6.1

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

	Vak: Nederlands Hoofdstuk: 6.1
1.	Lesopening
2.	Lesdoel
3.	Arrangementen + mini-check
4.	Instructie
5.	Begeleid inoefenen
6.	Zelfstandig werken
7.	Evaluatie

1. Lesopening

Pak je boek van Nederlands op tafel op bladzijde 253.

2. Lesdoel

Aan het eind van deze les:

- kun je een aantal moeilijke woorden en de betekenis. 

- kun je vragen beantwoorden over een tekst.

3. Arrangementen

- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie.

Je maakt zelfstandig opdracht ... op blz ... --> N.V.T. Klassikale les

namen lln

- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag. 

namen lln

- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, kom aan de groepstafel zitten. 

namen lln

Mini-check

Geen mini-check tijdens deze les.

Iedereen doet mee met de instructie. 

4. Instructie

Dadelijk lezen een hoofdstuk uit het boek 'Dood door wc-papier' 

We kijken eerst naar de kaft van het boek op blz. 256. 

Daarna maken we de sleepopdracht om te checken welke moeilijke woorden je wel/niet kent. 

Koppel het begrip aan de juiste omschrijving. 

de variatie

de slogan

illegaals

de accountant

het verschil, op een andere wijze

iemand die voor zijn werk de boekhouding van bijv. een bedrijf controleert.

de kreet of slagzin, waarmee in reclames producten worden aangeprezen. 

verboden, tegen de wet

4. Instructie

We luisteren naar het verhaal. 

Lees goed mee!

5. Begeleid inoefenen

Bespreken lijst moeilijke woorden; blz. 256.

De vragen van opdracht 1 gaan wij beantwoorden via Lessonup, dus doe mee. 

1. Wie zijn de twee belangrijkste personen in dit verhaal?

2a. Wie is de hoofdpersoon?

1. Benjamin Epstein
2. Zijn moeder

2b. Waardoor weet je dat Benjamin de hoofdpersoon is?

3a. Welk vertelperspectief gebruikt schrijfster van het verhaal?

1. Ik-perspectief.
2. Auctoriaal.
3. Personaal perspectief.

3b. Welk gevolg heeft deze manier van vertellen voor het verhaal?

4. Zeg met andere woorden: 'Ik schud mijn hoofd om die gedachten te verjagen'. (regel 16)

5. De twee belangrijkste personen hebben het niet makkelijk. Hoe komt dat?

6. Gaan Benjamin en zijn moeder goed met elkaar om? Leg je antwoord uit.

7. In welke tijd speelt dit verhaal zich volgens jou af? Leg je antwoord uit.

8. Wijs in het verhaal een moment aan waarop Benjamin terugdenkt aan iets wat eerder is gebeurd.

9. Maken de gebeurtenissen in het verhaal op jou een echte indruk? Leg je antwoord uit.

10. Beschrijf je leeservaring bij dit verhaal.
Gebruik daarbij twee of drie beoordelingswoorden.

6. Zelfstandig werken

We hebben opdracht 1 samen gemaakt. 

Je gaat nu: 

in stilte lezen of een woordzoeker maken. 

7. Evaluatie

Hoe vond je het om samen te lezen en de opdrachten te maken?

Huiswerk & Toetsen

Huiswerk: 

-

Toetsen: 

-

Afsluiting

Ruim je boek en schrift van NE op.

Volgende lesuur: ....................