H3 De Grieken
1 / 23
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Griekenland was verdeeld in:
A
Provincies
B
Stadstaten
C
Deelstaten
D
Mensen met verschillende schoenmaten
Slide 4 - Quiz
Tussen wie was de Peloponnesische oorlog?
timer
0:30
A
Athene en Perzië
B
Sparta en Perzië
C
Athene en Sparta
D
De Mykeense en Minoïsche beschaving
Slide 5 - Quiz
Sparta
Athene
Slide 6 - Drag question
Peloponnessische Oorlog
Gevolg
oorzaak
gevolg
Athene en Sparta probeerden elk veel macht en invloed te krijgen in Griekenland
Griekse stadstaten verzwakt
Sparta wint, Athene raakt macht kwijt
Grote verschillen tussen Sparta en Athene
Slide 7 - Drag question
Perzische Oorlogen
Oorzaak
Gevolg
Peloponnessische Oorlog
Oorzaak
Gevolg
Perzen verslagen
Griekse stadstaten verzwakt
Kolonies betalen veel belasting aan de Perzen
Grote verschillen Sparta en Athene
Slide 8 - Drag question
Tijdens welke oorlog vond de slag bij Marathon plaats?
A
Perzische Oorlog
B
Peloponnesische oorlog
C
Punische Oorlog
Slide 9 - Quiz
De eerste Perzische oorlog werd gewonnen door:
A
De Spartanen bij Thermopylea
B
De Atheners bij Marathon
C
De Perzen bij Salamis
D
De Spartanen en Atheners bij Marathon
Slide 10 - Quiz
Wat was er zo bijzonder aan de Perzische oorlogen?
A
Alle Grieken werkten samen tegen Perzië
B
De Grieken hadden na de oorlog één groot rijk.
C
Sparta en Athene gingen tegen elkaar vechten.
D
Athene verloor na de oorlog haar democratie.
Slide 11 - Quiz
Welke beroemde veldslag maakte een einde aan de eerste Perzische oorlog?
A
De slag bij Olympia
B
De slag bij Atletiek
C
De slag bij Marathon
D
De slag bij Best
Slide 12 - Quiz
Hoe heette de oorlog tussen Athene en Sparta
A
De Perzische oorlog
B
De Punische oorlog
C
De Peloponnesische oorlog
D
De Paplepel oorlog
Slide 13 - Quiz
Perzische Oorlogen
Oorzaak
Gevolg
Peloponnessische Oorlog
Oorzaak
Gevolg
TERUGBLIK
Perzen verslagen
Griekse stadstaten verzwakt
Kolonies betalen veel belasting aan de Perzen
Grote verschillen Sparta en Athene
Slide 14 - Drag question
Een gebied bestaande uit stad met omliggend gebied heette in de Griekse Oudheid ook wel een:
A
Kolonie
B
Polis
C
Tiran
D
Monarchie
Slide 15 - Quiz
Wat is een monarchie?
A
Een regering van een kleine groep aanzienlijken
B
Een regering met een alleenheerser die de macht gegrepen heeft
C
Een regering door een vorst, meestal een koning
D
Een regering waarbij het volk beslist
Slide 16 - Quiz
Wat is een democratie?
A
Een regering van een kleine groep aanzienlijken
B
Een regering waarbij het volk beslist
C
Een regering door een vorst, meestal een koning
D
Een regering met een alleenheerser die de macht gegrepen heeft
Slide 17 - Quiz
Athene had een (...) democratie, Nederland heeft juist een (...) democratie.
A
Indirecte, directe
B
Directe, indirecte
Slide 18 - Quiz
Sparta was een
A
Tirannie
B
Monarchie, democratie en aristocratie
C
Aristocratie
D
Democratie en monarchie
Slide 19 - Quiz
Wat past niet bij Sparta?
A
Vrouwen hadden nog minder rechten dan in Athene
B
Alles in de samenleving
gefocust op oorlogvoering
C
In Sparta werden jongens vanaf 7 opgeleid tot militair
D
Spartaanse meisjes werden door hun moeder opgevoed
Slide 20 - Quiz
Wat zijn mythen?
A
Verhalen over de Olympische spelen.
B
Verhalen over de Griekse filosofie.
C
Verhalen over goden, halfgoden en helden.
D
Verhalen over de oorsprong van dieren.
Slide 21 - Quiz
Wat is een filosoof
A
Iemand die op zoek is naar wijsheid
B
Iemand die op zoek is naar vrijheid
C
Iemand die op zoek is naar macht
D
Iemand die onderzoek doet
Slide 22 - Quiz
Een filosoof is iemand die ....
A
die onderzoekt hoe de natuur in elkaar zit.
B
die de wereld probeert te begrijpen zonder godenverhalen
C
die in wetenschap en godsdienst geïnteresseerd is.
D
verhalen vertelt over goden en mensen
