unit 2 - lesson 5 writing

• Engels
• Voortgezet speciaal onderwijs

unit 2 lesson 5 writing

comparison = dingen met elkaar vergelijken

Do you remember? 

* hoe zat het ook al weer met past simple

* en wat als het vragend was? 

* of wat als het juist niet was? 

en hoe zat het ook al weer als iets van iemand was? 

* possessive = bezit

* waar moest je ook alweer op letten?

I walked in the dark.

1. correct
2. incorrect

We buyed a new car.

1. correct
2. incorrect

Did they buy a new car?

1. correct
2. incorrect

She don't wrote a text to me.

1. correct
2. incorrect

Saw Josie a weird man outside?

1. correct
2. incorrect

Peter ... toys

1. 's
2. s
3. '

my parents .. house

1. 's
2. '

the people ... choice

1. s
2. 's
3. '

comparison = trappen van vergelijking

* He is rich - she is ..... and they are the.....

* You are fast - he is .... and they are the .....

* That is expensive - that is ................ and that is ...............

BK unit 2 Lesson 5

P 69-72

opdracht 1, 2,3,4

klassikaal opdr 1 

samen lezen Staff email

                         p 72

KGT unit 2 lesson 5

p 73-76

ex 1 up till 6

comparison = trappen van vergelijking

* gaat het om korte woorden of lange woorden

* waar eindigt het woord op: 

~e

~y 

~klinker+ medeklinker

korte woorden krijgen ~er / ~est

- cold - colder - coldest

- thick -thicker - thickest

maar: 

- save - saver - savest

- easy - easier - easiest

en let op: 

- thin - thinner - thinnest

 

lange woorden krijgen more / most

- meer dan twee lettergrepen

- beautiful - more beautiful - most beautiful

- exciting - more exxiting - most exciting.

0