Het atoommodel

Wat weet je nog uit de 3e klas
Uitleg paragraaf
Even checken 
Wat gaan we doen vandaag?
1 / 14
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Wat weet je nog uit de 3e klas
Uitleg paragraaf
Even checken 
Wat gaan we doen vandaag?

Slide 1 - Slide

Na deze les kun je:

    • de bouw van een atoom beschrijven.  
    • het massagetal herleiden naar de som van de protonen en neutronen van een atoom.   
    • het aantal protonen of neutronen berekenen aan de hand van het massagetal.  

    Wat weet je na deze les

    Slide 2 - Slide

    Kern met daaromheen de elektronen
    Een atoom:

    Slide 3 - Slide

    Het aantal protonen in de kern bepaalt welke atoomsoort het is.

    Dit is het ATOOMNUMMER.

    Dus: 
    atoomnummer = aantal protonen

    BINAS 34 
    In de kern

    Slide 4 - Slide

    Proton:            1+ lading (Positief)
    Neutron:         0 lading (Neutraal)

    Kern POSITIEF geladen
    Atoom in geheel heeft GEEN lading
    In de kern

    Slide 5 - Slide

    Het element met atoomnummer 11 is natrium
    A
    ja
    B
    nee

    Slide 6 - Quiz

    Kern met daaromheen de elektronen
    Alle deeltjes in de kern wegen evenveel 

    Dus:
    1 proton weegt: 1u 
    1 neutron weegt: 1u

    u staat voor atomaire eenheid

    Het aantal deeltjes in de kern is het MASSAGETAL.

    BINAS 34 of gegeven in de som!

    Slide 7 - Slide

    Een atoom heeft 3 protonen. Hoeveel elektronen heeft het?
    A
    2
    B
    3
    C
    4
    D
    5

    Slide 8 - Quiz

    Hoeveel neutronen heeft Broom?
    A
    35
    B
    45
    C
    55

    Slide 9 - Quiz

    Een proton heeft een lading 1+
    A
    ja
    B
    nee
    C
    soms

    Slide 10 - Quiz

    Elk atoom bestaat uit 3 elementaire deeltjes
    A
    waar
    B
    niet waar

    Slide 11 - Quiz

    bij een atoom geldt: het aantal elektronen geeft het atoomnummer aan
    A
    waar
    B
    niet waar

    Slide 12 - Quiz

    protonen + neutronen = massagetal
    A
    waar
    B
    niet waar

    Slide 13 - Quiz

    Slide 14 - Slide