Klas 2E Chapitre 2 - grammaire et vocabulaire

1 / 20
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Qu'est-ce qu'on a fait déjà?
Chapitre 2
  • On a parlé des sports et des hobbies! 
  • On a fait leçon 1 et 2 (écouter)
  • On a lu un texte ensemble d'un joueur de tennis (Stan)
  • On a commencé Exercice Excellent (ingeleverd in SOM?)
  • Ben je bij met je weektaken?
Vandaag duurt de online les langer dan 40 min, want je maakt ondertussen je weektaak en komt af en toe terug voor controle. 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Inloggen in e-pack
Lieve, Ivan, Felien, Emma, Thom  moeten nog inloggen!

Hierbij de code voor e-pack 'D'accord': 230607.
  

Hieronder het stappenplan voor het inloggen in e-pack:

Stap 1: ga naar somtoday. (zij moeten inloggen met hun leerlingnummer en het wachtwoord van hun schoolaccount)  
Stap 2: ga naar leermiddelen, dit staat redelijk bovenaan hun pagina.

Stap 3: klik aan D’accord (er staan voor zo’n 6 vakken een digitaal leermiddel dus ze moeten even goed kijken dat ze D’accord aanklikken)  

Stap 4: Volg het inlogmenu van e-pack (foto is niet nodig en hun namen staan als het goed is al ingevuld omdat ze via SOM gaan)  

Stap 5: Als ze ingelogd zijn, krijgen ze vanzelf de optie om hun klassencode in te vullen. Ze hebben hem allemaal in hun kaft opgeschreven maar voor de zekerheid hier nog de codes van 1D: 230607

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Maintenant un peu de grammaire
Dit hoofdstuk leer je: 
  1. Vocabulaire(lijst) en zinnen (pages jaunes) over sport en hobby's
  2. Le passé composé met hulpwerkwoord être
  3. Bijvoeglijke naamwoorden en hoe je deze kunt gebruiken/vormen
  4. Le futur proche - hoe maak je zinnen in de nabije toekomst > volgende week. 


Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Le passé composé 
Wat weet je al? 
  • Verleden tijd 
  • Hulpwerkwoord (avoir) + voltooid deelwoord
bijvoorbeeld:
J'ai eu de bonnes vacances

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Traduisez:
Ik heb Netflix gekeken.
A
J'ai regardé du Netflix.
B
Je regarde du Netflix.

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Le passé composé met hulpwerkwoord avoir
Tot nu toe alleen maar met avoir als hulpwerkwoord. 

J'ai visité un musée super!
Tu as été où en vacances?
Nous avons fait du ski pendant les vacances.
Vous avez eu beaucoup de cadeaux de Noël? 
Il a joué aux jeux vidéos tous les jours.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Nu passé composé met hulpwerkwoord être
Er zijn ook werkwoorden die in passé composé het hulpwerkwoord être gebruiken. 
Hiernaast zie je welke ->

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Passé composé met hulpwerkwoord être
Hulpwerkwoord être 
Je suis
Tu es
Il / Elle / On est 
Nous sommes 
Vous êtes
Ils / Elles sont


 

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Passé composé met être
Maak nu opdracht 11 van leçon 4 chapitre 2 in e-pack.
Je krijgt hier 10 min voor. 
Al klaar? 
Ren naar de tuin of het balkon 
om even een frisse neus te halen. 
timer
10:00
Question: Ben je aangemeld in e-pack met klassencode?

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Even checken: maak een zin in de passé composé met het hulpwerkwoord être.

Slide 12 - Open question

This item has no instructions

On continue avec l'adjectif...
Oftewel het bijvoeglijk naamwoord

Maar eerst... wat is een bijvoeglijk naamwoord?

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Wat is een bijvoeglijk naamwoord?

Slide 14 - Mind map

This item has no instructions

L'année dernière - classe 1
Vorig jaar leerde je de volgende bijvoeglijke naamwoorden: 
grand
petit
moderne 
gris, orange, rouge, bleu, noir, blanc, jaune, vert
sympa
Daar gaan we nu mee verder en je leert er meer!

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

L'adjectif
1. Pak de pages jaunes (p. 38) van chapitre 2 erbij.  
Of kijk op e-pack bij opdracht 14 van leçon 4 bij de uitleg

2. Wat zie je?

3. In welke twee kopjes is het onderdeel verdeeld?

Slide 16 - Slide

VORM EN PLAATS
Welke adjectifs staan er in die uitleg?

Slide 17 - Mind map

This item has no instructions

L'adjectif
  • Om iets te omschrijven 
      une voiture rouge

  • Om iemand te beschrijven
      Il est très vieux, ce monsieur.

  • Om je mening te geven 
       c'est sympa

  • Om te beschrijven hoe je je voelt 
      je suis heureux

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

La forme de l'adjectif
Als je een bijvoeglijk naamwoord gebruikt in het Frans, dan moet je goed letten op de vorm. 



Het past zich aan aan het woord waar hij bijhoort.
La fille est grande. Le garçon est petit. 

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

L'adjectif
Wij focussen ons nu vooral op de vorm, de plek is minder belangrijk. Je oefent er wel mee in opdracht 14. 
  1. Maak nu exercice 11, 12 en 13 van leçon 4 chapitre 2 in e-pack. 
> Gebruik de uitleg in je boek of naast de opdracht. Let op! Oefeningen worden na gekeken.
Klaar?
2. Maak de Exercice Excellent (in SOM te vinden) van voor de vakantie. 
> Doe dit in het kanaal van je werkgroepje in het team van 2E frans. 
Let op! Sla 'm goed op!! Dit wordt afgetekend.
Inleveren aan het eind van het 6de uur.
Ga nu zelf aan de slag en zorg dat je bij bent met je weektaken.

Slide 20 - Slide

This item has no instructions