M2 NE oefentoets PTD hst 1 woorden, grammatica en spelling

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Welk woord heeft een voorvoegsel?

1. herexamen
2. bevrijden
3. herinneren
4. ontslaan

Wat is de persoonsvorm in de zin:
Die kun je dus superhandig in je tas meenemen.

Wat is het werkwoordelijk gezegde in de zin: Die kun je dus superhandig meenemen.

Wat is het onderwerp in de zin: Die kun je dus superhandig meenemen.

Wat is het lijdend voorwerp in de zin: Die kun je dus superhandig meenemen.

Wat is het werkwoordelijk gezegde in de zin:
Ze schaamt zich niet voor de rommel.

1. schaamt
2. schaamt zich
3. schaamt zich niet
4. rommel

Wat is het werkwoordelijk gezegde in de zin:
Ook op internet moet jij je gedragen naar bepaalde regels.

1. moet
2. moet gedragen
3. moet je gedragen
4. moet gedragen naar

Wat is het werkwoordelijk gezegde in de zin:
Jonne is aan het bellen.

1. is
2. is bellen
3. is aan het
4. is aan het bellen

Wat is het werkwoordelijk gezegde in de zin:
Melanie drinkt haar melk op.

1. drinkt
2. drinkt op
3. drinkt melk
4. drinkt melk op

Wat is het werkwoordelijk gezegde in de zin:
Wesley zit onder de uitleg te slapen.

1. zit
2. zit slapen
3. onder de uitleg
4. zit te slapen

Persoonsvorm tegenwoordige tijd:
Ik (worden) ... morgen veertien jaar.

Persoonsvorm tegenwoordige tijd:
Mijn moeder (beloven) ... mij een fiets.

Persoonsvorm tegenwoordige tijd:
Het vliegtuig (landen) ... op tijd.

1. land
2. landt
3. landde
4. landen

Persoonsvorm tegenwoordige tijd:
(onthouden) ... je dat tot morgen?

1. onthoud
2. onthoudt
3. onthield
4. onthouden

Persoonsvorm tegenwoordige tijd:
Dat bos (branden) ... helemaal af.

1. brand
2. branden
3. brandt
4. brandde

Welk leesteken?
Laat je de hond nog even uit ...

1. .
2. ,
3. !
4. ?

Welk leesteken?
Welk leesteken staat in de zin en niet aan het eind?

1. .
2. !
3. ?
4. ,

Welke zin staat in de directe rede?

1. Hij vroeg of hij me kon helpen.
2. Hij vroeg: "Kan ik u helpen?"

In welke zin zijn de leestekens goed gebruikt?

1. Tessa zei: "Ik kom iets later.
2. "Dat is al de derde keer", zuchtte hij
3. Hij vroeg: "Mag ik je nummer?"
4. "Vind je me echt leuk, vroeg ze.

Welk dicteewoord is correct gespeld?

1. sjampignons
2. sjanteren
3. sjoelen
4. masjinaal

Welk dicteewoord is correct gespeld?

1. chocooladebol
2. parasjuut
3. sjaal
4. tjatten