Nederlands Lezen - leerjaar 2 - 10 februari

Nederlands
Lezen
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Nederlands
Lezen

Slide 1 - Slide

Programma

  • Goed gebekt taak 1
  • Stappenplan lezen
  •  Oefening
  • Leesopdracht 1

Slide 2 - Slide

Door de coronacrisis is de situatie voor veel ondernemers precair.
A
Onoplosbaar
B
Vervelend
C
Onzeker
D
Onhoudbaar

Slide 3 - Quiz

Het einde van zijn carrière was nogal abrupt.
A
Onverwacht
B
Plotseling
C
Ongelukkig
D
Vreemd

Slide 4 - Quiz

Die gratificatie was een aardige geste.
A
gebaar
B
beloning
C
opmerking
D
uitnodiging

Slide 5 - Quiz

Wij gaan onze tuin grondig saneren.
A
verkleinen
B
veranderen
C
verbeteren
D
vergroten

Slide 6 - Quiz

Stappenplan Lezen
1. Verkennend (globaal) lezen
2. Intensief (grondig) lezen
3. (Onder)zoekend lezen
=
teksten snel en goed begrijpen

Slide 7 - Slide

Oefenen
Lees de tekst 'Is dat nou nodig?' van Youp van 't Hek


Slide 8 - Slide

Wat is dit voor soort tekst?
A
informerend
B
instruerend
C
beschouwend
D
amuserend

Slide 9 - Quiz

Beeldspraak
Beeld in plaats van letterlijke betekenis.
Bijvoorbeeld 'dombo'


Slide 10 - Slide

Wie wordt bedoeld met boterletter?
A
Sebastien Haller
B
André Onana
C
Staflid van Ajax
D
Hugo de Jonge

Slide 11 - Quiz

Waar staat Hugo de Jonge voor volgens Youp?

Slide 12 - Open question

Stijlfiguren
Ironie = milde spot
Sarcasme = kwetsende spot
Cynisme = gefrustreerde spot
Hyperbool = overdrijving
Understatement = afzwakken
Eufemisme = verzachten
Paradox = schijnbare tegenstelling

Slide 13 - Slide

Welke stijlfiguur gebruikt Youp?
A
Ironie
B
Sarcasme
C
Hyperbool
D
Cynisme

Slide 14 - Quiz

Wat vond je van de tekst?

Slide 15 - Mind map

Huiswerk
Lees de tekst 'Waarom lezen goed voor je is' en beantwoord de vragen (zie ELO).
Maak Goed gebekt taak 2.
Lees Samengevat p.8-16

Slide 16 - Slide