Les 3 - Gezonde voeding 2

Voedingsleer - les 3
1 / 19
next
Slide 1: Slide
VoedingsleerMBOStudiejaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Voedingsleer - les 3

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Weekplanning
Week 1: Gezonde voeding
Week 2: Vervolg gezonde voeding + spijsverteringskanaal 
Week 3: Allergenen en intoleranties
Week 4: Spijsverteringskanaal d.m.v. excursie Body Worlds
Week 5: Bouw en de vertering van voedingsstoffen
Week 6: Vervalt 
Week 7: Herhaling en oefentoets
Week 8: Toets

Toetscijfer (80%) + opdracht folder (10%) + opdracht 'Hoe gezond eet ik?' (10%) = eindcijfer (100%) 

Slide 2 - Slide

Vermelden welke lessen uitvallen
Lesplanning
  • BMI 
  • Middelomtrek
  • Lichaamsvorm
  • Energiebehoefte en metabolisme

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
  • Je kent de betekenis van BMI en de middelomtrek;
  • Je hebt kennis van de invloed van de vetverdeling bij mensen;
  • Je kunt uitleggen waarvan de energiebehoefte afhankelijk is en op welke manier het energiemetabolisme werkt.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Gezond gewicht
Een gezond gewicht is afhankelijk van de BMI en de middelomtrek. BMI staat voor Body Mass Index.

Slide 5 - Slide

Een gezond gewicht is afhankelijk van de BMI en de middelomtrek. BMI staat voor Body Mass Index.
BMI = Body Mass Index

  • Index voor het gewicht in verhouding tot lichaamslengte
  • Schatting van het gezondheidsrisico van je lichaamsgewicht. 
  • De BMI is niet altijd betrouwbaar

Slide 6 - Slide

De BMI is niet altijd betrouwbaar:

De BMI kan bepaald worden vanaf een leeftijd van 2 jaar. Dit kan niet voor kinderen jonger dan 2 jaar aangezien deze leeftijdsgroep nog veel verandert, groeit maar ook het bewegingspatroon aanpast (leren lopen etc.)

Ook is de schaalindeling van de BMI niet voor iedereen hetzelfde. Nederlanders met een afkomst uit Zuid- Azie of een afrikaans land krijgen een ander advies. Dit heeft te maken met het risico op ziekte. Het is dan al verstandig om af te vallen bij een BMI hoger dan 23 in plaats van bij een BMI hoger dan 25. 

Voor sommige groepen, zoals mensen met een Aziatische of Hindoestaanse afkomst, gelden bovendien andere grenswaarden voor de grens tussen een gezond gewicht en overgewicht. Dat heeft te maken met een andere lichaamsbouw.

Wanneer je veel sport en veel spieren hebt is de BMI ook niet geheel betrouwbaar, dit komt omdat spieren zwaarder zijn dan vet, en je dus met veel spieren meer gewicht hebt en dus een hoger BMI terwijl je geen teveel aan vet hebt. 

Tessa is 18 jaar, weegt 75 kg en is 1 meter 80 lang. Wat is haar BMI? Reken uit. 


Slide 7 - Slide

BMI = 23,1 
Wat is jouw BMI?
Bereken je eigen BMI
https://www.voedingscentrum.nl/bmi.aspx

BMI = kg / (lengte  in meters × lengte in meters)


Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Bepaal je middelomtrek
  1. Meet de middelomtrek tussen de onderkant van de onderste rib en de bovenkant van het bekken
  2. Adem uit en lees jouw middelomtrek af

Meestal combi van BMI en middelomtrek om gezondheid gewicht aan te geven
Niet: Dan resultaat middelomtrek

Slide 9 - Slide

Je buikomvang is te groot:
bij vrouwen: 88 cm of meer
bij mannen: 102 cm of meer

Let op! Vanaf deze waarden heb je een te grote buikomvang. Je risico op hart- en vaatziekten kan dan verhoogd zijn. Dit geldt in ieder geval als je BMI boven de 25 is. Meet daarom ook je BMI.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Welke lichaamsvormen ken je?

Slide 11 - Mind map

This item has no instructions

Slide 12 - Video

This item has no instructions

 Vetverdeling
Mannen: 
Het vet wordt voornamelijk 
in de weefsels rond de darmen en buik opgeslagen. 
Daarmee krijgt de lichaamsbouw van de man een appelvorm. 

Vrouwen: 
Vet wordt rond de heupen en billen opgeslagen. Zij worden peervormig. 

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Mannen
Vet opgeslagen in weefsel rond de darmen en buik. 

Dit vet is groot en metabolisch actief. Dit vet kan makkelijk worden afgegeven. Vet wordt makkelijker verbrand.


Vrouwen
Vet opgeslagen rond de heupen en billen. 

Dit vet is kleiner en metabolisch minder actief. Wordt minder makkelijk afgegeven -> minder makkelijk verbranden. 

Energieopslag voor zwangerschap.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Waarvan is de energiebehoefte afhankelijk?

Slide 15 - Mind map

This item has no instructions

Energiebehoefte
Energiebehoefte = hoeveel energie (kcal) je dagelijks nodig hebt
  • geslacht
  • leeftijd
  • lichaamsgrootte
  • lichamelijke inspanning
  • klimaat/seizoen

Slide 16 - Slide

Energie is nodig voor alle levensprocessen, voor het instant houden van lichaamsweefsels en voor het uitvoeren van lichamelijke activiteiten. 

Geslacht: Bij vrouwen en mannen met hetzelfde gewicht hebben vrouwen ongeveer 10% meer vet. De vetvrije massa bepaalt de basaalstofwisseling. hierdoor verschilt de energiebehoefte tussen mannen en vrouwen. de energiebehoefte bij vrouwen is dus lager. 

Leeftijd: Jongeren hebben een hogere basale stofwisseling dan ouderen. kinderen hebben meer energie nodig voor de groei van lichaamsweefsel. 

Lichaamsgrootte: hoe groter hoe meer energie er nodig is voor het in stand houden en vernieuwen van de weefsels.

Lichamelijke inspanning:  de energie die hiervoor nodig is, is o.a. afhankelijk van het lichaamsgewicht. 

Klimaat/seizoen:  koude/ warme seizoenen vragen meer energie om het lichaam op temperatuur te kunnen houden.
Wat is jouw energiebehoefte in rust?
Harris and benedict formule: 
voor mannen: 88,362 + (13,397 X G) + (4,799 X H) - (5,677 X L) kcal
voor vrouwen: 447,593 + (9,247 X G) + (3,098 X H) - (4,33 X L) kcal

G = lichaamsgewicht in kg
H = lichaamslengte in cm
L = leeftijd in jaren



Slide 17 - Slide

Dit is je energiebehoefte in RUST
Wat is jouw totale energieverbruik per dag?
Geschatte ruststofwisseling x PAL-waarde = totale energieverbruik

PAL-waarde = physical activity level (de mate van lichamelijke activiteit)

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
  • Je kent de betekenis van BMI en de middelomtrek
  • Je hebt kennis van de invloed van de vetverdeling bij mensen
  • Je kunt uitleggen waarvan de energiebehoefte afhankelijk is en op welke manier het energiemetabolisme werkt

Slide 19 - Slide

This item has no instructions