This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.
Lesson duration is: 90 min
Items in this lesson
Activiteiten organiseren
Slide 1 - Slide
Welkom
Start
Periode 1
Doelen en verwachtingen
Gesprekstechnieken
Aan de slag
Evaluatie
Slide 2 - Slide
Periode 1
Slide 3 - Slide
Doelen
Je weet wat sociale en recreatieve activiteiten zijn
Je hebt basiskennis van omgangsvormen, gesprekstechnieken en begeleidingswijze
Je hebt basiskennis van doelgroepen en groepsprocessen
Je kunt een werkplan maken en volgens werkplan werken
Je kunt werkzaamheden mondeling en schriftelijk rapporteren
Je kunt assisteren tijdens een activiteit
Je kunt het groepsklimaat positief beïnvloeden
Je kunt een activiteit afronden en evalueren
Je kunt op je eigen handelen reflecteren
Slide 4 - Slide
Soorten gesprekken
Helpend
Informatief
Conflict/klachten
Sollicitatie
Functioneren
Slechtnieuws
Slide 5 - Slide
Actief luisteren
Hoe laat je zien dat je actief luistert?
Slide 6 - Slide
Gesprekstechnieken
LSD
BOOS
ANNA
OMA
NIVEA
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Video
Slide 10 - Video
Opdracht
Klachtengesprek observeren
2 x 2 voeren een klachten gesprek anderen observeren
Werkblad klachten maken
Slide 11 - Slide
Aan de theorie
Studenten met de opleiding dienstverlening > Helpende gaan aan de slag in hun theorieboekje Theorie - tot en met opdracht 35
Servicemedewerkers gaan verder in deze lesson up en maken de vragen en opdrachten.
Daarna aan de slag met de lwp
Slide 12 - Slide
Wat wilt u drinken? Dit is een.....
A
gesloten vraag
B
open vraag
C
dubbele vraag
Slide 13 - Quiz
Wat is een gesloten vraag?
A
Hoe ben je hier gekomen?
B
Vind je het spannend?
C
Wat wil je straks gaan doen?
D
Wie heeft je gebracht?
Slide 14 - Quiz
Mevr. de Jager verkeert in onzekerheid of zij naar een verpleeghuis moet verhuizen. Ze zegt tegen jou: 'Als ik moet verhuizen naar een verpleeghuis, hoeft het voor mij allemaal niet meer'.
Hoe reageer jij op deze opmerking van mevr. de Jager?
A
Kop op hoor! Het heeft geen zin om bij de pakken neer te gaan zitten hoor. Het valt straks vast mee.
B
Zo denkt u er nu over, maar ik weet zeker dat u er straks anders over denkt.
C
Ik begrijp wat U bedoelt.
D
U ziet er erg tegenop om te verhuizen. Wat lijkt u daar zo erg aan?
Slide 15 - Quiz
U ziet er erg tegenop om te verhuizen. Wat lijkt u daar zo erg aan?
Welk gesprekstechniek is hier gebruikt?
A
ANNA
B
DIK
C
LSD
D
OEN
Slide 16 - Quiz
Slide 17 - Video
Wees een OEN
Open, Eerlijk en Nieuwsgierig. Sta open voor de ander, wees eerlijk in hetgeen je duidelijk wilt maken en ben oprecht nieuwsgierig naar de ander.
Slide 18 - Slide
Neem ANNA mee
Altijd Navragen, Nooit Aannemen. Vraag altijd na of je goed begrepen hebt wat de ander bedoelt.
Slide 19 - Slide
Smeer met NIVEA
Niet Invullen Voor Een Ander.
Niemand kan in het hoofd van een ander kijken en je weet dus nooit wat de ander wil gaan zeggen. Als iets onduidelijk is, vul dan niet in maar vraag na wat er bedoeld wordt.
Slide 20 - Slide
Laat OMA thuis
Probeer je Oordelen, Meningen en Aannames/Adviezen voor je te houden en luister met een open houding naar de ander.
Slide 21 - Slide
Maak je niet dik
Denk In Kwaliteiten. Besteed aandacht aan hetgeen goed is gegaan en probeer ‘om te denken’.
Slide 22 - Slide
vragen over video:
Schrijf op wat je herkent in deze video van:
-OEN
-ANNA
-NIVEA
-OMA
-DIK
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Video
Welke gesprekstechnieken herkende je?
Slide 25 - Open question
Wat voor een gesprekspartner ben jij?
Slide 26 - Slide
Bedenk een situatie waarin jij een belangrijk gesprek hebt gevoerd. Wat was het doel van dit gesprek?
Slide 27 - Open question
Wat vind je moeilijk als je een gesprek voert?
Slide 28 - Open question
Aan de slag
Je bent vorige week gestart met de lwp (opdracht) organiseren van een activiteit.
Je gaat nu verder met deze LWP, deze opdracht maak je in Word en vind je in het mapje uitstroom.