§ 3.7: Écrire.

septembre
juillet
août
novembre
décembre
octobre
juli
november

december

augustus
september
oktober
1 / 12
next
Slide 1: Drag question
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

septembre
juillet
août
novembre
décembre
octobre
juli
november

december

augustus
september
oktober

Slide 1 - Drag question

Doel:
- Je kunt in korte zinnen een persoon beschrijven.

Slide 2 - Slide

Les:

- Beschrijven van verschillen.
- Herhalen: passé composé.
- Samen: tekst lezen.
Huiswerk:

Leren voor de toets.

Slide 3 - Slide

Elle est ... et il est ... .
Elle a ... et il a ... . 

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Zelfstandig werken:
- mk ex 26 & 27 (af in de les).
- lr voor de toets (schrijven/quizlet).

Slide 9 - Slide

Sleep de vervoegingen naar het juiste vakje
Passé composé
Geen passé composé
Je fais
Il parle
Il a parlé
Nous avons regardé
J'ai fait
Nous regardons

Slide 10 - Drag question

Passé composé
-er
j'ai
prendre
tu as
être
il a
avoir
on a
faire
nous avons
parlé
été
eu
pris
fait

Slide 11 - Drag question

Welke maand hoort bij welk seizoen?
janvier
février
mars
avril
mai
juin
juillet
aout
septembre
octobre
novembre
décembre

Slide 12 - Drag question