2HV Wederkerende werkwoorden présent

2HVa
- uitleg appr. 5 
- werken aan 4.5 


tache de la semaine:
apprendre: appr. 5
faire: barre 4.5 


1 / 20
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

2HVa
- uitleg appr. 5 
- werken aan 4.5 


tache de la semaine:
apprendre: appr. 5
faire: barre 4.5 


Slide 1 - Slide

La journée commence...

Slide 2 - Slide

à 6 heures...
je me lève.

Slide 3 - Slide

à 6h30...
je me douche et je me lave.

Slide 4 - Slide

Mon petit frère s'habille....
et ma petite soeur se maquille.

Slide 5 - Slide

De 8h30 à 16h...
je suis à l'école 
et 
je m'ennuie.

Slide 6 - Slide

à la cantine...
mon copain 
se moque de moi.

Slide 7 - Slide

Après l'école...
nous nous amusons à jouer des jeux vidéos.

Slide 8 - Slide

A 22h00...
je me couche. 

Slide 9 - Slide

On va regarder une courte vidéo

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

hele ww: se laver

je me lave
tu te laves
il/elle/on se lave
nous nous lavons
vous vous lavez
ils/elles se lavent
hele ww: zich wassen

ik was me
jij wast je
hij/zij men wast zich
wij wassen ons
jullie wassen je / u wast zich
zij wassen zich

Slide 12 - Slide

ik vergis me
(se tromper)
A
je trompe
B
je me trompe
C
je trompe me
D
je se trompe

Slide 13 - Quiz

wij vragen ons af
(se demander)
A
nous demandons
B
nous demandons nous
C
nous nous demandons
D
nous se demandons

Slide 14 - Quiz

u staat op
(se lever)
A
on se lève
B
vous levez
C
on lève se
D
vous vous levez

Slide 15 - Quiz

zij traint
(s'entraîner)
A
elle se entraîne
B
elle s'entraîne
C
elle se s'entraîne
D
elle entraîne

Slide 16 - Quiz

Wederkerende werkwoorden
je
tu
il
nous
vous
ils
se / s'
vous
nous
me / m'
te / t'

Slide 17 - Drag question

ils se trompent
je m'entraine
tu te lèves
ils s'amusent
je me présente
tu te maquilles
ik stel me voor
zij vermaken zich
ik train
zij vergissen zich
jij maakt je op
jij staat op

Slide 18 - Drag question

Vul het juiste wederkerend werkwoord in: Nous (se doucher) le soir.

Slide 19 - Open question

Il y a des questions ?


werken aan 4.5
leren: appr. 5

(dit moet maandag na de vakantie af zijn!)


Slide 20 - Slide