320CH spreekwoorden/lezen 17 mei 2022

Nederlands, lesinhoud
Toets spreekwoorden/beeldspraak: voorbereiding
Lees- en luisterexamen 2F: voorbereiding
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 22 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Nederlands, lesinhoud
Toets spreekwoorden/beeldspraak: voorbereiding
Lees- en luisterexamen 2F: voorbereiding

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Wat is het nut van spreekwoorden?
  • Duidelijk! Je hebt aan een half woord genoeg  
  • Het geeft een ons-kent-ons gevoel, als je het over hoge bomen hebt en je bedoelt mensen met een hoge functie...
  • Levendiger: Het bloed onder de nagels vandaan halen
  • Krachtiger: Zo lui als een varken
  • (Welkome) Onderbreking

Slide 3 - Slide

Toets spreekwoorden & beeldspraak
31 mei 2022
Inhoud? 
Voorbeelden uit de les + 
Inhoud boekje spreekwoorden/uitdrukkingen + StarttaalOnline3F-Taalverzorging-Beeldspraak (beeldspraak/betekenissen 1 t/m3 & betekenissen/beeldspraak 1 t/m 3=> taaldossieropdrachten)=THUISOPDRACHT

Slide 4 - Slide

Argumenteren
ArgumentatieLuistervaardigheid: sheet 6 e.v.

Slide 5 - Slide

Argumenteren op dinsdag
320

Nederlands


Slide 6 - Slide

Lesdoelen
Je kunt vertellen wat de begrippen standpunt, argument en weerlegging inhouden en ziet het verband.
Je kunt argumenten uit de tekst halen (opdrachten).
Je herkent signaalwoorden in een betogende tekst.
Je kunt uitleggen wat de 5 drogredenen inhouden.

Slide 7 - Slide

syllogisme 1
  • Stelling 1: Geen van de acteurs is een slaapwandelaar. 
  • Stelling 2: Alle Spanjaarden zijn slaapwandelaars.

  • De conclusie is: Sommige acteurs zijn Spanjaarden.
  • Is deze conclusie juist of onjuist?
  • Onjuist


Slide 8 - Slide

syllogisme 2
  • Stelling 1: Alle postzegelverzamelaars zijn chemici. 
  • Stelling 2: Sommige postzegelverzamelaars zijn Braziliaans.
  • De conclusie is: Geen van de chemici is een Braziliaan.
  • Is deze conclusie juist of onjuist?
  • Onjuist



Slide 9 - Slide

Argumentatie
Standpunt met een argument=> redenering

De aannemelijkheid van de redenering bepaal je door na te gaan of de redenering logisch is.

Logisch redeneren dus! Dat hebben we zojuist gedaan.

Slide 10 - Slide

STANDPUNT
Wat is een standpunt?


Voorbeeldvraag luisterexamen 3F 2019-2020
Vraag 31

Slide 11 - Slide

ARGUMENTATIE
Wat is een argument?

Voorbeeldvraag leesexamen 3F 2019-2020
Vraag 8+29

Slide 12 - Slide

Weerlegging
Wat is een weerlegging?

Voorbeeldvraag luisterexamen 3F 2019-2020
Vraag 39

Slide 13 - Slide

Argumenteren en signaalwoorden

Welke signaalwoorden kunnen worden gebruikt bij het argumenteren?
Als je deze signaalwoorden herkent, herken je ook eerder de argumentatie-> vb: opdr. 1 (blz. 291)

Slide 14 - Slide

Oefenen met argumentatie
Keuze maken:
opdr. 2 (blz. 292 e.v.) leesopdr. OF
opdr. 3 (blz. 294 e.v.) leesopdr.
PLUS maken opdr. 4 (blz. 297-298)
Eerder klaar? Verder spreekwoordenboekje
timer
10:00

Slide 15 - Slide

luisterexamen 2019-2020, vr. 37

Slide 16 - Slide

Drogredenen
Starttaalwerkboek 3F, A, blz. 304

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Aan de slag met drogredenen
Maken: opdr. 8, blz. 305 e.v.

Over 10 minuten kijken we het na.
Eerder klaar? Boekje spreekwoorden

Slide 19 - Slide

Lesdoelen behaald?
Je kunt vertellen wat de begrippen standpunt, argument en weerlegging inhouden en ziet het verband.

Je kunt argumenten uit de tekst halen (opdrachten).

Je kunt uitleggen wat de 5 drogredenen inhouden.

Slide 20 - Slide

Aan de slag!
Maken: boekje Spreekwoorden/uitdrukkingen + starttaalOnline3F-Taalverzorging-Beeldspraak (beeldspraak/betekenissen 1 t/m3 & betekenissen/beeldspraak 1 t/m 3): vervangende opdracht 31/3

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide