Herhalingsles H3

Herhalingsles H3
Schrijf mee en maak aantekeningen. 
Deze PPT krijg je niet toegestuurd. Dit is je enigste kans op herhaling en de belangrijkste onderwerpen.
1 / 23
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Herhalingsles H3
Schrijf mee en maak aantekeningen. 
Deze PPT krijg je niet toegestuurd. Dit is je enigste kans op herhaling en de belangrijkste onderwerpen.

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Directe en indirecte ruil

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Van ruilen komt huilen

- Directe ruil

- Indirecte ruil

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Geldfuncties

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Chartaal en giraal geld.
chartaal
giraal

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Chartaal vs giraal geld
Chartaal geld:                                         Giraal geld:





Munten & bankbiljetten                     Betaalrekening & bankrekening 
= contant geld/cash                            

Slide 6 - Slide

Ander woord voor betaalrekening & bankrekening is een lopende rekening of rekening courant.
Chartaal geld   -    giraal geld

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Hoe kan je elektronisch betalen?

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Elektronisch betalen

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

CREDITSALDO DEBETSALDO

* Creditsaldo: positief saldo

* Debetsaldo: negatief saldo 
                              (rood staan)

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Spaarmotieven

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Eigenschappen spaarrekening en spaardeposito
Spaarrekening
Spaardeposito
spaargeld
vrij opneembaar
staat vast (boete bij eerder opnemen)
rente
variabel
vast
rentepercentage
lager dan bij deposito
hoger dan bij spaarrekening

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Enkelvoudige rente
Op spaardeposito's krijg je enkelvoudige rente: de rente wordt niet aan je spaargeld toegevoegd. 

Enkelvoudige rente = rentepercentage : 100 x spaarbedrag

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Enkelvoudige rente

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Leenmotieven

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Kredietkosten
kredietkosten




Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Drie kredietvormen
Er zijn drie kredietvormen:
  1. Salariskrediet

  2. Persoonlijke lening 

  3. Doorlopend krediet 
- 500

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Kredietvormen

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Banken
Banken bemiddelen tussen vraag naar geld en aanbod van geld:

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Handel in de Eurozone
Eurozone: alle landen die betalen met de Euro

Waarom is het makkelijker om te importeren en exporteren in de Eurozone?

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Eurozone


Wat is het voordeel van op 
vakantie gaan in de 
Eurozone?

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

De wisselkoers
- De wisselkoers geeft de verhouding tussen de euro en vreemde valuta aan.

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Omrekenen: hoe doe je dat?
 wisselkoers euro                               u koopt                   u verkoopt
Denemarken - kroon (DKK)               7,39                              7,48

Voor vakantie naar Denemarken wil je € 200,- omwisselen. Hoeveel DKK krijg je van de bank?
DKK 1.478,-

Slide 23 - Slide

This item has no instructions