3T H7 Stevigheid en beweging
1 / 26
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Wat is geen functie van het skelet?
A
Bescherming van organen
B
Rondpompen van het bloed
C
Maken van bloedcellen
D
Stevigheid aan het lichaam geven
Slide 3 - Quiz
schoudergordel
borstkas
bekkengordel
schedel
fontanel
borstwervel
bovenkaak
ribben
bekken
borstbeen
heupbeen
schouderblad
sleutelbeen
Slide 4 - Drag question
Pijpbeenderen zijn langwerpig en komen vooral voor in de romp.
A
juist
B
onjuist
Slide 5 - Quiz
Rood beenmerg bevindt zich vooral in de koppen van pijpbeenderen.
A
juist
B
onjuist
Slide 6 - Quiz
In geel beenmerg is ... opgeslagen
Slide 7 - Open question
De ellepijp is een voorbeeld van een pijpbeen.
A
juist
B
onjuist
Slide 8 - Quiz
teenganger
zoolganger
hoefganger
complete voetzool
teenkootjes
voorste teenkootjes
struisvogel
mens
giraf
Slide 9 - Drag question
Wat geldt niet voor het weefsel van de foto:
A
cellen liggen in groepjes
B
stevig maar toch flexibel
C
veel kalkzouten
D
neus
Slide 10 - Quiz
Beenweefsel bestaat uit kalkzouten en ......
Slide 11 - Open question
Het botje op de foto
A
heeft in zoutzuur gelegen. De kalkzouten zijn opgelost.
B
is in een vlam gehouden. De kalkzouten zijn verbrand.
C
heeft in zoutzuur gelegen. De lijmstof is opgelost.
D
is in een vlam gehouden. De lijmstof is verbrand.
Slide 12 - Quiz
Beenverbindingen
Slide 13 - Mind map
Noem 4 soorten verbindingen.
Slide 14 - Open question
Noem 3 typen gewrichten.
Slide 15 - Open question
kogelgewricht
rolgewricht
scharniergewricht
onderarm
knie
enkel
Slide 16 - Drag question
Slide 17 - Slide
De antagonist van de armbuigspier is de
A
biceps
B
kuitspier
C
triceps
D
voorste dijspier
Slide 18 - Quiz
Op volgorde van groot naar klein:
A
spierbundel - spiervezel - spiercel - spier
B
spiercel - spiervezel -spierbundel - spier
C
spiervezel - spierbundel - spier - spiercel
D
spier - spierbundel -spiervezel - spiercel
Slide 19 - Quiz
Slide 20 - Slide
Wat wordt bedoeld met de aanhechtingsplaats?
Slide 21 - Open question
Wat is niet waar over tussenwervelschijven?
A
ze werken als schokbrekers
B
ze zitten tussen de wervels
C
ze maken de rug een beetje beweeglijk
D
ze bestaan uit been
Slide 22 - Quiz
Welke houding is goed?
A
eerste
B
tweede
C
derde
D
vierde
Slide 23 - Quiz
Spierblessure
spierpijn
spierscheuring
spierkramp
peesontsteking
overbelasting
plotselinge beweging
te weinig doorbloeding
te vaak dezelfde beweging
Slide 24 - Drag question
Botblessure
voetbalknie
ontwrichting
verzwikking
kneuzing
gescheurde meniscus
gewrichtskogel uit de kom
kapselbanden uitgerekt
inwendige bloeding
