Dunne en korte snaren geven een hoge toon.
Lange en dikke snaren geven een lage toon.
Als je een snaar strakker draait, dan wordt de toon hoger.
Draai je de snaar losser, dan wordt de toon lager.
De toonhoogte van geluid hangt af van het aantal trillingen per seconde.
Bij veel trillingen per seconde hoor je een hoge toon.
Bij weinig trillingen per seconde hoor je een lage toon.
De frequentie is het aantal trillingen per seconde.
1 trilling per seconde is 1 hertz (Hz).
Het frequentiebereik bestaat uit alle toonhoogten die je kunt horen.
Het frequentiebereik van mensen ligt tussen 20 Hz en 20 000 Hz.
Mensen hebben een ander frequentiebereik dan dieren.
Een toongenerator is een elektrisch apparaat dat geluidstrillingen maakt.
Met een oscilloscoop maak je de trillingen van geluid zichtbaar op een scherm.
Hoe meer golven je op een scherm ziet, hoe hoger de toon is. Hoe hoger de toon, des te groter is de frequentie.