Schrijfportfolio

Python intro
Programming basics-II
Les 3 / Week 7a
Schrijfportfolio 
Nederlands
Les 1 / Week 12 c
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Python intro
Programming basics-II
Les 3 / Week 7a
Schrijfportfolio 
Nederlands
Les 1 / Week 12 c

Slide 1 - Slide

Planning
10 min. Welkom & presentie
5  min. Uitleg schrijfportfolio
25 min. Opdracht beoordelingsaspecten
(10 min. Schrijfplan klachtenbrief)
5 min. Afsluiten les

Slide 2 - Slide

Leerdoel deze les
Je kunt in je eigen woorden uitleggen wat de beoordelingsaspecten van het schrijfexamen betekenen. 
Je kunt aangeven op welke aandachtspunten je per beoordelingsaspect kunt letten om een voldoende of een goed te scoren. 

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Vertalen in eigen woorden
  • Bestudeer de Beoordelingsrubric voor het examen Schrijven in It's Learning. 
  • Noteer met je groep in jullie eigen woorden voor het aangewezen aspect het volgende: 
    - Wat de aandachtspunten zijn bij het aspect om een voldoende te halen. 
    - Waar je bij het schrijven extra op kan letten om voor het aspect goed te scoren.
  • Per aspect krijgt de groep de beurt. Je vertelt dan kort wat je voor dat aspect hebt genoteerd.
  • Maak aantekeningen over de aspecten die je met je groep nog niet bestudeerd hebt.
  • Bewaar de aantekeningen en doe er je voordeel mee tijdens het schrijven van de opdrachten voor je schrijfportfolio.
timer
15:00

Slide 5 - Slide

Beoordelingsaspecten
Samenhang
Afstemming op doel
Afstemming op publiek
Woordgebruik & woordenschat
Spelling, interpunctie en grammatica
Leesbaarheid



Wie vertelt

Slide 6 - Slide

Samenhang
De verschillende alinea's van de tekst hebben met elkaar te maken. --> voegwoorden & verbindingswoorden. (waardoor, want, omdat, daardoor, doordat) 
Aanbrengen van tekst-verband. Bijv.: oorzaak-gevolg, tijdsvolgorde, volgorde, mening-argumenten, enz. 
Onderscheid hoofdzaken & bijzaken. Hoofdzaken geven de belangrijkste info in de tekst, bijzaken geven extra info over de hoofdzaken. Rode draad van de tekst blijft duidelijk. 


Slide 7 - Slide

Afstemming op doel
Je zorgt dat je de lezer: overtuigt, informeert, amuseert, motiveert, uitleggen hoe die iets moet doen, enz. Dus --> wat je met de tekst wil bereiken, blijkt uit hoe je het schrijft, zonder dat je letterlijk zegt 'ik ga je in deze tekst motiveren/overtuigen/enz.'
Je kunt meerdere doelen binnen 1 tekst bereiken. 
Laat zien wat je kan --> vul aan op wat in de opdracht als minimaal wordt gevraagd. 


Slide 8 - Slide

Afstemming op publiek
Je past je (tekst) aan op de doelgroep, door te letten op: de situatie, het doel van de mensen die de tekst gaan lezen, taalgebruik dat past bij je lezer, de toon die past bij het onderwerp en het doel van je tekst. 
Schrijf op een manier die past bij wie je bent. = persoonlijke schrijfstijl laten zien, waarbij je jezelf wel aanpast op de lezer van de tekst. 

Slide 9 - Slide

Woordgebruik en woordenschat
Laat zien wat je in huis hebt. Maak geen kleuterverhaaltje 'en toen en toen en toen' Maar zorg voor afwisseling. 

Kleed je tekst aan door gebruik van spreekwoorden, uitdrukkingen enz. 'Oude koeien uit de sloot halen.'



Slide 10 - Slide

Spelling, interpunctie en grammatica
(Werkwoord)spelling = correct 
Gebruik van punten, komma's, hoofdletters = correct
Zinsbouw (woordvolgorde enz.) = correct

Slide 11 - Slide

Leesbaarheid
Correct gebruik van titels, tussenkopjes, alinea-indeling, witregels. 
Correct gebruik van conventies: Bijv. Een mail heeft een aanhef en een afscheidsgroet, een artikel heeft een titel en tussenkopjes, een zakelijke brief heeft correcte adressering. 

Slide 12 - Slide

Voor welk beoordelingsaspect heb jij de meeste voorbereiding nodig denk je?
Samenhang
Afstemming op doel
Afstemming op publiek
Woordgebruik en woordenschat
Spelling, interpunctie en grammatica
Leesbaarheid

Slide 13 - Poll

Hoe ga je zorgen voor samenhang in je teksten?

Slide 14 - Open question

Huiswerk & volgende les:
Huiswerk:
  • Verwerk je aantekeningen over de beoordelingsaspecten, zodat je deze de volgende lessen kunt terugvinden. 

Volgende les: 
  • Klachtenbrief: Schrijfplan, Eerste opzet samen, Klachtenbrief schrijven. 

Slide 15 - Slide

Schrijfplan maken
  • Als je een langere tekst gaat schrijven, is het handig om eerst een schema te maken voor je tekst: een schrijfplan. 
  • In het schrijfplan geef je aan wat het onderwerp is, met welk doel je de tekst schrijft, welke deelonderwerpen je gaat bespreken en wat het belangrijkste is dat je over het onderwerp en de deelonderwerpen wilt vertellen (hoofdgedachte). 
  • Dit helpt je om je tekst te structureren en om na te denken over de opbouw.

Slide 16 - Slide

Schrijfplan
Het onderwerp verwerk je in de inleiding van je tekst. 
In de kern werk je de deelonderwerpen uit in een logische volgorde. 
Behandel in elke alinea één deelonderwerp. 
In het slot kun je bijvoorbeeld kort samenvatten wat je hebt gezegd, of een conclusie trekken.
Noteer in je schrijfplan steeds de inhoud van een onderdeel in een paar woorden (trefwoorden).

Slide 17 - Slide

Upload een screenshot van je schrijfplan:

Slide 18 - Open question