D-toets + 14.1 dl2

14.1 De ene spier is de andere niet
Hoofdstuk 14 Reageren
1 / 14
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 14 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

14.1 De ene spier is de andere niet
Hoofdstuk 14 Reageren

Slide 1 - Slide

Deze les:
- D-toets H6 + H13 (60 min)
- 14.1 dl2 
- Opdrachten

Slide 2 - Slide

14.1 De ene spier is de andere niet

Slide 3 - Slide

14.1 Leerdoelen en begrippen

1. Je beschrijft de bouw, werking en plaats van de verschillende typen spieren. 
2. Je beschrijft op molecuulniveau de samentrekkingvan spiercellen.
3. Je legt het effect van training op de bouw, werking en aansturing van spieren uit. 

Pezen, antagonisten, spiervezels, hartspierweefsel, glad spierweefsel, actine en myosine, dwarsgestreept spierweefsel, krachttraining, duurtraining. 

Slide 4 - Slide

Skeletspieren
BINAS 90C

Slide 5 - Slide

Spierfilamenten

Slide 6 - Slide

Snel en langzaam
Elke skeletspier bevat twee typen spiervezels:
- Snelle spiervezels
- Langzame spiervezels

Slide 7 - Slide

Myoglobine
Eiwit vergelijkbaar met hemoglobine.
Bindt zuurstof in spiercellen.

Veel myoglobine -> veel gebonden zuurstof in de spier -> meer uithoudingsvermogen

Slide 8 - Slide

Aantekening:
Snelle spiervezels
Langzame spiervezels
trekken snel samen
trekken minder snel samen
weinig myoglobine ->
snel vermoeid
veel myoglobine -> niet snel vermoeid
gevoelig voor krachttraining
gevoelig voor krachttraining en duurtraining

Slide 9 - Slide

Training
Krachttraining: Kort en zwaar belasten
-> meer actine en myosine filamenten -> meer kracht

Duurtraining: Lang minder zwaar belasten
 -> meer myoglobine en meer mitochondria in spiercellen -> meer uithoudingsvermogen
Ook je hartspier wordt versterkt -> meer bloed rondpompen -> meer zuurstof bij de spieren

Slide 10 - Slide

Hersenen
Je hersenen coördineren het samentrekken en ontspannen van spieren. 

Bij training worden de hersenen ook getraind en ontstaan motorprogramma's -> geautomatiseerde bewegingen voor de skeletspieren.

Slide 11 - Slide

Spierspoeltjes
In de spieren zitten zintuigen die meten wat de spierspanning is van die spier (spierspoeltjes).
Deze informatie wordt via zenuwcellen/ neuronen doorgegeven aan de hersenen.
De hersenen kunnen aan de hand van die informatie bijsturen.

Bijvoorbeeld: kniepeesreflex.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Opdrachten 
- 14.1 opdr. 13 t/m 18 (= huiswerk)

Slide 14 - Slide