Gesprekstechnieken






Gespreks
technieken
1 / 32
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson






Gespreks
technieken

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Opfrissen kennis gesprekstechnieken 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Waarom is het belangrijk om de juiste gesprekstechniek te gebruiken?
A
Hierdoor verloopt het gesprek soepel.
B
Dat je sneller klaar bent met het gesprek
C
Hierdoor is het gesprek makkelijker te volgen

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

voor een goede gesprekstechniek is het nodig om goed te kunnen..............
A
luisteren
B
samenvatten
C
doorvragen
D
alle antwoorden zijn juist

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Communicatiemodel

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Hoe noem je het verpakken van de boodschap door de zender?
A
decoderen
B
coderen
C
ruis
D
referentiekader

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Wanneer jij tijdens een gesprek op je telefoon kijkt is er sprake van interne ruis.
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Wat hoort bij interne ruis?
A
als je niet kunt opletten door de muziek op je mobiel
B
als je niet kunt opletten door het geklets van een medestudent
C
als je niet kunt opletten omdat je slecht hebt geslapen
D
als je niet kunt opletten door het geschreeuw van je broertje

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Ruis in het model

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Oorzaken van ruis
Verbale en non-verbale communicatie:
Oogcontact 
Lichamelijke nabijheid 
Gebaren 
Gezichtsuitdrukkingen 
Stemklank
Algemeen overkomen


Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Oorzaken van ruis
Referentiekader:
je opvoeding;

je normen en waarden;
ervaringen die je hebt opgedaan;
je stemming en gevoelens;
het land waar je woont;
of je vrouw of man bent;
je geloof.





Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Oorzaken van ruis
Waarnemen 
Interpreteren:
mv voelt warm aan-  mv heeft koorts
Mv eet slecht-mv heeft geen honger
Mv huilt-mv mist haar dochter

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Effectief luisteren

* Geef aandacht
* Laat verbaal en non-verbaal merken dat je luistert
*Geef de juiste feedback
* Houd je mening of oordeel nog even voor je
* Geef een passende reactie

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Rational Emotive Therapie methode (Rationele Effectiviteits Training)
Relatie tussen denken en emoties

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Het gesprek
  1. Beginfase
    - Creëer een goede sfeer
    - Aangeven van de structuur
  2. Middenfase
    - Gebruik gesprekstechnieken
    - Wat wil patiënt/voorlichting/advies
  3. Eindfase
    - Afronding

Slide 15 - Slide

Creëer een goede sfeer: patient aankijken, aandacht op de ander richten, vriendelijk en belangstellend zijn

Controleer: kan de patiënt je nog volgen? Hoe verloopt het gesprek? Hoe voelt de patiënt zich, zijn jullie tevreden?
Welke
gesprekstechnieken
ken je?

Slide 16 - Mind map

This item has no instructions

Gesprekstechnieken
laat OMA thuis
gebruik LSD
neem ANNA mee
smeer NIVEA
wees een OEN

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Gesprekstechnieken

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Video

This item has no instructions

Wat betekende
de gesprekstechniek
LSD ook al weer?

Slide 20 - Mind map

This item has no instructions

LSD - gesprekstechniek
Een gesprek voeren via LSD bestaat uit:
Luisteren: actief
Samenvatten
Doorvragen

Slide 21 - Slide

Actief luisteren:
1. aankijken tijdens het gesprek
2. knikken
3. interesse tonen met je houding, rechtop zitten

Geef tijdens het gesprek tussendoor even een korte samenvatting. Je checkt of je de ander goed begrijpt
je helpt om de rode draad vast te houden
je stelt de ander gerust: 'ik luister echt naar je'
Je bouwt een brug naar het volgende onderwerp

Doorvragen
Vaak moet je tijdens een gesprek doorvragen om alle informatie te krijgen en deze goed te begrijpen. V

Slide 22 - Video

This item has no instructions

Waar ken je NIVEA van?
A
Een dagcrème
B
Een gesprekstechniek
C
Een nachtcrème
D
Een make-up remover

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent: Laat OMA thuis? de letters oma zijn...
A
open, mening, accepteren
B
ogen, maag, alvleesklier
C
open, mening, adviezen
D
oordelen, mening, adviezen

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Een regel in de communicatie is dat je ANNA meeneemt in een goed gesprek. Waar staat de afkorting ANNA voor?
A
Altijd Noemen, Nooit Aanwijzen
B
Altijd Navragen, Niet zomaar Aannemen
C
Altijd Nemen, Niet Afgeven
D
Altijd Nagaan, Niet Afgaan

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Mevr. de Jager verkeert in onzekerheid of zij naar een verpleeghuis moet verhuizen. Ze zegt tegen jou: 'Als ik moet verhuizen naar een verpleeghuis, hoeft het voor mij allemaal niet meer'.

Hoe reageer jij op deze opmerking van mevr. de Jager?
A
Kop op hoor! Het heeft geen zin om bij de pakken neer te gaan zitten hoor. Het valt straks vast mee.
B
Zo denkt u er nu over, maar ik weet zeker dat u er straks anders over denkt.
C
Ik begrijp wat U bedoelt.
D
U ziet er erg tegenop om te verhuizen. Wat lijkt u daar zo erg aan?

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Parafraseren is
A
hetzelfde als samenvatten van het gesprek
B
is uitgebreid samenvatten van een gesprek
C
is kort weergeven van het onderwerp van het gesprek
D
is een ander woord voor het stellen van vragen

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Canmeds rollen
  • Hoe zat het ook al weer? 


  • Hierna volgt een sleepvraag! 

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Bevorderen van gezondheid. Preventie en bevorderen van zelfmanagment. 
Kan op een professionele manier gerichte communicatie uitvoeren. zo nodig wordt netwerk van de patient betrokken. E-health en andere digitale middelen zijn van toepassing
Coordineert de zorg, ketenzorg kan multidisciplinair zijn. Leiderschap tonen in handelen
Rol van gezondheidsbevorderaar
kennis van: gezond gedrag, interventies voorgedragsverandering en gezondheidsvoorlichting
Rol van Communicator
Kennis van: gesprekstechnieken, motiverende gespreksvoering, beeldbellen
Rol van organisator
Voorbeeld: zorg coordineren, kennis van ketenzorg

Slide 29 - Drag question

This item has no instructions

Vragen?

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Maak de freelearning
'Goed in gesprek' 
Voeg het certificaat toe aan je portfolio. 

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Zijn de doelen behaald?
De student kent:
Het communicatiemodel en de oorzaken van de ruis
De verschillende gesprekstechnieken
De RET methode

Slide 32 - Slide

This item has no instructions