W4 - Lezen en argumenteren - les 3 (kopie NN6)

Lezen en Argumenteren
Ik kan een tekst analyseren met het stappenplan
Ik kan hoofd- en bijzaken onderscheiden, tekstverbanden herkennen,
tekstdoel en tekstsoort herkennen
Ik kan standpunt argument en tegenargument herkennen
Ik kan argumentatiestructuren herkennen en benoemen
Ik kan argumentatieschema's en drogredenen herkennen en benoemen

1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Lezen en Argumenteren
Ik kan een tekst analyseren met het stappenplan
Ik kan hoofd- en bijzaken onderscheiden, tekstverbanden herkennen,
tekstdoel en tekstsoort herkennen
Ik kan standpunt argument en tegenargument herkennen
Ik kan argumentatiestructuren herkennen en benoemen
Ik kan argumentatieschema's en drogredenen herkennen en benoemen

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Lezen en Argumenteren
Ik kan een tekst analyseren met het stappenplan
Ik kan hoofd- en bijzaken onderscheiden, tekstverbanden herkennen,
tekstdoel en tekstsoort herkennen
Ik kan standpunt argument en tegenargument herkennen
Ik kan argumentatiestructuren herkennen en benoemen
Ik kan argumentatieschema's en drogredenen herkennen en benoemen

Slide 3 - Slide

Argumentatie
We moesten wel uiteten gaan, want er was niets te eten in huis.

Wat is het standpunt?
Wat is het argument?
Kun je een tegenargument bedenken?
Kun je een weerlegging bedenken?

Slide 4 - Slide

Tegenargument en weerlegging

Met een tegenargument ontkracht je het standpunt.
Met een een weerlegging ontkracht je een argument. 

Slide 5 - Slide

1. Enkelvoudige argumentatie
We moesten wel uiteten gaan, want er was niets te eten in huis.

We moesten wel uiteten gaan
want er was niets te eten in huis
standpunt
argument

Slide 6 - Slide

2. Onderschikkende argumentatie
Ik hoef jou niet te helpen met schilderen.
Ik heb geen tijd.
Ik moet leren voor de toetsweek

Slide 7 - Slide

3. Nevenschikkende argumentatie met 
onafhankelijke argumenten
Het is onmogelijk dat je mijn moeder in Bakel bij de Hema hebt gezien.
Mijn moeder is twee jaar geleden overleden. 
In Bakel is geen Hema. 

Slide 8 - Slide

4. Nevenschikkende argumentatie met
afhankelijke argumentatie
Het etentje was perfect georganiseerd.
De zaal was precies groot genoeg voor het gezelschap.
Over de tafelschikking was goed nagedacht. 
De bediening was uitstekend.

Slide 9 - Slide

5. Onder- en nevenschikkende argumentatie

Kijk voor een voorbeeld op blz. 198

Slide 10 - Slide

Verschillen
Nevenschikkende argumentatie met onafhankelijke argumenten: 
elk argument vormt voldoende verdediging         meer dan nodig
Nevenschikkend met afhankelijke argumenten: 
de argumenten vormen alleen samen voldoende verdediging         naast elkaar
Onderschikkend: argument wordt ondersteund met ander argument
(naar beneden want, naar boven dus)

Slide 11 - Slide

Theorie lezen
Hoofdstuk 6.1 (blz. 194 t/m 196)
Hoofdstuk 6.2 (blz. 197 t/m 201)

Slide 12 - Slide

Oefenen
Hoofdstuk 6.1, opdracht 1 en 2 (blz. 194 t/m 196)
Hoofdstuk 6.2, 1 en 3 (blz. 197 t/m 201)

Slide 13 - Slide

Opdracht 2, vraag 4 (blz. 195)

Slide 14 - Open question

Opdracht 3, vraag 1 (blz. 200)

Slide 15 - Open question

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Lezen en Argumenteren
Ik kan een tekst analyseren met het stappenplan
Ik kan hoofd- en bijzaken onderscheiden, tekstverbanden herkennen,
tekstdoel en tekstsoort herkennen
Ik kan standpunt argument en tegenargument herkennen
Ik kan argumentatiestructuren herkennen en benoemen
Ik kan argumentatieschema's en drogredenen herkennen en benoemen

Slide 22 - Slide