What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Kader 2 H8
H8 Vergroten & verkleinen
1 / 35
next
Slide 1:
Slide
Wiskunde
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
This lesson contains
35 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
6 videos
.
Lesson duration is:
15 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
H8 Vergroten & verkleinen
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
§8.1 Vergrotingsfactor
Als je iets wilt vergroten wil dit zeggen dat je
ALLE
maten van een figuur vergroot.
Belangrijke begrippen:
Origineel
(oud) en
beeld
(nieuw).
Vergrotingsfactor = lengte beeld : lengte origineel
Slide 5 - Slide
Voorbeeld
AB = 2 cm (origineel)
A'B' = 3 cm (beeld)
vergrotingsfactor = 3 : 2 = 1,5
Vergrotingsfactor = lengte beeld : lengte origineel
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Video
Vergrotingsfactor
Bereken de vergrotingsfactor.
Het 1e plaatje is het origineel.
4,5 : 3 = 1,5
De vergrotingsfactor is dus 1,5
Vergrotingsfactor = lengte beeld : lengte origineel
Slide 8 - Slide
Verkleinen
(= vergroten)
Bij het verkleinen van een figuur heb je ook te maken met een origineel en een beeld.
Om de 'vergrotings'factor te bepalen gebruik je dezelfde formule:
beeld : origineel
4 : 8 = 0,5
Je vergrotingsfactor = 0,5
Slide 9 - Slide
Verkleining
In de vorige opdracht was de uitkomst 0,5.
Dit is kleiner dan 1, dat betekent dus dat de figuur kleiner wordt, dat zie je ook in het beeld.
Dus...... een verkleining noem je een vergroting, omdat de vergrotingsfactor kleiner is dan 1.
Slide 10 - Slide
Kopieerapparaat
100 % = vergrotingsfactor 1 (plaatje blijft gelijk).
50 % = vergrotingsfactor 0,5 (plaatje wordt 2 keer zo klein).
200 % = vergrotingsfactor 2 (plaatje wordt 2 keer zo groot).
Percentage : 100 = vergrotingsfactor.
Slide 11 - Slide
8.2 Gelijkvormige driehoeken
Slide 12 - Slide
Gelijkvormig
Als je een figuur gaat vergroten dan blijven de hoeken even groot.
Dat heet
gelijkvormig
.
driehoek ABC is gelijkvormig aan driehoek DEF
ABC
~
DEF
Δ
Δ
Slide 13 - Slide
Gelijkvormige driehoeken
In de 2 driehoeken hiernaast zijn
gelijkvormig
.
Dit is te zien aan de tekentjes in de hoeken.
hoek L = hoek R
hoek K = hoek Q
hoek M = hoek P
Slide 14 - Slide
Gelijkvormig
KLM ~ QRP
Zijden driehoek:
QR is een vergroting van KL
RP is een vergroting van LM
QP is een vergroting van KM
Δ
Δ
Slide 15 - Slide
Berekenen gelijkvormige driehoeken
Bereken de lengte van de zijden PR en QR.
Kijk of de driehoeken gelijkvormig zijn.
hoek A = hoek Q
hoek B = hoek R
hoek C = hoek P
ABC ~ QRP
Δ
Δ
Slide 16 - Slide
Gelijkvormige driehoeken berekenen
Maak een verhoudingstabel!
Vul alle zijden in die je weet en je ziet dat je van 2 zijden allebei de maten kent.
Dan is het een kwestie van delen.
15 : 30 = 0,5
Vergrotingsfactor
= 0,5
QR = 40 x 0,5 =20
RP = 50 x 0,5 = 25
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Video
Welke hoek is even groot als hoek A?
A
B
B
D
C
E
D
F
Slide 19 - Quiz
Welke hoek is even groot als
hoek C?
A
B
B
D
C
E
D
F
Slide 20 - Quiz
Welke hoek is even groot als hoek B?
A
C
B
D
C
E
D
F
Slide 21 - Quiz
Slide 22 - Video
Slide 23 - Video
Wat is de afmeting van EF?
A
26 mm
B
9,75 mm
C
17,33 mm
D
19,25 mm
Slide 24 - Quiz
8.1: Vergrotingsfactor
De foto noemen we het
origineel
,
hiervan wordt een vergroting gemaakt.
De vergroting heet het
beeld
.
De vergrotingsfactor bereken je met:
vergrotingsfactor = lengte beeld : lengte origineel
Slide 25 - Slide
8.1: Vergrotingsfactor
Ook kun je foto's verkleinen.
Je blijft dan spreken over een
vergrotingsfactor
.
Ook reken je dit op dezelfde manier uit.
Bij een vergroting is de vergrotingsfactor groter dan 1
Bij een verkleining is de vergrotingsfactor kleiner dan 1
Wat betekent het als de vergrotingsfactor precies 1 is?
Als een kopieerapparaat op 50% staat, dan is de vf = 0,5.
Is dit een vergroting of verkleining?
Hoeveel is de vf bij 150%? Is dit een vergroting of verkleining?
Slide 26 - Slide
8.3
Oppervlakte en inhoud vergroten
Slide 27 - Slide
Vergrotingsfactor
Bereken de vergrotingsfactor.
4,5 : 3 = 1,5
De vergrotingsfactor is dus 1,5
Vergrotingsfactor = lengte beeld : lengte origineel
Slide 28 - Slide
Oppervlakte beeld
De vergrotingsfactor is 1,5
Opp. origineel = 15 cm
Opp. beeld
= 1,5 x 15 = 33,75 cm
Oppervlakte beeld = vergrotingsfactor x oppervlakte origineel
2
2
2
2
Slide 29 - Slide
Slide 30 - Video
Slide 31 - Video
Dus als het gaat om inhoud:
Gebruik dan de formule:
inhoud beeld = vergrotingsfactor x inhoud origineel
3
Slide 32 - Slide
8.4
Schaalmodel
Uitleg zie PowerPoint
Slide 33 - Slide
Uitleg tekenen op schaal
blz. 170 som 69 t/m 73
Slide 34 - Slide
Opdracht:
Meet de lengte + breedte van het klaslokaal.
Teken het bovenaanzicht van het klaslokaal op schaal 1 : 90
Werk netjes met potlood en liniaal.
Slide 35 - Slide
More lessons like this
Kader 3 H5 Kijken en redeneren
November 2019
- Lesson with
27 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
K2, H9, par 2 en 3: vergrotingsfactor en gelijkvormige driehoeken
May 2020
- Lesson with
38 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
2KT hOOFDSTUK 6
March 2022
- Lesson with
21 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 2
Kader 2 H8
May 2020
- Lesson with
25 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
H6 Vergroten en verkleinen par. 6.1 en 6.2
May 2022
- Lesson with
12 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 2
Vergroten en verkleinen 2A, 2B en 2C
May 2022
- Lesson with
22 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Kader 2 H8
April 2020
- Lesson with
41 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Kader 2 H6
February 2023
- Lesson with
28 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2