wat is een signaalwoord voor een redegevend verband?

1. "Omdat"
2. "Maar"
3. "Echter"
4. "Vervolgens"

Welke tekstsoort hoort bij mening, argument en conclusie?

1. Betoog
2. Verhaal
3. Informatieve tekst
4. Handleiding

Wat is een tekstverband?

1. Een rijtje moeilijke woorden
2. Een opsomming van feiten
3. Een tekst met alleen maar meningen
4. de manier waarop zinnen en alinea's met elkaar samenhangen

Welk tekstverband hoort bij het signaalwoord 'maar'?

1. Tegenstelling
2. Oorzaak-gevolg
3. Opsomming
4. Reden

Welke van deze signaalwoorden geven een opsomming aan?

1. Doordat, daarom, dus
2. Maar, echter, toch
3. Ten eerste, ook, bovendien
4. Bijvoorbeeld, zoals, denk aan

Wat is een signaalwoord van een conclusie?

1. Bijvoorbeeld
2. Ook
3. Dus
4. Daarna

Welke zin bevat een oorzaak-gevolg verband?

1. "Eerst gingen we zwemmen, daarna aten we een ijsje."
2. "Ik hou van honden, want ze zijn trouw."
3. "Ik wil een kat, maar mijn ouders willen dat niet."
4. "Het regende hard, waardoor de straten nat werden."

Welk tekstverband past bij het signaalwoord 'doordat'?

1. Oorzaak-gevolg
2. Opsomming
3. Vergelijking
4. Tegenstelling

Wat is een signaalwoord voor een redengevend verband?

1. Omdat
2. Terwijl
3. Bijvoorbeeld
4. Daarna

Wat is een kenmerk van een uitleggend verband?

1. Het vertelt wat er eerst en daarna gebeurt.
2. Er worden twee dingen tegenover elkaar gezet.
3. Er wordt extra informatie gegeven om iets te verduidelijken.
4. Het legt een verband tussen oorzaak en gevolg.

Wat is een voorbeeld van een samenvattend signaalwoord?

1. Kortom
2. Daarom
3. Terwijl
4. Maar

Welk signaalwoord hoort bij een tijdsvolgorde?

1. Bijvoorbeeld
2. Daarom
3. Maar
4. Vervolgens

Welke zin bevat een toelichtend verband?

1. "Ik wil een hond, maar mijn moeder is allergisch."
2. "Veel mensen sporten, bijvoorbeeld voetbal of tennis".
3. "We gingen eerst naar de winkel en daarna naar huis."
4. "Het stormde, waardoor de bomen omvielen."

Welke zin heeft een redegevend verband?

1. "Ik ben ziek, daarom blijf ik thuis."
2. "Ik was laat, waardoor ik de bus miste."
3. "Eerst gingen we naar de bioscoop, daarna uit eten."
4. "Ik draag een jas, hoewel het niet koud is."

welke tekstsoort past vaak bij een uitleggend verband?

1. Krantenartikelen
2. Reclamefolders
3. Romans
4. Schoolboeken en handleidingen