This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 15 min
Items in this lesson
Herhaling specifieke afweer
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Binas 84L
Slide 8 - Slide
In de maag vindt zowel chemische als mechanische afweer plaats
A
waar
B
niet waar
Slide 9 - Quiz
fagocytose door macrofagen is een voorbeeld van specifieke afweer
A
waar
B
niet waar
Slide 10 - Quiz
Bij koorts worden de afweerreacties van het lichaam vertraagd (door de hoge temperatuur)
A
waar
B
niet waar
Slide 11 - Quiz
monocyten kunnen door de wand van een capillair (haarvat) heen
A
waar
B
niet waar
Slide 12 - Quiz
Verkoudheid kan worden veroorzaakt door verschillende virussen.
Wanneer iemand is genezen, kan hij kort daarna weer verkouden worden als gevolg van een virusinfectie. Hiervoor worden verschillende verklaringen gegeven.
Slide 13 - Slide
Na de eerste verkoudheid is de hoeveelheid virus-antigeen in het lichaam toegenomen.
A
waar
B
niet waar
Slide 14 - Quiz
De antistof die tegen het eerste verkoudheidsvirus is gemaakt, biedt geen bescherming tegen een ander verkoudheidsvirus.
A
waar
B
niet waar
Slide 15 - Quiz
Er is alleen antistof tegen een verkoudheidsvirus in het lichaam aanwezig, zolang het virus in het lichaam actief is.
A
waar
B
niet waar
Slide 16 - Quiz
T-cellen ontstaan in .... / T-cellen ontwikkelen zich in .....
A
beenmerg/beenmerg
B
beenmerg/thymus
C
milt/lymfeknopen
D
milt/thymus
Slide 17 - Quiz
Deze vraag gaat over specifieke afweer. Welke cellen zijn betrokken bij cellulaire afweer?
A
B-cellen en plasmacellen
B
macrofagen en T-cellen
C
macrofagen, plasmacellen en T-cellen
D
B-cellen, macrofagen, plasmacellen en T-cellen
Slide 18 - Quiz
Waar kunnen cytotoxische T-cellen aanwezig zijn?
A
bloed
B
weefselvloeistof
C
lymfe, weefselvloeistof
D
bloed, lymfe, weefselvloeistof
Slide 19 - Quiz
https:
Slide 20 - Link
Wat is een andere belangrijke functie van fagocyten?
A
antigeenpresentatie
B
opsonisatie bacteriën
C
productie antistoffen
D
productie MHC eiwitten
Slide 21 - Quiz
Een opvallend kenmerk van de patiëntjes is dat er vrijwel geen actieve B-lymfocyten in het lichaam worden aangetroffen. Waardoor ontbreken de actieve B-lymfocyten?