Th 3 Vertering BS 4

Th 3 Vertering BS 4
Resorptie = opname van (voedings)stoffen in het bloed
1 / 21
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Th 3 Vertering BS 4
Resorptie = opname van (voedings)stoffen in het bloed

Slide 1 - Slide

Begrippen BS4
dunne darm
darmplooien
darmvlokken
darmepitheel
actief transport
dikke darm
blinde darm
appendix
endeldarm
anus
ontlasting

Slide 2 - Slide

Welke weg legt het voedsel af? Plaats de woorden in de goede volgorde!
Mondholte
Maag
endeldarm
slokdarm
dikke darm
dunne darm

Slide 3 - Drag question

Waar worden de meeste voedingsstoffen opgenomen in het bloed?
A
dunne darm
B
dikke darm
C
twaalfvingerige darm
D
endeldarm

Slide 4 - Quiz

resorptie: dunne darm
opname van meeste voedingsstoffen
groot oppervlak door plooien
binas 82C

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

0

Slide 7 - Video

Resorptie
  • Opname voedingsstoffen
  • Groot oppervlakte 
  • actief en passief transport! 

Slide 8 - Slide

Bijzonderheden
Vet lost niet op in water.
Vertering en opname moeilijker.
Gal emulgeert vet. Lipase verteert vet. Darmcellen nemen vetzuren en glycerol op --> lymfe



Slide 9 - Slide

Dikke darm
* resorptie van water, mineralen, vitaminen (K)
Darmflora:
       - 150 soorten bacteriën
       - nuttige bacteriën om voedingsvezel af te breken
       - vitamine (K) productie
* veel water in verteringssappen
* Waar komt al dat water vandaan?(BINAS 82 F)

Diarree? Problemen in de dikke darm!

Slide 10 - Slide

blinde darm
Ook bekend als: 
  • appendix (= laatste stukje)
  • wormvormig aanhangsel
functie
  • geen actieve functie bij de mens?
  • rudimentair? -> reservoir voor bacteriën --> blinde darm ontsteking
  • bij dieren belangrijk voor darmflora

Slide 11 - Slide

Waar in je lichaam verteer je koolhydraten?
wel
niet
mond
maag
12- vingerige darm
dunne darm

Slide 12 - Drag question

Chemische vertering
Mechanische vertering
Enzymen
Kauwen
Om voedsel beter te kunnen doorslikken
Oppervlakte vergroting
Verteringssappen 
O.a. in de maag

Slide 13 - Drag question

endeldarm
maag
alvleeslklier
twaalfvingerige darm
dunne darm
galblaas
dikke darm

Slide 14 - Drag question

1. Als de dikkedarm ontstoken is kun je diarree
krijgen
2. Als de maag geen maagsap produceert, blijven
slechte bacteriën in je maag leven
A
beide waar
B
beide nietwaar
C
1 waar 2 nietwaar
D
1 nietwaar 2 waar

Slide 15 - Quiz

In welke darm vindt de meeste resorptie van water plaats??
A
dunne darm
B
dikke darm

Slide 16 - Quiz

Zet in volgorde van groot naar klein:
Microvilli – Darmvlok - Darmplooi
A
Microvilli – Darmvlok - Darmplooi
B
Microvilli – Darmplooi - Darmvlok
C
Darmplooi – darmvlok – microvilli
D
Darmplooi – microvilli - darmvlok

Slide 17 - Quiz

2) Bij een resorptiestoornis worden te weinig of geen voedingsstoffen uit het voedsel opgenomen in het bloed. De benodigde voedingstoffen moeten dan via een infuus in de bloedbaan worden toegediend. Noteer de letter uit de afbeelding hiernaast die het gedeelte aangeeft dat bij deze patiënt niet goed functioneert.
(klik op de afbeelding om te vergroten)
A
P
B
Q
C
R
D
S

Slide 18 - Quiz

Waar bevinden zich veel bacteriën?
A
Slokdarm
B
Maag
C
Dunne darm
D
Dikke darm

Slide 19 - Quiz

Bij een sporenonderzoek bij een moord nemen ze een monster van een onbestemd iets. Bij analyse van het monster treffen ze eiwitten, glycogeen en zetmeel aan.
Welke uitspraak over de herkomst is het meest logisch.
A
het is van een broodje ham
B
het komt van planten
C
het komt van dieren
D
het betreft faeces (poep)

Slide 20 - Quiz

Huiswerk
Maak opdracht 24 t/m 27 (25 overslaan)
Verdieping: opdracht 28

lees BS5

Slide 21 - Slide