Duurzaam Leven

B3 Duurzame landbouw
1 / 29
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 29 slides, with text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

B3 Duurzame landbouw

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Afhankelijkheid van het milieu
  1. Zuurstof
  2. Water
  3. Voedsel
  4. Energie
  5. Grondstoffen
  6. Recreatie

Slide 2 - Slide

Th7 B1 opdr. 1 laten maken + nabespreken (max 5 min).
B3 - duurzame landbouw
- Vruchtwisseling 
- Natuurlijke bestrijding
- Groenbemesting
- Kringlooplandbouw
- Precisielandbouw
- Verticale landbouw

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Pesticiden

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Akkerbouw - bioaccumulatie

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Duurzaam - vruchtwisseling
vruchtwisseling = nooit twee jaar achter elkaar hetzelfde gewas verbouwen.

voordeel = hierdoor verdwijnen de ziekteverwekkers uit de bodem.   

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Duurzaam - natuurlijke bestrijding
natuurlijke bestrijding = het bestrijden van ziekteverwekkers door natuurlijke vijanden te gebruiken (bijvoorbeeld lieveheersbeestjes tegen luizen).

voordeel = 1) geen ophoping van gif in de voedselketen (bioaccumulatie) + 2) ziekteverwekkers worden niet resistent.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Video

This item has no instructions

Duurzaam - groenbemesting
groenbemesting = geen mest gebruiken, maar nuttige planten (bijvoorbeeld klaver) onder de grond ploegen, zodat de reducenten deze planten afbreken tot mineralen voor de gewassen. 

voordeel = geen overschot aan nitraat en fosfaat dat in de sloten terechtkomt.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Duurzaam - kringlooplandbouw
kringlooplandbouw = alle grondstoffen en eindproducten worden hergebruikt in een kringloop.

voordeel = weinig afval en uitstoot van gassen. 

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Duurzaam - precisie-landbouw
precisie-landbouw = hierbij wordt speciale meetapparatuur gebruikt om alleen de stukken grond die het nodig hebben te bemesten etc.

voordeel = 1) er komen veel minder vervuilende stoffen in de bodem + 2) minder gebruik van water.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Duurzaam - verticale landbouw
verticale landbouw = het telen van gewassen in grote steden.

voordeel = 1) geen landbouwgrond nodig + 2) weinig transport (minder CO2 uitstoot, minder kosten).

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag
Maak de opdrachten 1 t/m 3 + 6 + 7
timer
15:00

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

B4 - energie
- Fossiele brandstoffen 
- Kernenergie
- Zonne-energie
- Windenergie
- Waterkracht-energie
- Verbranding biomassa

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Video

This item has no instructions

Fossiele brandstoffen
Fossiele brandstoffen = (verbranding van) aardgas, aarolie en steenkool.

voordeel = goedkoop om uit de grond te halen en makkelijk te vervoeren en gebruiken.

nadeel = er komt veel extra CO2 vrij die niet in de huidige koolstofkringloop zit. Dit houdt warmte in de atmosfeer vast en ontstaat een versterkt broeikaseffect.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Kernenergie
Kernenergie = energie uit het splitsen van atoomkernen van uranium, waarbij veel warmte vrijkomt.

voordeel = geen luchtvervuiling en geen CO2 uitstoot.

nadeel = er komt radioactief afval vrij, wat zeer schadelijk is voor mens en natuur.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Duurzame energie
Duurzame energie = energie die niet opraakt en geen milieuvervuiling veroorzaakt.
               
Voorbeelden = windenergie, zonne-energie, aardwarmte, waterkracht en (biomassa). 

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Video

This item has no instructions

Slide 20 - Video

This item has no instructions

Aan de slag
Maak de opdrachten 1, 2, 4, 5 + 8
timer
1:00

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

B5 - Versterkt broeikaseffect

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

B5 - Versterkt broeikaseffect
Extra uitstoot broeikasgassen 
   - CO2 door verbranding fossiele brandstoffen
   - CH4 (methaan) door intensieve veeteelt
   - overige door verkeer, industrie, etc.
Oorzaak

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

B5 - Versterkt broeikaseffect
1) Stijging van de gemiddelde temperatuur
     - hierdoor smelten de ijskappen en gletsjers
     - en zet het zeewater uit

2) Klimaatverandering

3) Veranderen van ecosystemen (aantasting)

              
Gevolg

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

B6 - Water
Zelfreinigend vermogen
= door de kringloop van energierijke stoffen kan oppervlaktewater (sloot, etc.) zichzelf reinigen en gezond blijven.

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

B6 - Waterverontreiniging
Vermesting 
oorzaak: mineralen (nitraat en fosfaat) uit (kunst)mest komt via grondwater terecht in sloten

gevolg: enorme toename van hoeveelheid algen (= waterbloei).





Slide 26 - Slide

This item has no instructions

B6 - Waterbloei
Veel nitraat en fosfaat, dus algen gaan zich heel snel en veel delen. Algen gaan ook snel weer dood.
Hierdoor een enorme toename van bacteriën (reducenten). Die gebruiken dan weer veel zuurstof.
Hierdoor sterft al het leven in de sloot 😥 (behalve de algen, want die maken hun eigen zuurstof via fotosynthese).    

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

B6 - Waterbloei

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

B7 - Bodem en afval
Deze hoeft gelukkig niet!! 😄😄

Slide 29 - Slide

This item has no instructions