Oefenvragen H2 Bewegen

H2 Bewegen: Oefenvragen
2.1 Het skelet
2.2 Skelet en houding
2.3 In beweging
2.4 Blessures
2.5 Dieren bewegen 
1 / 27
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

H2 Bewegen: Oefenvragen
2.1 Het skelet
2.2 Skelet en houding
2.3 In beweging
2.4 Blessures
2.5 Dieren bewegen 

Slide 1 - Slide

Wat is geen functie van het skelet?
A
Bescherming van organen
B
Rondpompen van het bloed
C
Stevigheid aan het lichaam geven

Slide 2 - Quiz


Hoe heten de groen gekleurde botten?
A
Halswervels
B
Borstwervels
C
Lendewervels
D
Heiligbeen

Slide 3 - Quiz

Succes !
opperarmbeen
teenkootje
dijbeen
sleutelbeen
schedel
heupbeen
kuitbeen

Slide 4 - Drag question

Zet in de goede volgorgde, van boven naar beneden (1 is boven)
1
2
3
4
borstwervel
heiligbeen
halswervel
lendenwervel

Slide 5 - Drag question

Pijpbeenderen zijn langwerpig en komen vooral voor in de romp.
A
juist
B
onjuist

Slide 6 - Quiz

De ellepijp is een voorbeeld van een pijpbeen.
A
juist
B
onjuist

Slide 7 - Quiz

teenganger
zoolganger
hoefganger
complete voetzool
teenkootjes
voorste teenkootjes
struisvogel
mens
giraf

Slide 8 - Drag question


Het botje op de foto
A
heeft in zoutzuur gelegen. De kalkzouten zijn opgelost.
B
is in een vlam gehouden. De kalkzouten zijn verbrand.
C
heeft in zoutzuur gelegen. De lijmstof is opgelost.
D
is in een vlam gehouden. De lijmstof is verbrand.

Slide 9 - Quiz

kogelgewricht
rolgewricht
scharniergewricht
onderarm
knie
enkel

Slide 10 - Drag question

Welk gewricht is het meest beweeglijk?
A
Naad
B
Kogelgewricht
C
Rolgewricht
D
Scharniergewricht

Slide 11 - Quiz

Wat zit er in beenweefsel?
A
Kraakbeencellen
B
Tussencelstof met veel kalk
C
Tussencelstof met veel lijm

Slide 12 - Quiz

Hoe zitten de botjes van de vingers aan elkaar vast?
A
Naden
B
Kraakbeen
C
Vergroeid
D
Gewrichten

Slide 13 - Quiz

gewrichtskogel
kraakbeen
gewrichtssmeer
kapselband

Slide 14 - Drag question

Welk onderdeel van het gewricht maakt gewrichtssmeer aan?
A
gewrichtskom
B
kraakbeen
C
gewrichtsband
D
gewrichtskapsel

Slide 15 - Quiz

Welk onderdeel zorgt voor extra stevigheid van het gewricht?
A
gewrichtskom
B
kraakbeen
C
gewrichtsband
D
gewrichtskapsel

Slide 16 - Quiz

De antagonist van de armbuigspier is de
A
biceps
B
kuitspier
C
triceps
D
voorste dijspier

Slide 17 - Quiz

Op volgorde van groot naar klein:
A
spierbundel - spiervezel - spiercel - spier
B
spiercel - spiervezel -spierbundel - spier
C
spiervezel - spierbundel - spier - spiercel
D
spier - spierbundel -spiervezel - spiercel

Slide 18 - Quiz


Welk onderdeel is Q?
A
de spierschede
B
een spiervezel
C
een spierbundel
D
een pees

Slide 19 - Quiz

Met welke letter is de spierbundel aangegeven?
A
Met A
B
Met B
C
Met C
D
Met D

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Slide

Bekijk de afbeelding. Wat gebeurt er als spier D zich samentrekt?
A
het heupgewricht buigt zich
B
het heupgewricht strekt zich
C
het kniegewricht buigt zich
D
het kniegewricht strekt zich

Slide 22 - Quiz

Wat is niet waar over tussenwervelschijven?
A
ze werken als schokbrekers
B
ze zitten tussen de wervels
C
ze maken de rug een beetje beweeglijk
D
ze bestaan uit been

Slide 23 - Quiz

Welke houding is goed?
A
eerste
B
tweede
C
derde
D
vierde

Slide 24 - Quiz

Spierblessure
spierpijn
spierscheuring
spierkramp
peesontsteking
overbelasting
plotselinge beweging
te weinig doorbloeding
te vaak dezelfde beweging

Slide 25 - Drag question

Botblessure
voetbalknie
ontwrichting
verzwikking
kneuzing
gescheurde meniscus
gewrichtskogel uit de kom
kapselbanden uitgerekt
inwendige bloeding

Slide 26 - Drag question

Vragen??
Veel succes met leren :) 

Slide 27 - Slide