Taak 1

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

Er kwam een abrupt einde aan ons gesprek.

1. plotseling
2. vervelend
3. vreemd

Die geste kunnen wij wel waarderen.

1. dat gebaar
2. die opmerking
3. die grap

In welke sector is zij werkzaam?

1. winkel
2. regio
3. afdeling

De toestand is precair.

1. onoplosbaar
2. vervelend
3. onzeker

Ik vind die opvatting absurd.

1. dwaas
2. onverstandig
3. verwerpelijk

Die bedrijfstak moet gesaneerd worden.

1. gezond gemaakt
2. gemoderniseerd
3. afgebouwd

De voorzitter was na de interruptie volledig van slag.

1. belediging
2. onderbreking
3. aanval vol kritiek

Kies het juiste werkwoord:
Een arts

1. zuiveren
2. doen
3. consulteren
4. bereiken

Kies het juiste werkwoord:
Iemand van alle blaam...

1. duiden
2. zuiveren
3. beschouwen
4. getroosten

Overeenstemming over iets...

1. omslaan
2. passeren
3. bereiken
4. doen

Vul een voorzetsel in:
Rekening houden

Dat ligt...de hand.

Een klacht...zich neerleggen.

...zijn verplichtingen voldoen.