2.3 les 1

Open WB blz. 28 als je binnenkomt
  • 9a. Wat betekent elite?
  • De bovenlaag in de hiërarchie.

  • 9b. Leg uit waarom een archeoloog soms aan een graf kan zien dat de persoon die er begraven is, tot de elite behoorde.
  • Er liggen kostbare spullen bij.
1 / 17
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Open WB blz. 28 als je binnenkomt
  • 9a. Wat betekent elite?
  • De bovenlaag in de hiërarchie.

  • 9b. Leg uit waarom een archeoloog soms aan een graf kan zien dat de persoon die er begraven is, tot de elite behoorde.
  • Er liggen kostbare spullen bij.

Slide 1 - Slide

Nabespreking WB blz. 28
  • 9c. Uit welke periode uit de prehistorie komt de schat van bron 13: de steentijd, de bronstijd of de ijzertijd? Leg je antwoord uit.
  • De ijzertijd, want ze gebruiken ook al ijzer en niet alleen brons.

Slide 2 - Slide

Nabespreking WB blz. 28
  • 9d. Archeologen noemen deze vondst 'het Vorstengraf van Oss'. Citeer een zin uit de tekst 'Elite' die uitlegt waarom 'Vorstengraf' een goede naam is voor dit graf.
  • "Zo kreeg in een dorp de ene persoon meer macht en invloed dan de andere."

Slide 3 - Slide

Nabespreking WB blz. 29
  • 11. Nummer de zinnen in chronologische volgorde.
  1. Jagers-verzamelaars trekken rond. Ze vinden voldoende voedsel.
  2. Maar rond 12.000 v.Chr. wordt het klimaat in het Midden-Oosten droger en warmer.
  3. Daardoor groeien in de natuur minder wilde granen.
  4. Jagers-verzamelaars gaan daarom proberen zelf granen te verbouwen.
  5. Na de ontdekking van de akkerbouw maken de eerste boeren wilde dieren tam: veeteelt ontstaat.
  6. Het ontstaan van de landbouw zorgt er uiteindelijk voor dat er dorpen ontstaan met boerderijen, akkers en weiden voor het vee.

Slide 4 - Slide

Hoofdstuk 2: Jagers, boeren en farao's
2.3 Een machtige staat les 1

Slide 5 - Slide

Leerdoelen 2.3 les 1
Ik kan drie gevolgen noemen van de irrigatielandbouw in het oude Egypte.

Slide 6 - Slide

Dit weet ik al over het
oude Egypte:

Slide 7 - Mind map

Dorpen en steden
  • Rond 3000 v.Chr. was vrijwel iedereen in Europa boer geworden.
  • Maar, er was een belangrijk verschil met hoe de boeren leefden in het Midden-Oosten.
  • In het oosten had je steden, in Europa had je dorpen. Hoe kwam dat?

Slide 8 - Slide

Welke grote rivier stroomt er door Egypte?
A
De Donau
B
De Nijl
C
De Amazonerivier
D
De Maas

Slide 9 - Quiz

De Nijl
  • De Nijl is in totaal bijna 7000 km lang.
  • De bron van de Nijl ligt in het Victoriameer, in Oeganda.
  • Vraag: waar denk je dat de meeste mensen wonen (zie afb.)?
  • De Nijl is van levensbelang. Vanaf 5000 v.Chr. werd het klimaat warmer en droger.

Slide 10 - Slide

Zomer
In de zomer overstroomt de Nijl.
Herfst
In de herfst zakt het water en blijft er een laagje vruchtbare slib liggen op het land.
Lente
Dankzij de vruchtbare slib kan er graan groeien.

Slide 11 - Slide

Irrigatielandbouw: landbouw waarbij water op een kunstmatige manier (door de mens) naar de akkers wordt gebracht.

Slide 12 - Slide

Gevolgen van de irrigatielandbouw
  1. Er was een goede samenwerking nodig tussen boeren. De dorpshoofden gaven leiding. Er ontstond een hiërarchie (vraag: weet je het nog?).
  2. Door de grote oogsten groeide de bevolking.
  3. Dankzij de grote oogsten bleef er graan over en hoefde niet iedereen meer boer te zijn. Er ontstaan nieuwe beroepen, zoals ambachtslieden (smid, pottenbakker, timmerman).
  4. Dorpen groeiden uit tot steden. Er ontstond een landbouw-stedelijke samenleving.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Huiswerk
Maken 2.3 opdracht 1 t/m 5 (WB: blz. 31 en 32).
Let op: over opdracht 4 en 5 heb je nog geen uitleg gehad. Gebruik het lesboek!

Slide 16 - Slide

Leerdoelen 2.3 les 2
Ik kan de volgende begrippen uitleggen: staat, farao, ambtenaren, belasting en hiërogliefenschrift.

Slide 17 - Slide