6.4 Vruchten en zaden

6.4 Vruchten & zaden
1 / 26
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

6.4 Vruchten & zaden

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen
Herhalen
Vraag van vandaag?
Uitleg 6.4
Zelfstandig werken
Afsluiting

Slide 2 - Slide

Sleep de namen van de organen van de bloem naar de juiste plaats. 
stempel
vruchtbeginsel
stijl
kelkblad
helmknop
helmdraad
bloemsteel
kroonblad

Slide 3 - Drag question

Wat zie je hier gebeuren?
A
Bestuiving
B
Bevruchting
C
Vorming van stuifmeelbuis
D
Vorming van zaden

Slide 4 - Quiz

9.
Eicel
Kern eicel
Kern stuifmeel
Stempel
Stijl
Stuifmeelbuis
Stuifmeelkorrel
Vruchtbeginsel
Zaadbeginsel

Slide 5 - Drag question

Uit welke twee delen bestaat een meeldraad?
A
Uit een stempel en vruchtbeginsel
B
Uit een helmknop en stijl
C
Uit een helmknop en helmdraad
D
Uit een stempel en stijl

Slide 6 - Quiz

Welke bewering is juist?
A
Kroonbladeren zijn vaak fel gekleurd
B
Kelkbladeren zijn vaak fel gekleurd
C
Kroonbladeren beschermen de bloem in knop
D
Kelkbladeren lokken insecten

Slide 7 - Quiz

Een appel heeft 3 pitten. Hoeveel zaadbeginsels zijn deze pitten ontstaan? En kan de appelbloesem meer zaadbeginsels hebben gehad? leg je antwoord uit

Slide 8 - Open question

In het vruchtbeginsel zitten acht zaadbeginsels.
Elk zaadbeginsel bevat
A
1 eicel
B
1 stuifmeelkorrel
C
8 eicellen
D
8 stuifmeelkorrels

Slide 9 - Quiz

Welke bloemen maken stuifmeel?
A
Bloem 1 en 3
B
Bloem 2 en 3
C
Alle bloemen
D
Alleen bloem 2

Slide 10 - Quiz

Windbloem
Insectenbloem
Windbloem
Insectenbloem

Slide 11 - Drag question

Zelfbestuiving: stuifmeel blijft op dezelfde plant
Kruisbestuiving: stuifmeel komt terecht op een andere plant van dezelfde soort

Slide 12 - Slide

Bestuiving = stuifmeel wordt overgebracht van de meeldraad naar de stempel van een stamper van een bloem van dezelfde soort

Slide 13 - Slide

Je kunt beschrijven hoe de bevruchting bij zaadplanten verloopt. 
  • Als een stuifmeelkorrel op de stempel ligt, maakt hij een stuifmeelbuis.
  • Zo komt hij bij de eicel in het zaadbeginsel terecht en ontstaat bevruchting.
  • de kern van de eicel en de kern van de stuifmeelkorrel komen samen in 1 cel.

Slide 14 - Slide

Vraag van vandaag
Welke vrucht heeft de meeste zaden?

Slide 15 - Slide

6.4 Vruchten & zaden

Slide 16 - Slide

Leerdoel 
  • Je kunt de veranderingen in het vruchtbeginsel na bevruchting beschrijven.

Slide 17 - Slide

Een vrucht
  1. De bloem voor bevruchting
  2. Vruchtbeginsel en zaadbeginsel groeien.
  3. Kroonblad en kelkblad verdwijnen
  4.  Bloemkelk verschrompelt
  5. Zaadhuid donkerder

Slide 18 - Slide

Verschillende vruchten
  • Sommige vruchten bevatten vruchtvlees: het zachte, soms eetbare gedeelte van de vrucht. 
  • Vruchtvlees kan ontstaan uit het vruchtbeginsel of uit de bloembodem.

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Slide 21 - Slide

  • Appels, kersen, tomaten en peulen zijn vruchten. 
  • Bonen, erwten en de pitten in appels, kersen en tomaten zijn zaden. 
  • Voor elk van deze zaden is de kern van de eicel in een zaadbeginsel versmolten met de kern van een stuifmeelkorrel.

Slide 22 - Slide

Een passievrucht is ontstaan uit een passiebloem.
In deze passievrucht zitten honderd zaden.
Hoeveel stuifmeelkorrels zijn nodig geweest om honderd zaden te laten ontstaan?
A
1
B
50
C
100
D
200

Slide 23 - Quiz

Wat gebeurd er na bevruchting met de bloemkelk?
A
Groeit uit tot vrucht
B
Groeit uit tot bloem
C
Verschrompelt
D
blijft gewoon een bloemkelk

Slide 24 - Quiz

Groeien uit tot een vrucht
Groeien uit tot een zaad
Vallen af
Verschrompelen
Kroonbladeren
Meeldraden
Bloemkelk
Vruchtbeginsel
Zaadbeginsel met bevruchte eicel

Slide 25 - Drag question

Huiswerk
  • Thema 6:
  • 6.4 Vruchten en zaden
  • Keuze 1: Opdracht 1,2 4, 6, 7 en 8
Keuze 2: Opdracht 1,2 4, 7, 8 en 9

De eerste 10 minuten zelfstandig werken, daarna mag je overleggen.
timer
10:00

Slide 26 - Slide